Letselschadeslachtoffers willen naast geld vooral ook erkenning
Letselschadeslachtoffers willen niet alleen compensatie voor financiële schade, maar ook erkenning voor het leed dat hen is overkomen.
Dat blijkt uit het verkennend onderzoek ‘Slachtoffers en aansprakelijkheid’, dat in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het Ministerie van Justitie is uitgevoerd door de Vrije Universiteit Amsterdam. Het onderzoek geeft inzicht in de behoeften, verwachtingen en ervaringen van letselschadeslachtoffers en hun naasten met betrekking tot het aansprakelijkheidsrecht en het letselschadeproces.
Gedacht moet worden aan mensen met (ernstig) letsel als gevolg van een door een derde veroorzaakt ongeval, zoals verkeersongevallen, arbeidsongevallen en medische fouten, maar ook aan mensen die als gevolg van zo’n ongeval een naaste hebben verloren. Het onderzoek is vandaag door minister Hirsch Ballin naar de Tweede Kamer gestuurd.
De behoeften van letselschadeslachtoffers bleken zowel materieel als immaterieel van aard. Bij immateriële behoeften speelt vooral ‘erkenning’ een belangrijke rol. Sommigen willen dat de wederpartij aansprakelijkheid neemt voor zijn daden, als voorwaarde om serieus te worden genomen door de eigen sociale omgeving. Anderen vinden het juist belangrijk dat de wederpartij zelf toegeeft een fout te hebben gemaakt, zodat deze beseft en voelt wat er gebeurd is, of hebben behoefte aan meeleven en excuses van de wederpartij.
Andere immateriële behoeften van slachtoffers dan erkenning zijn het willen weten wat er precies is gebeurd en de wens om wat het slachtoffer is overkomen in de toekomst te voorkomen voor anderen. Dit motief lijkt vooral te spelen in het geval van medische fouten en verkeersongevallen.
Er bestaat geen tegenstelling tussen het verlangen van financiële compensatie en genoemde meer immateriële wensen. Beide soorten behoeften zijn vaak nauw met elkaar verweven. De behoefte aan financiële compensatie is sterk afhankelijk van de gevolgen van het ongeval, namelijk of de financiële bestaanszekerheid is bedreigd, bijvoorbeeld doordat het slachtoffer arbeidsongeschiktheid is geraakt.
Het letselschadeproces
Voor de bevrediging van behoeften van slachtoffers is niet alleen de uitkomst van de procedure van belang, maar ook de weg daar naartoe. De onderzoekers wijzen op het verschil tussen het grote belang dat slachtoffers en naasten hechten aan behoeften van immateriële aard enerzijds, en anderzijds de praktijk van de letselschaderegeling, die nagenoeg uitsluitend is gericht op financiële compensatie. Niet-vervulling van de immateriële behoeften wordt door betrokkenen daarnaast ook als belastend en soms als een belemmering ervaren voor het herstel.
Het onderzoek omvatte een literatuuronderzoek, bijeenkomsten van in praktijk werkzame deskundigen en 61 interviews met letselschadeslachtoffers en naasten/nabestaanden. Slachtoffers die geen procedure hebben aangespannen zijn niet ondervraagd.