Stand van zaken wetsvoorstel uitbreiding Wgbg/cz met het terrein wonen
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DMO/PO-U-2783140
5 juli 2007
Uw Kamer heeft op 5 februari 2007 verslag uitgebracht over het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz) in verband met de uitbreiding met wonen (Kamerstukken II 2006-2007, 30859, nr. 5).
Inmiddels heeft de staatssecretaris van VWS samen met de betrokken bewindspersonen van Wonen, Wijken en Integratie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en Justitie de nota naar aanleiding van het verslag opgesteld. De verzending van de nota naar aanleiding van het verslag van het bovengenoemde wetsvoorstel, zal evenwel niet voor het zomerreces plaatsvinden. De reden hiervoor is het volgende.
Ter invulling van de afspraken uit het coalitieakkoord om de uitbreiding van de werkingssfeer van de Wgbh/cz met kracht voort te zetten, achten wij het opportuun de mogelijkheid te onderzoeken of het voorstel van wet van de leden Smits, Rouvoet en Azough tot wijziging van de Wgbh/cz in verband met uitbreiding van de reikwijdte tot het primair en voortgezet onderwijs (Kamerstukken II 2005-2006, 30570, nr 2) gecombineerd kan worden met het bovengenoemde uitbreidingsvoorstel met wonen.
Het initiatiefwetsvoorstel uitbreiding Wgbh/cz met primair en voortgezet onderwijs is op 29 mei 2006 ingediend door de toenmalige kamerleden Smits, Rouvoet en Azough. Het voorstel is voor advies voorgelegd aan de Raad van State en de Tweede Kamer heeft het verslag opgesteld.
Het onderzoeken van de mogelijkheid om het initiatiefvoorstel met betrekking tot onderwijs te combineren met het uitbreidingsvoorstel van wonen, levert vertraging op in het traject wonen.
Voordeel kan zijn dat het wetsvoorstel de gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte op een breder terrein dan alleen wonen regelt en dat de parlementaire behandeling in één keer plaats kan vinden.
We zullen u op de hoogte stellen van de resultaten van het onderzoek.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
en
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Sharon A.M. Dijksma