Minister Ter Horst: meer focus op prestaties politie
Minister Ter Horst wil de focus verleggen van de exacte aantallen politiemensen naar waar het echt om draait: een politie die goed presteert, criminaliteit en overlast terugdringt en aanwezig en zichtbaar is voor het publiek. Dat soort prestaties moet vastgelegd worden in landelijke afspraken. Over de personeelssterkte moeten de korpsen ook verantwoording afleggen aan hun regionale colleges (burgemeesters in de regio) en de gemeentebesturen. Hierdoor ontstaat ook regionaal en lokaal voldoende druk om de politiesterkte op niveau te houden.
Dit schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer. Zij wil de politiekorpsen meer flexibiliteit bieden in de afspraken over de aantallen politiemensen. De afspraken per korps zouden vanaf 2010 een bandbreedte kunnen bevatten: een korps kan dan iets naar boven of naar beneden afwijken van de gemaakte afspraak over de personeelssterkte van het korps. Daardoor krijgen de korpsen ruimte om eigen keuzes te maken: hoger opgeleid (duurder) personeel in plaats van méér personeel, de inzet van slimme technologie of ondersteunend werk uitbesteden aan niet-politiemensen. De minister laat de afspraken over aantallen politiemensen niet los, maar wil met bandbreedtes werken. Verder heeft zij de Kamer toegezegd dat de 500 wijkagenten, die er op basis van het Beleidsprogramma van het kabinet bij komen, wel worden gevolgd.
Groei politie
Na een aantal jaren van daling is in 2006 de politie weer gegroeid. Er kwamen 733 mensen bij (uitgedrukt in voltijd-plaatsen). Eind 2006 waren er 51.233 voltijd-medewerkers. Deze ontwikkeling duidt erop dat de doelstelling voor 2010 (ongeveer 52.500 voltijd-medewerkers) gehaald zal worden. Dit is nog zonder de 500 extra wijkagenten waarvoor het kabinet onlangs geld beschikbaar heeft gesteld.
De meeste korpsen zitten nu al nagenoeg op het niveau dat ze in 2010 moeten hebben. Een aantal korpsen moet de komende jaren nog groeien. Daarvoor hebben ze nu al mensen op de opleiding zitten.