Antwoorden op kamervragen van Thieme over innovaties in de vleessector

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

VGP-K-U 2779682

4 juli 2007

Antwoorden van minister Klink, mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, op de kamervragen van het Kamerlid Thieme (PvdD) over innovaties in de vleessector (2060716740).

Vraag 1
Kent u het bericht ‘vleessector doet te weinig voor gezondheid’? 1)

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
Deelt u de mening van het afdelingshoofd Voeding en Levensmiddelen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, dat de overheid gezondere vleesproducten bij wet zal verplichten wanneer de sector niet zelf initiatieven daartoe onderneemt? Zo ja, op welke termijn en op welke wijze vallen initiatieven in deze richting van u te verwachten? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 2
Het hoofd Voeding en Voedselveiligheid van mijn ministerie was één van de sprekers tijdens het symposium ‘Gezonde vleesinnovaties: vet!’ van het Voedingscentrum en de Nederlandse Hartstichting, in samenwerking met de NVVL (Network for Food Experts) en de HAS Den Bosch. Zij heeft hier het VWS-beleid toegelicht. Eén van de onderdelen van dit VWS-beleid is het werken aan de begrotingsdoelstellingen op het gebied van het verlagen van de inname door de consument van verzadigde vetten en transvetten. Om aan deze overheidsdoelstellingen te kunnen voldoen is de actieve medewerking van het bedrijfsleven noodzakelijk. Hiervoor is door het bedrijfsleven de Taskforce “verantwoord vetzuren gebruik” opgericht. In deze taskforce werken verschillende sectoren samen om door middel van productinnovaties de hoeveelheid verzadigde vetten en transvetzuren te verlagen. Deze aanpak leidt in Nederland tot goede resultaten. De vleessector is hierbij nog niet betrokken. Doel van het symposium was om de mogelijkheden voor de vleessector om aan te haken te onderzoeken. Door mijn afdelingshoofd is juist benadrukt dat door de succesvolle Nederlandse aanpak van productinnovaties door sectoren zelf regelgeving in Nederland op dit gebied vooralsnog minder noodzakelijk is. Er is geen aanleiding aan te nemen dat deze situatie op korte termijn verandert. De voortgang van de private partijen wordt nauwgezet gevolgd. Een volledig overzicht van het voedingsbeleid zal ik na de zomer aan u voorleggen in een voedingsnota. Hierin zal ik ook het beleid ten aanzien van verzadigd vet en transvetzuren nader toelichten.

Vraag 3
Deelt u de mening dat de vleessector op het gebied van innovaties ver achterblijft bij andere industrieën zoals de zuivelbranche? Zo ja, op welk gebied en hoe is daar verandering in te brengen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 3
Het symposium had als doelstelling de mogelijkheden voor innovaties in de vleeswarensector op het gebied van gezondere voeding te bespreken. De sector heeft zelf aangegeven dat er al redelijk wat gedaan is om vleeswaren gezonder te maken, maar dat het niet zo simpel is om de samenstelling van de producten te veranderen, omdat vet niet alleen smaak aan een product geeft, maar het ook een belangrijk bindmiddel is en drager van microvoedingsstoffen. Ik ga er van uit dat naar aanleiding van het symposium door de vleessector zelf besproken zal worden of en op welke wijze men structureel wil aanhaken bij de taskforce of dat hij een eigen innovatie- en monitoringstraject zal starten. Ik zal deze ontwikkelingen volgen.

Vraag 4
Welke mogelijkheden ziet u voor aanvullende wet- en regelgeving om gezonder vlees te stimuleren en bent u voornemens hier zelf een voortrekkersrol in te vervullen? Zo ja, op welke wijze en binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4
Zoals aangegeven in antwoord op vraag 2 zie ik tot op heden geen aanleiding om aanvullende wet- en regelgeving op te stellen.

Vraag 5
Deelt u de mening dat bij het ontwikkelen van innovaties in de agrarische sector prioriteit gegeven zou moeten worden aan de transitie van de productie en consumptie van dierlijke eiwitten naar meer plantaardige eiwitten uit oogpunt van volksgezondheid, milieu, internationale verdelingsvraagstukken, dierenwelzijn en efficiency zoals blijkt uit het PROFETAS onderzoek? 2) Zo ja, op welke termijn en op welke wijze wilt u hier invulling aan geven? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 5
Vanuit het oogpunt van volksgezondheid is het van belang te kijken naar de samenstelling van producten en hun voedingswaarde. Vlees kan passen binnen een gezond dieet.
Productie van eiwitten, plantaardig dan wel dierlijk, zal zo duurzaam mogelijk moeten geschieden. Het beleid van de minister van LNV is er op gericht innovaties te stimuleren in alle agroketens. Prioriteiten worden gegeven aan met name thema's binnen de verschillende sectoren. LNV heeft zojuist met de gehele keten in productie van dierlijke eiwitten de innovatieagenda afgesproken en kernthema's van het onderzoek zullen zijn een duurzame inpassing, efficiënte geborgde ketens en productinnovatie. Door te investeren in onder andere dierenwelzijn, milieu, ruimtelijke kwaliteit en geborgde productie, kunnen de dierlijke sectoren bijdragen aan een product dat nog veiliger en gezonder is en duurzamer wordt geproduceerd.
Wat de follow-up van het onderzoek van Profetas betreft, heeft de minister van LNV reeds eerder aangeven (Kamerstuknummer 28 807, nr. 114 en schriftelijke antwoorden op vragen gesteld in eerste termijn van vaststelling LNV-begroting 2007, handelingen TK 24-1697)), dat de onderzoeksresultaten worden gebruikt voor een vervolgonderzoek naar de maatschappelijke kosten en baten van de intensieve veehouderij. De resultaten hiervan zullen in de loop van dit jaar beschikbaar komen.


1) meatandmeal.nl, 24 mei 2007, (http://www.meatandmeal.nl/nieuws/product-ontwikkeling/3525/vleessector-doet-te-weinig-voor-gezondheid.html)
2) “Sustainable protein production and consumption: pigs or peas?”, 2006