Antwoorden op kamervragen over het onderzoek Topinkomens in de (semi) publieke sector
Antwoorden op de vragen van het lid Van Dijck (PVV) over het onderzoek Topinkomens in de (semi) publieke sector
1. Vraag
Deelt u de mening dat de stijging van de topsalarissen in de publieke- en semi- publieke sector volledig indruist tegen het voornemen van het kabinet om deze inkomens aan banden te leggen en dat dit zo snel mogelijk wettelijk geregeld moet worden? antwoord op vragen 3, 4 en 5 van het lid Van Gent.
2. Vraag
Hoe verklaart u dat deze bestuurders zich niet houden aan de code “Tabaksblat” om bij vertrek een maximum bonus van 1 bruto jaarsalaris te hanteren? Moet deze code niet ook gaan gelden voor voornoemde sector?
2. Antwoord
De Code Corporate Governance, beter bekend als de Code Tabaksblat, is van toepassing op alle vennootschappen met statutaire zetel in Nederland en waarvan aandelen of certificaten van aandelen zijn toegelaten tot de officiële notering van een van overheidswege erkende effectenbeurs. De Code is dus niet van toepassing op niet-beursgenoteerde organisaties in de publieke en semi-publieke sector. Het kabinet acht transparantie van organisaties in de publieke en semi-publieke sector wel van het grootste belang. Dat is ook de achtergrond voor de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT).
Het kabinet is het met u eens dat het reeds in de Code Corporate Governance gehanteerde principe van een ontslagvergoeding van maximaal één jaarsalaris ook van toepassing zou moeten zijn op de publieke en semi-publieke sector. Het Coalitieakkoord stelt dat bij de topverdieners in de publieke en semipublieke sector de hoogte van een ontslagvergoeding wordt gemaximeerd op één jaarsalaris. De minister van BZK zal deze afspraak nader uitwerken.
3. Vraag
Hoe wilt u voorkomen dat in de (semi) publieke sector dure externe krachten, zoals interim managers, worden ingehuurd, die de lasten extra verhogen en niet bijdragen aan de continuïteit.
3. Antwoord
De inhuur van externen die niet bijdragen aan de continuïteit en slechts de lasten verhogen, is onwenselijk. Net als in het bedrijfsleven dient ook in de publieke en semi-publieke sector de inhuur van externen alleen plaats te vinden als dat met het oog op een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering verantwoord is. Binnen de publieke sector zal het kabinet toezien op een terughoudende en verantwoorde inzet van externen. Om organisaties in de semi-publieke sector de ruimte te geven en bureaucratie te verminderen zijn zij vaak zelf verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering. Het kabinet vertrouwt er daarbij op dat ook deze organisaties verantwoord en zuinig omspringen met de hun toevertrouwde middelen.
Toelichting: deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Van Gent (GroenLinks), ingezonden 1 juni 2006 (vraagnummer 2060716840)