Antwoorden op kamervragen over de financiële positie van politieagenten

Kamervragen van het lid Kuiken (PvdA) over de financiële positie van politieagenten

1. Vraag
Bent u op de hoogte van het onderzoek van de Raad van Hoofdcommissarissen naar de toenemende schuldenproblematiek van politieagenten?

1. Antwoord
Ik ben op de hoogte van het onderzoek van de Raad van Hoofdcommissarissen naar de toenemende schuldenproblematiek van politieagenten. Hierover heb ik u in mijn brief met het kenmerk 2007-0000019627 naar aanleiding van de kamervragen van het lid Van Oudenallen (ingezonden 22 november 2006, nr 2060703370) geïnformeerd.


2. Vraag
Doet de Raad van Hoofdcommissarissen momenteel een diepgaand onderzoek naar de onderliggende problematiek van deze schulden? Zo ja, wat is de stand van zaken van dit onderzoek?

2. Antwoord
Zoals in mijn hierboven genoemde brief aan u is gemeld, geven de uitkomsten van de inventarisatie aanleiding diepgaander onderzoek te doen naar de oorzaken van het ontstaan van schulden bij politieagenten. En wel zodanig dat, indien noodzakelijk, het integriteitbeleid ook daarop kan worden gericht.

De Raad van Hoofdcommissarissen heeft in dit kader de Adviescommissie Politie en Integriteit opdracht gegeven dit onderzoek uit te (doen) voeren en, vooruitlopend op de resultaten, landelijk beleid terzake preventie van loonbeslagen en schuldhulpverlening te formuleren. De formulering van de “good practice” die landelijk uitgedragen gaat worden zal in juli worden uitgevoerd.


3. Vraag
Bent u op de hoogte van het verschil van inzicht in de aard en de omvang van de problematiek tussen de Raad van Hoofdcommissarissen enerzijds en de politiebonden anderzijds?

3. Antwoord
Ik ben op de hoogte van de aard en omvang van de problematiek uit het onderzoek van de Raad van Hoofdcommissarissen en ik heb kennis genomen van het persbericht van de PvdA. Ik kan niet de aard en omvang van de problematiek zoals die wordt geschetst door de politiebonden en de PvdA beoordelen, omdat ik niet over de onderliggende gegevens beschik.


4. Vraag
Deelt u de mening dat het percentage van problematische schulden op ten minste 5% ligt en dat de oorzaken moeten worden gezocht in de gestegen kosten van het levensonderhoud, de weggevallen tegemoetkoming in de ziekenkosten en het relatief lage salaris?

4. Antwoord
Zoals aangegeven beschik ik niet over de onderliggende gegevens die uw 5% onderbouwen. Ik kan op voorhand daardoor niet uw mening delen.


5. Vraag
Bent u bereid om een representatief onafhankelijk onderzoek in te stellen onder politieagenten naar de precieze problematiek en een plan van aanpak te ontwikkelen om een verdere toename van de problemen in verband met schulden tegen te gaan?

5. Antwoord
Ik acht op dit moment een onafhankelijk onderzoek naar de precieze problematiek niet aan de orde, omdat het onderzoek door de Raad van Hoofdcommissarissen nog loopt. Dit geldt eveneens voor het plan van aanpak, omdat vooruitlopend op de resultaten van dit onderzoek landelijk een good practice uitgedragen gaat worden, gericht op preventie van loonbeslagen en schuldhulpverlening.


6. Vraag
Bent u op de hoogte van het feit dat sommige politieagenten wel 8 tot 13 weekenden achter elkaar werken voor de onregelmatigheidstoeslagen, dat steeds meer politieagenten een bijbaan zoeken en dat steeds meer agenten de eindejaars- en vakantie-uitkering maandelijks laten uitbetalen om het hoofd boven water te houden? Vindt u dit een gewenste ontwikkeling? Zo neen, wat gaat u hieraan doen?

6. Antwoord
Het is mij bekend dat het voorkomt dat politieagenten op eigen verzoek meerdere weekenden achtereen werken, een bijbaan hebben of dat zij de eindejaars- en vakantie-uitkering maandelijks laten uitbetalen. Of dit gebeurt om het hoofd boven water te kunnen houden kan ik niet beoordelen. Het hebben van een bijbaan is een eigen keuze van het individu, zolang de uitoefening van de dienst niet wordt geschaad en het binnen de wettelijke kaders gebeurd. Dit is ook neergelegd in de regelgeving ten aanzien van nevenwerkzaamheden. Binnen de Nederlandse politie bestaat een toetsingskader nevenwerkzaamheden dat recent is geactualiseerd en ter kennisneming aan het KBB is aangeboden.


7. Vraag
Is het waar dat de nettolonen van de politie, met name in schaal 8 en lager, gemiddeld lager zijn dan in vergelijkbare beroepen zoals de verpleging, het onderwijs of de beveiliging? Deelt u de mening dat bij het aantrekken van toekomstig personeel een aantrekkelijke beloning een belangrijke rol speelt?

7. Antwoord
Ook mij bereiken signalen over onvrede van politieambtenaren ten aanzien van hun bezoldiging. Ik neem die gevoelens van onvrede uitermate serieus omdat daaruit vooral spreekt dat een deel van het personeel zich onvoldoende gewaardeerd voelt.

Uit de mij ter beschikking staande gegevens blijkt de achterstand ten aanzien van de verpleging, het onderwijs of de beveiliging niet. Het bruto-netto traject is bij politieambtenaren overigens hetzelfde als bij vergelijkbare beroepen in de verpleging, het onderwijs of de beveiliging.

In het regelmatig geschetste beeld van het nettoloon dat een politieambtenaar ontvangt wordt vaak ook de inhouding van de nominale premie in het kader van de zorgverzekeringswet betrokken. Aangezien de betaling van de premie via de salarisadministratie van de politiekorpsen verloopt, is die premie zichtbaar op de salarisstrook. Deze maakt echter geen deel uit van het bruto – netto traject.

In het beeld wordt bovendien regelmatig de situatie geschetst waarbij partner en kinderen van 18 jaar en ouder zijn meeverzekerd. Deze groep is door de wijziging in het ziektekostenstelsel inderdaad het meest getroffen. Ik merk daarbij wel op dat dit niet een representatieve groep is voor de gehele sector politie.

Ik deel de mening dat bij het aantrekken van toekomstig personeel een aantrekkelijke beloning een belangrijke rol speelt.


8. Vraag
Ziet u dat de politie in toenemende mate op de arbeidsmarkt moet concurreren met andere partijen die zich bezig houden met veiligheid, zoals particuliere beveiligingsbedrijven? Bent u bereid een onderzoek laten uitvoeren naar de beloning van politiemedewerkers, om vast te stellen of de huidige normering marktconform is gezien de zwaarte en de belangrijkheid van het beroep en om te bekijken of een herijking nodig is?

8. Antwoord
De aanmeldingen om bij de politie te komen werken zijn nog steeds voldoende om de behoefte aan nieuw personeel te kunnen lenigen. De concurrentiepositie van de politie is voor de gangbare functies ook niet in het geding. Een zorgpunt voor mij is de uitstroom van met name hoger opgeleiden bij de politie in de richting van Bijzondere Opsporingsdiensten zoals bijvoorbeeld milieudiensten en de FIOD.

Tijdens de komende cao besprekingen zal ik met de vakorganisaties nut en noodzaak van een dergelijk onderzoek bespreken. Ik sta daar op voorhand niet negatief tegenover.