Andere rol overheid mogelijk bij weginfrastructuur

De huidige rol van de overheid bij de aanleg en het beheer van wegen is niet vanzelfsprekend. In de beleidspraktijk wordt de overheid verantwoordelijk gehouden voor doorstroming, milieu en veiligheid. Doorstroming is echter niet vanuit iedere invalshoek een publiek belang. Economen kijken hier anders tegenaan dan bestuurskundigen. Dat concludeert het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) in haar vandaag verschenen rapport ‘Publieke belangen en weginfrastructuur’. In dit rapport kijken de auteurs naar de publieke belangen die verbonden zijn aan wegen en hoe deze geborgd kunnen worden.

Scherper onderscheid

De termen ‘algemeen belang’ en ‘publiek belang’ worden in het beleid veelal door elkaar gebruikt. Een scherper onderscheid kan helpen de discussie over de rol van de overheid bij aanleg en beheer van wegen te structureren. Publieke belangen zijn algemene belangen waarbij een rol voor de overheid gewenst is. Op de vraag wanneer dit het geval is, bestaan verschillende visies. Waar de bestuurskundige invalshoek vooral de algemeen levende verwachtingen over de rol van de overheid beschrijft, heeft de economische visie als uitgangspunt dat zaken aan de markt moeten worden overgelaten tenzij dat op problemen stuit. Doorstroming op de weg is in de economische visie wel een algemeen, maar niet noodzakelijk een publiek belang, omdat bedrijven prima in staat zijn om wegen met voldoende capaciteit aan te leggen.

Verschuiving

Het KiM ziet een geleidelijke verschuiving richting markt in het beleid van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat van de afgelopen jaren, in de vorm van publiek private samenwerking en innovatief aanbesteden. Een van de aanbevelingen van het Nationaal Platform Anders Betalen voor Mobiliteit (‘commissie Nouwen’) was dat deze trend verder doorgevoerd moet worden en dat marktpartijen een nog grotere rol moeten krijgen bij het beheer van wegen. Zo’n keuze vereist een afweging tussen verschillende publieke belangen.
Als de private sector een belangrijkere rol gaat spelen in de aanleg en het beheer van wegen, zal dit de capaciteit, de doorstroming en de efficiëntie van het wegennet ten goede komen, mits beprijzing van het gebruik van de weg mogelijk is. Bedrijven zijn er immers sterk op gericht om aanbod en vraag op elkaar af te stemmen. Voor de overheid is dit niet het enige belang, maar speelt bijvoorbeeld ook een belang als gelijkheid een rol. Ongeacht de invalshoek die wordt gekozen – economisch of bestuurskundig - blijft er altijd een rol voor de overheid in het wegbeheer bestaan, bijvoorbeeld in de ruimtelijke ordening, de aanpak van milieuproblemen en het beperken van monopolies.
De conclusies uit het rapport zijn globaal en bieden aanknopingspunten voor het opstellen en beoordelen van organisatiemodellen voor het wegbeheer in Nederland.

Publieke belangen en weginfrastructuur 2007, Mark Lijesen, Joost Kolkman en Sieds Halbesma, Den Haag, Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid, juni 2007, ISBN 978-90-8902-002-4.

Meer informatie:
Publieke belangen en weginfrastructuur 2007
De publicatie is aan te vragen bij het KiM, via email: kimpublicaties@minvenw.nl
Nelly Kalfs (KiM), tel 070 351 1944, email: nelly.kalfs@minvenw.nl