Vijfde voortgangsrapportage e-overheid
In deze vijfde voortgangsrapportage treft u een beschrijving aan van de voortgang van de bouw, implementatie en het gebruik van de bouwstenen van de e-overheid per 1 april 2007. Ook wordt de relatie geschetst tussen de bouwstenen van de e-overheid en de genoemde initiatieven uit het coalitieakkoord.
Het kabinet Balkenende IV heeft de ambitie een dienende overheid te realiseren. Een overheid die burgers centraal stelt. In het beleidsprogramma en het daaruit voortvloeiende bestuursakkoord rijk-provincies en het bestuursakkoord rijk-gemeenten zullen dan ook concrete afspraken worden gemaakt over vermindering van administratieve lasten voor burgers en bedrijven. De basisvoorzieningen van de e-overheid dragen hieraan bij.
Kenmerkend voor het coalitieakkoord is het grote aantal initiatieven die de dienstverlening van de overheid verder verbeteren en de administratieve lasten voor burgers en bedrijven verminderen. Deze initiatieven hebben met elkaar gemeen dat ze sterk leunen op het beter delen van informatie door organisaties en het minder vragen naar gegevens die al bij de overheid bekend zijn. Het gemeenschappelijk gebruik van gegevens is alleen mogelijk dankzij de snelle ontwikkelingen in de ICT. Om te voorkomen dat iedere sector zelf basisvoorzieningen ontwikkelt, werken de verschillende departementen, provincies, gemeenten en waterschappen samen aan de ontwikkeling en het gebruik van de basisvoorzieningen voor de elektronische overheid. De ontwikkeling van deze voorzieningen is reeds door het vorige kabinet gestart.
De voortgangsrapportage is vergezeld van het rapport van de Auditdienst die de kwaliteit van de informatie in de voortgangs-rapportage heeft getoetst. Uit de rapportage blijkt dat de informatie uit de voortgangsrapportage voldoende is onderbouwd. Wel wijst de auditdienst op de verschillen in de wijze van onderbouwing per dossier. Voor de volgende voortgangsrapportage zal de werkwijze van het monitoringsinstrument aangepast.