Doop motorschip M.S. Lauwersborg
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Dames en heren,
Ik vind het enorm leuk om hier te zijn. En niet alleen omdat ik daarstraks de Lauwersborg mocht dopen. Delfzijl heeft gewoon iets. Ede Staal zong er al over: de hoaven, de kroanen en de krougen… Ik kan mij best voorstellen dat hij zich hier thuis voelde. In zo’n omgeving kan een kennismaking met de maritieme sector van de stad niet meer stuk.
Ik ben onder de indruk van wat ik vandaag zie. Delfzijl had een langzame start, maar de bedrijvigheid in het havengebied geeft alle vertrouwen in de toekomst. Steeds meer bedrijven overwegen zich hier te vestigen en sommige hebben de stap al gezet.
De nieuwe fabriek van Holland Malt is daar natuurlijk een sprekend voorbeeld van. Als fundament onder de vooruitgang in Delfzijl vinden we daarnaast oudgedienden zoals Wagenborg. Al bijna 110 jaar vormt dit bedrijf een spil in de economische activiteiten in de regio.
Wagenborg is bij het grote publiek vooral bekend van de passagiersdiensten naar Schiermonnikoog en Ameland. Maar er gebeurt veel meer bij Wagenborg. Met 170 schepen hoort dit bedrijf bijvoorbeeld tot de grootste short sea operators in Europa. En gezien de ingebruikname van de Lauwersborg is de groei er nog niet uit.
Investeringen als deze juichen we als overheid natuurlijk van harte toe. Short Sea Shipping is samen met de binnenvaart hét moderne alternatief voor het wegvervoer binnen Europa. Het is een goedkope, betrouwbare en milieuvriendelijke manier om goederen te vervoeren. Het Kabinet is hier al geruime tijd van overtuigd. Daarom vinden we het belangrijk Short Sea Shipping zich verder kan ontwikkelen. In de Nota Mobiliteit staat niet voor niets dat de sector in 2010 zo’n 40 miljoen ton vracht voor zijn rekening moet nemen. Het lijkt erop dat die ambitie wordt waargemaakt. In 1997 stond de teller op 24 miljoen ton. In 2005 al op 37,6 miljoen ton.
Mijn ambtenaren evalueren momenteel de afgelopen tien jaar van het zeescheepvaartbeleid. Uit voorlopige cijfers blijkt dat de Nederlandse vloot goed op stoom ligt. De meeste rederijen behalen mooie bedrijfsresultaten.
De zeescheepvaart heeft een belangrijke aanjaagfunctie. Ook de rest van het maritieme cluster ontwikkelt zich daardoor goed. We zien allerlei ondersteunende bedrijven die ervoor zorgen dat de vloot letterlijk en figuurlijk op koers blijft. Opslag, overslag, bevoorrading, administratie – samen vormen ze een maritiem cluster dat werk biedt aan ongeveer 187.000 mensen. Ook scheepswerven behoren natuurlijk tot het maritieme cluster. Koninklijke Niestern Sander, de bouwer van de Lauwersborg en andere kwalitatief hoogwaardige schepen, is daar een mooi voorbeeld van. Alle bedrijven samen in het maritieme cluster zijn goed voor een jaaromzet van zo’n bijna 13,5 miljard euro. Daarmee levert het cluster een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse economie.
De overheid stimuleert de zeescheepvaart met allerlei fiscale regelingen. We hebben onder meer de Tonnage Tax-regeling, die het voor reders aantrekkelijk maakt zich op Nederlands grondgebied te vestigen. En we hebben de fiscale afdrachtvermindering, die het voor reders aantrekkelijk maakt Nederlandse zeevarenden in dienst te nemen. Uit de evaluatie waar ik het zojuist over had, blijkt dat meer dan 90 procent van de bedrijven binnen het maritieme cluster gebruik maakt van fiscale regelingen. Dat is dus positief. Dit geldt ook voor de populariteit van de fiscale afdrachtvermindering Die wordt ook goed benut. Toch denk ik dat het nog beter kan. Het aantal Nederlandse zeevarenden op de koopvaardijvloot schommelt al jaren rond de 4.500, maar we kunnen veel meer mensen gebruiken op de Nederlandse vloot.
Binnenkort praten we in Den Haag met stakeholders om ons voor te bereiden op de nieuwe scheepvaartvisie die wij in de tweede helft van dit jaar willen publiceren. De arbeidsmarktsituatie zal dan ook aan de orde komen. Maar ik zou de werkgevers vandaag al willen oproepen de fiscale voordelen tot het uiterste te benutten, zodat het aantal Nederlandse zeevarenden verder kan groeien. Het zou goed zijn als wij daarover binnenkort afspraken met elkaar kunnen maken.
Dames en heren,
In de nieuwe zeevaartvisie zullen we ook uitgebreid aandacht besteden aan het milieu. De ontwikkelingen op dit gebied leveren een dubbel gevoel. Enerzijds gaat het goed. Sinds een paar jaar wordt er bijvoorbeeld veel minder geloosd op het water. Verder zien we dat de uitstoot van de zeescheepvaart van het klimaatgas CO2 per tonkilometer nog steeds lager is dan die van het wegtransport.
Daar staat tegenover dat de invloed van de zeescheepvaart op de luchtkwaliteit verontrustend is. Ik heb het dan over de uitstoot van fijn stof, stikstofoxide en zwaveloxide . Zeeschepen stoten per tonkilometer vervoerde vracht meer van dergelijke stoffen uit dan vrachtwagens. Niet doordat de schepen vuiler zijn geworden, maar doordat vrachtwagens steeds schoner worden. Dat kan ik u niet kwalijk nemen, want ik begrijp dat scheepsmotoren veel langer meegaan dan motoren van vrachtwagens. Het ontslaat ons niet van de verplichting met elkaar een manier te vinden het milieuvoordeel terug te halen of anderszins te compenseren. Nederland is zeer actief binnen de IMO om de internationale regelgeving omtrent de uitstoot van vervuilende stoffen door zeeschepen aan te scherpen.
Gelukkig neemt Wagenborg het milieu uiterst serieus. Dit blijkt uit het feit dat aan boord van uw schepen continu metingen worden verricht, waarmee u achterhaalt welk schip de minste brandstof, smeerolie en koelmiddelen verbruikt. Op grond van die gegevens kunt u vervolgens besparingsmaatregelen nemen. Dat is natuurlijk een uitstekend initiatief.
Aan boord van de Lauwersborg zijn de zaken ook goed geregeld, zo heb ik begrepen. Separatoren die voor een maximale reiniging van de brandstof zorgen. Een water-olieafscheider die tot de modernste in zijn soort behoort en veel minder olie loost dan internationaal nog is toegestaan. En een warmteterugwininstallatie die warmte uit het koelwater haalt. Dit soort voorzieningen is illustratief voor Wagenborgs manier van werken.
Een manier van werken die goed aansluit bij de visie en doelstellingen van het kabinet wat betreft milieubeleid en duurzaam ondernemen. Ik hoop dan ook van harte dat u deze koers blijft volgen. Dan maken we onze gezamenlijke ambities meer dan waar!
Dames en heren,
In navolging van de Lauwersborg wens ik ook u een behouden vaart!
Dank u wel.