Antwoorden op kamervragen van Koser Kaya over de komst van het Elektronische Patiëntendossier
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
MEVA-K-U-2772724
15 juni 2007
Antwoorden van minister Klink op kamervragen van het Kamerlid Koşer Kaya over de komst van het Elektronisch Patiëntendossier (2060715310).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht “IT-revolutie in zorg gaat langer duren”? 1)
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de uitspraken van professionals, waaronder de vice-voorzitter van de Landelijke Huisartsenvereniging, die aangeven dat de invoering van het Elektronisch Patiëntendossier (EPD) in 2009 niet realistisch is?
Antwoord 2
Het landelijk Elektronisch Patiëntendossier is een virtueel dossier dat het uitwisselen van medische gegevens op landelijke schaal op een veilige en betrouwbare manier mogelijk maakt. Het landelijk EPD start met twee belangrijke onderdelen, namelijk het elektronisch medicatiedossier (EMD), een overzicht van de medicatiegegevens van een patiënt en het waarneemdossier huisartsen (WDH), de professionele samenvatting van de huisarts ten behoeve van de waarneming, bijvoorbeeld in het weekend of op de huisartsenpost.
Ik heb geen reden om aan te nemen dat invoering van het EMD en WDH in 2009 niet wordt gehaald. In de tweede helft van dit jaar zal worden gestart met de landelijke uitrol van het EMD en WDH opdat in 2009 landelijke dekking wordt bereikt. Ten behoeve van de start van de landelijke uitrol ben ik overigens wel afhankelijk van de inwerkingtreding van de wet op het gebruik van het burgerservicenummer in de zorg (Wbsn-z). Deze wet wacht op behandeling door de Eerste Kamer.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u het feit dat één van de ondervraagde artsen aangeeft nog niet eens met de voorbereidingen te zijn begonnen, maar dat niet als een probleem ziet, daar “het toch telkens weer met een jaar wordt uitgesteld”?
Antwoord 3
De keuze voor de invoering van het EMD en het WDH als eerste twee onderdelen van het landelijk EPD is gemaakt in nauw overleg met de betrokken branche- en koepelorganisaties van zorgaanbieders, verzekeraars en patiëntenorganisaties. Ik zal hen opnieuw vragen de urgentie voor de invoering van het EMD en het WDH bij hun leden onder de aandacht te brengen. Zodra de Wbsn-z door de Eerste Kamer is aangenomen, worden alle zorgaan-bieders geïnformeerd over alle te nemen stappen en over de hulpmiddelen die hen daarbij worden aangereikt. Overigens zijn individuele zorgaanbieders zelf verantwoordelijk voor de voorbereidende werkzaamheden in hun instelling.
Vraag 4
Deelt u de mening dat een spoedige invoering van het EPD een forse besparing kan opleveren in de zorgsector en veel “medische missers” kan voorkomen? Zo ja, deelt u het inzicht dat vastgehouden moet worden aan de invoering van het EPD in 2009?
Antwoord 4
In opdracht van VWS heeft het bureau Squarewise een businesscase voor het Elektronisch Medicatiedossier en het Waarneemdossier Huisartsen gemaakt. De businesscase maakt de mogelijke financiële gevolgen voor zorgaanbieders en zorgverzekeraars inzichtelijk. Voor een toelichting op de businesscase verwijs ik u naar de vierde voortgangsrapportage ICT en EPD van 9 februari 2007 (TK 2006 – 2007, 27529, nr. 29).
In mijn brief van 14 mei 2007 (CZ/TSZ-2768961) over patiëntveiligheid heb ik aangegeven dat de invoering van het landelijk EPD een belangrijke rol speelt bij het verbeteren van dossiers en een snelle en veilige overdracht van gegevens. Dat voorkomt inderdaad een deel van de medische missers.
Zoals gezegd houd ik vast aan invoering van het EMD en WDH in 2009, mits de wet op het gebruik van het burgerservicenummer in de zorg (Wbsn-z) tijdig in werking kan treden.
Vraag 5
Welke belemmeringen zijn er op dit moment die een invoering van het EPD in 2009 in de weg staan? Op welke manier bent u voornemens deze belemmeringen weg te nemen? Hoe gaat u bewerkstelligen dat ook de professionals op de werkvloer weer gaan geloven in de volledige uitrol van het EPD in 2009?
Antwoord 5
In de voortgangsrapportages ICT en EPD kunt u zien welke planning ik aanhoud om in 2009 te kunnen starten met het Elektronisch Medicatiedossier en het Waarneemdossier Huisartsen.
Bovendien is in de vierde voortgangsrapportage ICT en EPD (TK 2006 – 2007, 27 529,
nr. 29) uitgebreid ingegaan op de acties die VWS onderneemt ten behoeve van een snelle landelijke invoering. Kort samengevat zijn dit: a) wetgeving, b) de routekaart voor zorgaanbieders en zorgverzekeraars, c) communicatie en ondersteuning in de vorm van handboeken, helpdesk en monitoring en d) het overleg met ICT-leveranciers.
1) Het Financieel Dagblad, 15 mei 2007