Gemeenten positief over Wet Werk en Bijstand (WWB)

Gemeenten zijn overwegend positief over de Wet Werk en Bijstand (WWB). De wet biedt ze ruimte om zelf beleid te ontwikkelen om mensen uit de bijstand aan een baan te helpen en dat hebben ze ook actief gedaan. Het karakter van de bijstand als sociaal vangnet is onder de WWB overeind gebleven: er vallen volgens gemeenten geen mensen buiten de boot. Dat blijkt uit een onderzoek onder gemeenten dat staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar het parlement heeft gestuurd.

Voor het onderzoek zijn bestuurders en ambtenaren van 21 gemeenten geïnterviewd die betrokken zijn bij het uitvoeren van de WWB. Deze gemeenten zijn samen goed voor 41 procent van het totale aantal WWB’ers. Daarnaast is een internetenquête gehouden onder een groot aantal gemeenten, om de uitkomsten uit de interviews in een breder kader te plaatsen.

Ondernemende gemeente

Gemeenten zijn positief over de ruimte die zij onder de WWB hebben om eigen beleid te voeren om mensen vanuit een uitkering aan het werk te helpen. “Voorheen was de sociale dienst een uitkeringsfabriek….. Door de invoering van de WWB is de aandacht verschoven van uitkering, naar trajecten, naar uitstroom naar regulier werk.”, aldus een gemeentelijk beleidsmedewerker.

Gemeenten krijgen sinds de invoering van de WWB in 2004 van het Rijk een vast bedrag om de bijstandsuitkeringen te betalen. Dit bedrag wordt elk jaar aangepast. Dit moet gemeenten stimuleren om te zorgen dat minder mensen in de bijstand komen en meer mensen vanuit de bijstand aan de slag gaan. Gemeenten zeggen dat deze financiële prikkel inderdaad werkt. Vooral gemeenten waar een financieel tekort dreigt, voelen de noodzaak het aantal bijstandsgerechtigden terug te dringen. Deze financiële prikkel maakt het volgens medewerkers van deze gemeenten makkelijker nieuw beleid te voeren.

Behoefte aan meer zekerheid op lange termijn

Het onderzoek laat ook zien dat de jaarlijkse aanpassing van het budget gemeenten onzeker maakt over de financiële mogelijkheden op de lange termijn. Hierdoor richten gemeenten zich vooral op resultaten die op korte termijn haalbaar zijn. Mede daardoor stonden de eerste jaren vooral ‘makkelijke’ groepen als jongeren en nieuwe bijstandsgerechtigden centraal om aan het werk te helpen.
Staatssecretaris Aboutaleb heeft daarom onlangs met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) afgesproken dat de budgetten voor uitkeringsgelden de komende vier jaar bevroren worden. Zo krijgen gemeenten meer mogelijkheden om beleid te voeren om moeilijke groepen aan het werk te helpen.