Klink omarmt programma patiëntveiligheid
Minister Klink heeft in Rotterdam op het vierde symposium patiëntveiligheid van de Inspectie voor de Gezondheidszorg het plan ‘Voorkom schade, werk veilig’ in ontvangst genomen. De minister juicht de veiligheidsplannen van het zorgveld toe. De plannen vormen een kernelement van het programma veilige zorg, dat de minister binnenkort naar de Kamer stuurt. De volledige tekst van zijn toespraak staat hieronder.
Geachte aanwezigen,'Voorkom schade, werk veilig’ is het thema dat deze dag heeft beheerst. In deze vier woorden ligt een veelomvattend programma van maatregelen en onderzoek besloten. ,,Voorkom schade, werk veilig’’, laat zich dan ook het beste lezen als een oproep. Met een groot uitroepteken erachter.
Kwaliteit van zorg is een speerpunt van mijn beleid. Ik concentreer me daarbij op drie pijlers: transparantie, de positie van de consument/patiënt en natuurlijk het thema van deze dag, patiëntveiligheid.
Onlangs heb ik met de Kamer indringend gesproken over de veiligheid in de zorg. Dat was naar aanleiding van het Emgo-Nivel-rapport Onbedoelde schade in de Nederlandse ziekenhuizen. Ik heb de Tweede Kamer toegezegd na 12 juni te komen met een programma veilige zorg. Ik heb voor die datum gekozen wegens dit congres. Immers de plannen die hier vandaag zijn gepresenteerd, vormen voor mij een kernelement van het programma veilige zorg.
Het programma veilige zorg dat ik samen met de staatssecretaris de Kamer zal aanbieden, bestaat uit meerdere thema’s en verschillende delen. Deel 1 van mijn programma betreft de onderwerpen ziekenhuiszorg, medicatieveiligheid, onderwijs en onderzoek.
Ik richt me nu vooral op de ziekenhuissector. Hoewel bijvoorbeeld ook het onderwerp medicatieveiligheid van groot belang is, ga ik nu niet uitgebreid in op die andere onderdelen. Ik verwijs u daarvoor naar de brief die ik nu zo snel mogelijk aan de Kamer stuur.
Allereerst wil ik onderstrepen dat het niveau van de ziekenhuiszorg in Nederland over het algemeen goed is. Het rapport van Emgo-Nivel geeft aan dat we het ten opzichte van het buitenland niet slecht doen. Maar niet slecht, is niet goed genoeg. Zoals op 25 april door diverse betrokken partijen is aangegeven, is iedere vermijdbare dode er één te veel. De kennis die we nu hebben over vermijdbare fouten en over ‘best practices’ toont aan dat er zeker nog vooruitgang is te boeken en geboekt moet worden.
Ik ben daarom ook blij met het veiligheidsprogramma, zoals de Inspecteur Generaal dat zojuist heeft gelanceerd. Wat me het meest bevalt, is dat het plan is gelanceerd door de betrokken partijen. Ik kan niet nalaten om die partijen even te noemen om te onderstrepen hoe breed gedragen het thema veiligheid en vermijdbaar letsel is: de Orde van Medisch Specialisten, de vereniging van ziekenhuizen NVZ, de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra NFU, Verplegenden en Verzorgenden Nederland en het Landelijk Expertise Centrum LEVV.
In de afgelopen periode, al enige tijd overigens, hebben al deze organisaties hard gewerkt om tot deze gezamenlijke aanpak te komen. Er spreekt een enorme wil tot verbeteren uit van de partijen zelf. Ik ben er van overtuigd dat deze positieve houding, de wil om te verbeteren en verantwoording af te leggen, noodzakelijk is om verbeteringen te realiseren. Het is een stimulans om voortvarend door te gaan op de weg naar zo veilige mogelijke zorg.
In het Veiligheidsprogramma dat zojuist is gepresenteerd komen verschillende elementen naar voren. Ten eerste de structurele inbedding van veiligheid via het veiligheidsmanagement systeem, kortweg VMS. Nu de elementen van een VMS bekend zijn, kunnen alle instellingen in Nederland ermee aan de slag. Veel instellingen zijn daar ook al mee bezig. Maar alleen het hébben van een VMS maakt de zorg niet veiliger. Dat hebben we vanmorgen ook gehoord Daarom is het goed dat er aandacht wordt geschonken aan concrete thema’s waarop verbeteracties worden ingevoerd. Dit zijn thema’s, door de partijen en de inspectie samen gekozen, waarmee instellingen snel aan de slag kunnen en móeten. Ik ondersteun de gezamenlijke aanpak van het veld en de IGZ, die systematisch zal toezien op de uitvoering van het veiligheidsplan.
Tot mijn genoegen is er in het vandaag gepresenteerde plan ook veel aandacht voor onderwijs, opleidingen en onderzoek. Dat zijn thema’s die niet buiten beschouwing mogen blijven. Continu onderzoek is nodig om de kennis over veiligheid en ‘best practices’ te verbeteren. Er is een regelrechte cultuuromslag nodig om van het denken aan veiligheid een vanzelfsprekendheid te maken en een veilige cultuur te scheppen waarbij open over fouten kan worden gesproken. Die omslag kan alleen worden bereikt door er gedurende de gehele opleiding aandacht aan te besteden.
Ik heb er vertrouwen in dat de veiligheid echt verbeterd wordt. Ik omarm het gezamenlijke Veiligheidsprogramma en de daarin opgenomen acties dan ook met enthousiasme. Wat mij betreft krijgen deze plannen een centrale plaats in het programma veilige zorg dat ik de Tweede Kamer zal gaan voorleggen.
Hiermee geef ik de sector het vertrouwen en de vrijheid om zelf aan de slag te gaan. Maar de geboden vrijheid is niet een synoniem voor vrijblijvendheid. Alle zorginstellingen en alle afdelingen moeten meedoen, er is geen ruimte voor achterblijvers.
Mijn rol is ervoor te zorgen dat alle instellingen mee doen en ik zal in de gaten houden of de plannen inderdaad de gewenste effecten hebben. Ik zal de voortgang dus volgen, zonodig hinderlijk volgen.
De IGZ zal dus daadwerkelijk toetsen op de invoering van het VMS, maar ook op de verbeteringen bij de afgesproken thema’s. De inspectie heeft daartoe een heel assortiment van instrumenten, die variëren van stimuleren en adviseren tot aan het nemen van bestuurlijke maatregelen aan toe indien de veiligheid in het geding is.
Om kwaliteit te verbeteren is de professionele inzet nodig van alle betrokken partijen. Ik vind het een erezaak eraan te werken dat in het moderne gezondheidsstelsel niet alleen op prijs, maar vooral ook op kwaliteit wordt geconcurreerd. Marktwerking is geen doel op zich, maar is onderdeel van een kwaliteitsslag in de zorg.
Zoals ik heb aangegeven is de noodzaak voor een aanpak van patiëntveiligheid zorgbreed. Deel 1 van mijn programma betreft de onderwerpen ziekenhuiszorg, medicatieveiligheid, onderwijs en onderzoek. Maar er volgt ook nog een tweede deel, dat de staatssecretaris zal presenteren tijdens de week van de patiëntveiligheid in november. In dat deel staat de langdurige zorg centraal: de verpleging, verzorging en thuiszorg, en de gehandicaptenzorg. In diezelfde maand zal ik op het NHG-congres een plan over de huisartsenzorg presenteren. Overigens heb ik vanochtend in Den Haag al het startsein gegeven voor het programma ‘De nieuwe praktijk’, dat de veranderende rol van de huisarts nader omschrijft.
De ziekenhuissector is op de goede weg en ik ga er van uit dat we ook goede resultaten behalen. Zoals ik al eerder heb gezegd, is een halvering van de hoeveelheid vermijdbare fouten in vijf jaar tijd haalbaar. Dat is ambitieus, maar het moet zijn te realiseren op basis van de vandaag gepresenteerde acties en de vele al lopende activiteiten bijvoorbeeld in het kader Sneller Beter.
Hoewel we uiteraard streven naar NUL vermijdbare fouten, besef ik dat zoiets niet realistisch is. Waar wordt gewerkt, worden ook fouten gemaakt. Bovendien verandert ons beeld van hetgeen vermijdbaar is door nieuwe kennis en nieuwe technieken. Wat we nu als onvermijdelijk beschouwen, vinden we over vijf jaar misschien wel vermijdbaar. Maar die wetenschap kan en mag nooit leiden tot ontwijkend, excuserend gedrag of gebrek aan urgentie. Integendeel, ambitie van alle partijen is nodig.
Het terugdringen van het aantal vermijdbare fouten maakt deel uit van een landelijke agenda. Er worden indicatoren ontwikkeld voor de afgesproken thema’s. Alle instellingen zijn verplicht hierover verantwoording af te leggen. De IGZ zal in de gaten houden waarom een instelling eventueel slecht scoort. Instellingen die onvoldoende inzet tonen om verbeteringen door te voeren, kunnen worden aangepakt, financieel via de verzekeraar; aan de andere kant via de inspectie. Nogmaals, de lat ligt hoog. Ik ga er van uit dat een halvering van het aantal vermijdbare fouten binnen vijf jaar reëel is en gehaald wordt. Ik hoop en ga er van uit dat u die ambitie deelt.
Dames en heren,
Bij al deze, soms heel technische plannen, mag natuurlijk niet uit het oog worden verloren dat de cliënt centraal staat. De cliënt heeft niet alleen goede informatie nodig, hij moet ook een sterke positie hebben. Daarom zal zijn rechtspositie ten opzichte van de zorgverlener beter worden geregeld. En tegelijk willen wij ruimte geven aan de zorgaanbieder om flexibel te kunnen inspelen op de zorgvraag.
Geachte aanwezigen.
Samenvattend. De drie pijlers voor de komende vier jaar zijn:
Zichtbare kwaliteit
Natuurlijke patiëntgerichtheid
Vanzelfsprekende veiligheid.
Onze ambitie is: veilige zorg op een kwalitatief hoog niveau. Klantgericht, met voldoende keuzemogelijkheden en met duidelijke rechten en plichten voor iedereen.
Dames en heren, ik dank u voor uw aandacht en ik wens u veel succes toe bij het verwezenlijken van alle vandaag gepresenteerde plannen voor een beter en veiliger zorgstelsel.