Mr.N.H. Kalsbeek leidt commissie lesbisch ouderschap
Mevrouw mr. N.H. Kalsbeek, voorzitter van de Raad van Bestuur van Altra - een instelling voor jeugdzorg en speciaal onderwijs in Amsterdam - zal de commissie leiden die zich buigt over lesbisch ouderschap en interlandelijke adoptie. Dit schrijft minister Hirsch Ballin van Justitie in een brief aan de Tweede Kamer, mede namens de ministers Rouvoet (Jeugd en Gezin) en Plasterk (OCW). De bewindsman had toegezegd de Kamer te informeren over de samenstelling en de opdracht van deze nog in te stellen commissie.
Over de samenstelling van de commissie heeft de minister overleg gehad met COC Nederland. Hij heeft rekening gehouden met hun overwegingen. De commissieleden zijn deskundig op het gebied van personen -en familierecht, internationaal privaatrecht en de ontwikkeling van kinderen. Zij zullen nagaan op welke manier het meest tegemoet kan worden gekomen aan het doel van de optimale bescherming van het kind en de gelijke behandeling van lesbische paren met heteroparen.
Het gaat om de vraag hoe de vrouwelijke partner van de moeder van het kind dat binnen de relatie van deze vrouw en de moeder wordt geboren, op eenvoudige wijze ouder kan worden. Daar moet een juridische regeling voor komen die rekening houdt met onder andere de bescherming van de biologische vader (verwekker en anonieme donor) en de erkenning in het buitenland. Of het nu gaat om ouderschap van rechtswege of een geheel nieuwe rechtsfiguur, de commissie zal de juridische gevolgen hiervan in kaart brengen en met aanbevelingen komen.
Verder buigt de commissie zich over de vraag op welke manier een evenwichtige invulling kan worden gegeven aan de belangen van adoptiekinderen enerzijds en de wensen van adoptiefouders om een gezin te vormen anderzijds, en welke taak en rol van de overheid daaruit voortvloeien.
Minister Hirsch Ballin heeft de commissie gevraagd in oktober te rapporteren over het lesbisch ouderschap. Het advies over interlandelijke adoptie komt in het voorjaar van 2008 omdat de verruiming van de leeftijdscriteria niet in het wetsvoorstel over adoptie door homoparen is opgenomen. Dit leidt dus niet tot vertraging van de behandeling van het wetsvoorstel.