Onderzoek naar invloed achtergrondgeluiden op zeezoogdieren
Minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft ontheffing verleend voor onderzoek naar de invloed van achtergrondgeluiden op zeezoogdieren. Wanneer er door onderzoek meer bekend wordt, wordt het mogelijk maatregelen te treffen die in het belang zijn van het voortbestaan van deze diersoorten. Het onderzoek vindt plaats conform de onderzoeksverplichting van de Habitatrichtlijn.
Met enige regelmaat stranden er dolfijnen en walvissen. Soms gaat het dan om zeer grote groepen dieren. Deze dieren lijken dan kerngezond, maar volledig gedesoriënteerd. Er wordt verondersteld dat er een mogelijk verband is tussen deze strandingen en kunstmatig geproduceerd geluid onder water. Dolfijnen en walvissen zijn voor de oriëntatie onder water afhankelijk van zelf geproduceerde sonargeluiden en het terughoren van die zelf geproduceerde geluiden. De werking van de sonar van dolfijnen en walvissen kan worden verstoord door achtergrondgeluiden veroorzaakt door bijvoorbeeld scheepvaart, boorplatforms en seismisch onderzoek. Mogelijk speelt ook de sonar van marineschepen een rol. Vandaar dat het ministerie van Defensie dit onderzoek financieel mogelijk heeft gemaakt.
Om duidelijkheid te krijgen over de invloed van geluiden onder water op de oriëntatie van zeezoogdieren heeft Verburg van LNV toestemming voor dit onderzoek gegeven. In het onderzoek worden twee op de Nederlandse kust aangespoelde bruinvissen betrokken die de afgelopen tijd bij het Dolfinarium verbleven. Het onderzoek wordt toegestaan, ondanks het feit dat de bruinvis volgens de Flora- en faunawet behoort tot de strikt beschermde soorten, omdat dergelijk onderzoek in het belang van het voortbestaan van deze soort en andere zeezoogdieren is.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door marinebioloog dr. Ron Kastelein. Het onderzoek is niet schadelijk voor de dieren.