Antwoorden op kamervragen over het rapport van de Stichting Cuba Futuro
Antwoorden op Kamervragen van de leden Van Bochove en Ferrier (beiden CDA) over het rapport van de stichting Cuba Futuro.
Vraag 1
Hebt u kennis genomen van het rapport van de stichting Cuba Futuro “Illegal employment and exploitation of Cuban and Colombian migrant workers at the national dry dock “Curaçaose Droogdokmaatschappij”(CDM)?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op dit rapport?
Antwoord 2
De inhoud van het rapport is uitermate zorgwekkend. Ik heb hierover met de Antilliaanse regering gesproken. Op dit moment wacht ik het onderzoek af dat door de regering van de Nederlandse Antillen is ingesteld.
Vraag 3
Geeft het rapport en de inhoud daarvan u aanleiding om een reactie te vragen aan de regering van de Nederlandse Antillen?
Antwoord 3
Ik heb over bovengenoemd rapport met de Antilliaanse regering gesproken. Naar aanleiding hiervan informeer ik u als volgt:
Er is onlangs een nieuwe regeling van kracht geworden die de voorwaarden regelt op grond waarvan buitenlandse arbeidskrachten in het algemeen en in het bijzonder Cubaanse werklieden bij de Curaçaose Droogdokmaatschappij (CDM) te werk worden gesteld.
Ten einde ervan verzekerd te zijn dat de nieuwe regeling wordt nageleefd en dat zij niet in strijd is met verdragsrechtelijke bepalingen, heeft de regering van de Nederlandse Antillen besloten een onderzoek te laten uitvoeren naar de omstandigheden, waaronder buitenlandse werklieden bij de CDM arbeid verrichten.
In afwachting van de uitkomsten van dit onderzoek heeft de Antilliaanse Regering, in overleg met de minister van Buitenlandse Zaken, besloten de verlening van visa aan Cubaanse arbeiders die gaan werken bij de CDM, per 27 maart jl. voorlopig op te schorten.
(Zie tevens de antwoorden op uw vragen nr. 1 en nr. 2 van 29 maart 2007 over dit onderwerp.)