Antwoorden op kamervragen over trouwambtenaren
Antwoorden van minister Ter Horst, mede namens de minister van Justitie, op kamervragen van het lid Van der Staaij (SGP) over trouwambtenaren. (Ingezonden 10 april 2007)
1
Hebt u kennisgenomen van het vertrek van een gewetensbezwaarde ambtenaar van de burgerlijke stand in de gemeente Smallingerland als gevolg van een motie van de desbetreffende gemeenteraad? 1)
Antwoord
Ja.
2
Hoe beoordeelt u deze ontwikkeling, mede in het licht van het huidige regeerakkoord en van de parlementaire geschiedenis, waarin een zorgvuldige omgang met gewetensbezwaarde ambtenaren van de burgerlijke stand is toegezegd?
3
Welke acties wilt u ondernemen om deze beoogde zorgvuldige omgang met ambtenaren van de burgerlijke stand alle gemeenten te bevorderen? Bent u bereid het gemeentebestuur van Smallingerland hierop aan te spreken?
4
Bent u bereid, nu er in diverse gemeenten problemen rond gewetensbezwaarde ambtenaren van de burgerlijke stand zijn ontstaan, initiatieven te nemen, conform het regeerakkoord, om de rechtszekerheid van gewetensbezwaarde ambtenaren veilig te stellen? Zo ja, welke initiatieven wilt u nemen?
Antwoord 2 tot en met 4
In de gemeente Smallingerland heeft de gemeenteraad een motie aangenomen, inhoudende dat van alle - zowel nieuwe als zittende - Smallingerlandse ambtenaren van de burgerlijke stand bereidheid wordt verlangd, alle huwelijken te sluiten, dus ook die tussen twee personen van dezelfde sekse. De betrokken (bijzondere) ambtenaar van de burgerlijke stand, een wethouder, heeft daarin aanleiding gezien zijn nevenfunctie op vrijwillige basis neer te leggen.
Het kabinet heeft in het coalitie-akkoord uitgesproken dat het een zorgvuldige omgang met gewetensbezwaarde ambtenaren voorstaat. Het beleid ter zake van gewetensbezwaarde trouwambtenaren behoort tot de autonomie van gemeenten. Dit brengt met zich mee dat in eerste instantie in onderling overleg tussen de gemeente en de gewetensbezwaarde trouwambtenaren gezocht moet worden naar oplossingen. Voor zover bekend is ook in andere gemeenten geen sprake van arbeidsrechtelijke conflicten. Gemeenten geven tot dusverre invulling aan de door ons voorgestane praktische benadering.
De wettelijke kaders bieden hiertoe voldoende ruimte. Hoewel gemeenten autonomie genieten op het terrein van het personeelsbeleid, is die autonomie niet onbeperkt, maar door wettelijke kaders begrensd. Ambtenaren genieten ter zake rechtsbescherming. Uit het wettelijk stelsel vloeit voort dat in elke gemeente het sluiten van een huwelijk van een paar van gelijk geslacht mogelijk moet zijn. Daarnaast moeten er voldoende trouwambtenaren zijn die bereid zijn de huwelijken te voltrekken. De ervaring leert dat gemeenten er tot dusverre steeds in geslaagd zijn om binnen die wettelijke kaders praktische oplossingen te vinden.
Het vigerend stelsel van rechtbescherming en de ervaringen met de praktische oplossingen nopen op dit moment niet tot het zetten van nieuwe stappen. Mochten er in de lokale praktijk problemen ontstaan die niet op gemeentelijk niveau tot een bevredigende oplossing kunnen worden gebracht, dan zal langs de lijn van het coalitieakkoord een nieuwe afweging plaatsvinden.