Verdeelsleutel maatschappelijke opvang

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DMO-CB-U-2765843

15 mei 2007

Op 19 april 2007 heeft de Vaste commissie voor VWS mij verzocht te reageren op het artikel uit de Volkskrant van 14 april 2007 en de resultaten van een overleg terzake met de VNG aan de Kamer te zenden. Tevens heeft de commissie mij verzocht geen onomkeerbare beslissingen te nemen alvorens er een AO maatschappelijke opvang heeft plaatsgevonden. Inmiddels staat er een AO hierover gepland op 7 juni a.s.

Het artikel in de Volkskrant heeft betrekking op het onderzoek naar de verdeelsleutel voor de 43 centrumgemeenten die middelen ontvangen voor de maatschappelijke opvang, het verslavingsbeleid en de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGz) via een specifieke uitkering, dan wel via de brede doeluitkering “sociaal, integratie en veiligheid” in het kader van het Grotestedenbeleid (GSB). Dit onderzoek is afgesproken in een bestuurlijk overleg tussen het Rijk en deze centrumgemeenten op 8 juni 2006. Rijk en gemeenten hebben toen geconstateerd dat de huidige verdeling onevenwichtigheden bevat. Het onderzoek zou de basis moeten leggen voor een beter verdeelmodel.
In de Voortgangsrapportage maatschappelijke opvang staat de voorgeschiedenis van deze afspraak beschreven, die al was opgenomen in het beleidskader GSB III (“Samenwerken aan de Krachtige stad”).
Op 8 juni 2006 was ook afgesproken dat er voor 1 mei 2007 een besluit genomen wordt over een eventuele nieuwe verdeling en dat deze verandering niet eerder dan 2008 in werking zal treden.
Ter voorbereiding op die besluitvorming heeft er op 19 april jl. het overleg plaatsgevonden waarnaar in het artikel verwezen wordt.

Het overleg op 19 april jl. heeft nog niet tot besluitvorming geleid over een nieuwe verdeelsleutel. Ik heb de Raad voor de financiële verhoudingen verzocht een second opinion op het onderzoek uit te voeren.

Over de uitkomst hiervan zal ik u voor 7 juni informeren.
Hiermee voldoe ik aan uw verzoek geen onomkeerbare besluiten te nemen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

mw. dr. J. Bussemaker