Vestigingswet wordt ingetrokken
Het wetsvoorstel intrekking Vestigingswet Bedrijven 1954 (Vestigingswet) is op 8 mei 2007 door de Eerste Kamer aanvaard. Hierdoor ontstaat meer ruimte voor ondernemerschap, concurrentie en werkgelegenheid.
Het wetsvoorstel intrekking Vestigingswet Bedrijven 1954 (Vestigingswet) is op 8 mei 2007 door de Eerste Kamer aanvaard. Hierdoor ontstaat meer ruimte voor ondernemerschap, concurrentie en werkgelegenheid.
De Tweede Kamer was 10 april 2007 al akkoord gegaan. De intrekking van de Vestigingswet vindt binnenkort plaats per Koninklijk Besluit. De streefdatum is 1 juli 2007. De Vestigingswet en haar voorganger stammen uit de crisisjaren van de jaren ’30. Doel was eendagsvliegen van de markt te weren ter bescherming van zichzelf en zittende ondernemers. Al snel kwam de nadruk te liggen op het waarborgen van kwaliteit van ondernemers.
De Vestigingswet heeft in de loop der jaren vele aanpassingen gekend. De laatste jaren zijn daarbij steeds meer eisen en sectoren komen te vervallen. Zoals bijvoorbeeld de eis van kredietwaardigheid in 1990 en de eisen aan algemene Ondernemerschapsvaardigheden (AOV) in 2001.
De huidige Vestigingswet bevat nog slechts eisen in een beperkt aantal sectoren (bouwbedrijf, installatiebedrijf, vervoermiddelenbedrijf en levensmiddelenbedrijf). Deze eisen hebben alleen nog betrekking op de kennis over wet- en regelgeving op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu. De Vestigingswet stelt deze kenniseisen daarbij alleen aan de ondernemer bij de start van de onderneming. Daarmee biedt deze geen waarborg voor het latere gedrag van de ondernemer en de werknemers. De volledige intrekking van de Vestigingswet stond al sinds 1999 op stapel.