Verburg beperkt vissen met grote vistuigen op binnenwateren
Vanaf 1 mei 2008 wordt het vissen met grote vistuigen op de binnenwateren beperkt. Alleen vissers die voldoen aan bepaalde criteria op het gebied van areaal en inkomsten mogen vanaf 1 mei 2008 nog vissen met grote vistuigen. Vandaag is de Regeling gebruik grote vistuigen gepubliceerd in de Staatscourant.
Minister Verburg neemt deze maatregel om de visstand beter te kunnen beheren. Met de regeling wordt duidelijk wie wel en niet mogen vissen met grote vistuigen. Grote vistuigen zijn spieringtuig, visfuik, aalfuik, ankerkuil, aalkistje, aalhoekwant, aaldogger, zegen, aalzegen, aaskuil, staand net, gebbe, kruisnet, en electrovisapparaat. Met deze vistuigen kunnen vissers veel vis vangen. De visstand kan hierdoor sterk beïnvloed worden. De regeling geldt niet voor de hengel en de peur (een traditioneel sportvisserijvistuig bedoeld voor visserij op aal).
De beperking is toegezegd aan de Tweede Kamer tijdens de behandeling van de wijziging van de Visserijwet 1963 op 15 juni 2006. In oktober 2006 heeft minister Veerman de regeling in concept aan de Kamer voorgelegd. Naar aanleiding van vragen en opmerkingen van Kamerleden is de regeling aangepast op het punt van het areaalcriterium en het inkomstencriterium. Deze zijn nu voor alle vissers gesteld op minimaal 250 hectare viswateren en minimaal 8.500 euro visserij-inkomsten per jaar. Daarnaast geldt de regeling nu ook voor beroepsvissers die zowel op kustwater als op binnenwater vissen. Tot slot is de datum van inwerkingtreding opgeschoven van 1 januari 2008 naar 1 mei 2008. Zo wordt de vissers een langere periode gegund om zich goed voor te bereiden op deze regeling.