Experiment met advocaten bij politieverhoor

In 2008 zal een experiment starten met de aanwezigheid van advocaten bij politieverhoren. Dat schrijft minister Hirsch Ballin van Justitie vandaag aan de Tweede Kamer in de voortgangsrapportage versterking opsporing en vervolging. Het gaat om verhoren van verdachten van voltooide levensdelicten.

Tijdens het experiment mogen advocaten aanwezig zijn bij het eerste (inhoudelijke) verhoor van verdachten van voltooide levensdelicten. Op die manier kunnen de advocaten erop toezien dat de verklaring van de verdachte juist wordt weergegeven in het procesverbaal; dat het pressieverbod niet wordt overtreden en dat het verhoor audiovisueel op band wordt opgenomen.

De advocaten mogen tijdens het verhoor geen vragen beantwoorden en zij mogen ook geen (oog-) contact maken met de verdachte. De advocaat zal daarom op enige afstand en uit het zicht van de verdachte plaatsnemen. Wanneer de advocaat meent dat het verhoor zich niet volgens de regels afspeelt, kan hij daar de leiding van het verhoor op aanspreken. Hij kan ook na afloop op- of aanmerkingen maken, die in het procesverbaal worden opgenomen. Het is de advocaat niet toegestaan zich te bemoeien met de inhoud van het verhoor.

Tijdens het experiment krijgen advocaten in de deelnemende politieregio’s vanaf het moment dat zij via de piketcentrale zijn ingelicht minimaal een halfuur de tijd om zich op het politiebureau te melden. Vervolgens is er voor de verdachte en zijn advocaat de gelegenheid om maximaal een halfuur vertrouwelijk en ongestoord met elkaar te spreken. Tijdens het verhoor wordt de advocaat in de gelegenheid gesteld het verhoor bij te wonen. Het eerste verhoor eindigt met het voorleggen van het proces-verbaal van het verhoor aan de verdachte met het oog op de ondertekening van zijn verklaring.

In alle gevallen zal er een audio-visuele opname van het verhoor worden gemaakt, zodat op een later moment kan worden teruggekeken. De betrokken politie-organisaties zullen de verhoorkamers hierop aanpassen. De minister schrijft in de voortgangsrapportage bovendien dat volgens mededeling van de politie voor het einde van het jaar - behoudens ernstige technische complicaties - 1600 verhoorkamers van de politie zo zullen zijn ingericht dat daar auditieve registraties van de verhoren kunnen worden gemaakt om de transparantie en kwaliteit van de registratie verhoren te verbeteren.

Motie

Het kabinet voert met het experiment de motie Dittrich cs (oktober 2006) uit, waarin de regering wordt opgeroepen een tijdelijk systeem in het leven te roepen waarbij de advocaat tijdig de mogelijkheid krijgt aangeboden aanwezig te zijn bij het eerste politieverhoor in zaken waarbij de verdachte wordt beschuldigd van een levensdelict.

Het experiment heeft een voorziene looptijd van twee jaar, waarbij circa honderd verdachten per jaar zullen worden verhoord in het bijzijn van hun advocaat. Ten behoeve van het experiment zullen in twee arrondissementen politieregio’s worden geselecteerd. De minister schrijft in zijn brief dat tijdens het experiment de aanwezigheid van de advocaat bij het verhoor geen blokkerend recht is. Met andere woorden: wanneer bijvoorbeeld de advocaat niet in staat is tijdig aanwezig te zijn, kan het verhoor toch aanvangen. Ook kan het verhoor zonder raadsman plaatsvinden als het opsporingsbelang dat vereist.

Het experiment is voorbereid in overleg met Openbaar Ministerie, de politie, de Raad voor de Rechtspraak, de Raden voor de Rechtsbijstand en de Nederlandse Orde van Advocaten. Gedurende de rest van dit jaar zal het experiment nader worden geregeld.