Antwoorden op kamervragen Kamerlid Van der Ham over verbieden van prijsacties in de horeca voor minderjarigen
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
VGP-K-U-2760841
1 mei 2007
Antwoorden van minister Klink op kamervragen van het Kamerlid Van der Ham over het verbieden van prijsacties in de horeca voor minderjarigen (2060710640).
Vraag 1
Staat u nog steeds achter uw uitspraken over het aanpakken van prijsacties (happy hours) in de horeca, omdat met name veertien- en vijftienjarigen hiervan gebruik zouden maken? 1)
Antwoord 1
Ja, ik ben namelijk voornemens uitvoering te geven aan de door de Tweede Kamer aangenomen motie Timmer/Van der Staaij (TK2, 29 894 nr. 5) waarin de regering werd verzocht – ter vermindering van overmatig alcoholgebruik door jongeren - te komen tot overleg over afspraken over maatregelen op het gebied van happy hours en stunten met alcoholprijzen in horecaconvenanten en algemene plaatselijke verordeningen. Ik zal dit voorjaar met de betrokken partijen nader overleg hierover voeren. Vervolgens zal ik de Tweede Kamer verslag van dit overleg uitbrengen.
Vraag 2
Hoe staan deze uitspraken in verhouding tot de geldende Nederlandse regelgeving die het verkopen van alcohol aan jongeren onder de zestien jaar reeds verbiedt? Zijn uw uitspraken daarmee niet overbodig? Met welk doel heeft u ze dan toch gedaan? Gaat u prijsacties bij garages ook verbieden als zou blijken dat goedkopere auto’s bestuurders onder de rijgerechtigde leeftijd zouden aantrekken? Zo neen, waarom probeert u via het aanpakken van de happy hours de jongeren aan wie wettelijk gezien nog geen drank mag worden verkocht hiervan te weerhouden? Ligt betere handhaving van de al bestaande regels niet veel meer voor de hand?
Antwoord 2
Het tegengaan van prijsacties (happy hours) die aantrekkelijk zijn voor jongeren, past in het breed gedragen streven om het alcoholgebruik bij jongeren ónder de 16 jaar en het alcoholmisbruik bij minderjarigen tegen te gaan. Het gaat mij dus niet om prijsacties gericht op meerderjarigen. Uitgangspunt van het Nederlandse alcoholbeleid is dat de inzet van een pakket aan beleidsinstrumenten het meest effectief geacht wordt. Jeugdig drinken wordt ontmoedigd door jongerenvoorlichting, schoolprojecten, opvoedingsondersteuning, toezicht op leeftijdsgrenzen, accijnsheffing, zelfregulering, lokale horecaconvenanten, etcetera. Het stellen van wettelijke leeftijdsgrenzen staat niet in de weg aan het stimuleren van het bewustzijn dat (overmatig) drankgebruik door minderjarigen schadelijk is.
En om op uw vergelijking te reageren: deze gaat mank omdat het kopen van een auto geen laagdrempelig product is.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de inspanningen van dit kabinet zich beter zouden kunnen richten op het handhaven van bestaande regels en het beter voorlichten van minderjarige jongeren? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 3
De inspanningen van het kabinet dienen zich óók te richten op handhaving en voorlichting. In het coalitieakkoord is opgenomen dat het toezicht op de naleving van de leeftijdsgrenzen bij de verkoop van alcohol zal worden verscherpt. De alcoholvoorlichting aan jongeren, scholieren en ouders zal worden voortgezet.