Akkoord bereikt over CAO Rijksambtenaren
De onderhandelingen over de cao voor rijksambtenaren, die in november 2006 zijn gestart, hebben geleid tot een onderhandelaarsakkoord. De onderhandelaars hebben overeenstemming bereikt over een cao met een looptijd van vier jaar. De totale inkomensstijging bedraagt volgens dit akkoord 13,2 procent. Dit is inclusief een stapsgewijze verhoging van de eindejaarsuitkering tot een volledige 13e maand. Ook zullen de bonden nauw worden betrokken bij de uitwerking van het programma Vernieuwing Rijk. De besprekingen over de nieuwe cao zijn vandaag tot tevredenheid van beide partijen afgerond. Minister Ter Horst zal het akkoord voorleggen aan de ministerraad en de ambtenarenbonden gaan hun leden over het akkoord raadplegen.
Het onderhandelaarsakkoord voorziet in een structurele salarisverhoging van 2,3 procent met terugwerkende kracht per 1 januari 2007, 2 procent per 1 april 2008 en 2 procent per 1 april 2009. De cao loopt tot 31 december 2010.
De procentuele eindejaarsuitkering wordt stapsgewijs verhoogd met 1,2 procent in 2007, 1,2 procent in 2008, 1,4 procent in 2009 en 2,9 procent in 2010. In 2010 bedraagt deze uitkering 8,3 procent.
De nominale eindejaarsuitkering wordt verhoogd van 1100 naar 1200 euro per jaar. Voortaan wordt deze uitkering niet per jaar uitbetaald, maar in het maandsalaris verwerkt.
In 2010 zal worden bezien of een herziening van het loongebouw (schalenstructuur) mogelijk is.
Ten gunste van de primaire arbeidsvoorwaarden is een beperking overeengekomen van bijzondere verlofvormen, zoals het verlof bij verhuizingen op eigen verzoek, ondertrouw en huwelijk.
Partijen onderschrijven de doelstellingen van het programma Vernieuwing Rijksdienst om te komen tot een kwalitatief betere en slankere rijksoverheid. Afspraken zijn gemaakt over het betrekken van bonden en medezeggenschap bij het programma, meer ruimte voor ambtenaren om zich te ontwikkelen en een meer flexibele wijze van reorganiseren. Een belangrijke afspraak bij het omgaan met de personele gevolgen betreft het uitgangspunt ‘van werk naar werk’.