Nieuwe regeling voor pacht

De Eerste Kamer heeft vandaag ingestemd met een nieuwe regeling voor pacht van de ministers Hirsch Ballin en Verburg die een oplossing biedt voor in de praktijk gerezen knelpunten. De huidige Pachtwet is onoverzichtelijk en weinig flexibel. Daarbij is de redactie van de wet op veel plaatsen nog afgestemd op wetgeving die inmiddels is achterhaald.

Vooral de pacht van los land wordt in belangrijke mate geliberaliseerd. Zo vervalt de maximale termijn van twaalf jaar voor de huidige eenmalige pachtcontracten. Hiervoor in de plaats komen contracten voor de pacht van los land van korter dan zes jaar en van zes jaar en langer. Voor de pachtcontracten van de eerstgenoemde categorie geldt het dwingende pachtrecht niet. De pachter heeft geen opzeggingsbescherming, geen voorkeursrecht en er vindt geen pachtprijstoets plaats. Partijen hebben hier contractsvrijheid. Voor laatstgenoemde categorie pachtcontracten vindt vanaf de eerste dag van de looptijd van de overeenkomst wel een pachtprijstoets plaats.

Ook bepaalt de nieuwe pachtregeling dat het voorkeursrecht bij overdracht aan een veilige verpachter niet meer in alle gevallen van toepassing is. In de huidige situatie is de verpachter, die tot vervreemding van het verpachte wil overgaan, verplicht de pachter bij voorkeur in de gelegenheid te stellen het verpachte te verkrijgen. Op deze regel komt nu een uitzondering voor het geval de opvolgende nieuwe eigenaar belooft de pachtrelatie duurzaam in stand te zullen houden.

Verder blijven de grondkamers bestaan en zijn ondergebracht in de Uitvoeringswet grondkamers. D e pachtkamers bij de rechtbanken en bij het gerechtshof te Arnhem blijven eveneens bestaan. Nieuw is de mogelijkheid van cassatie bij de Hoge Raad.

De huidige Pachtwet verdwijnt en de nieuwe regeling, die op 1 september 2007 in werking treedt, krijgt een plaats in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.