De Dynamische Driehoek
Speech drs. F. Heemskerk, staatssecretaris van Economische Zaken, t.g.v. het in ontvangst nemen van het rapport De Dynamische Driehoek van FNV Zelfstandige Bondgenoten, 23 april 2007.
Dames en heren, beste mensen,
“Zelfstandig ondernemerschap zal worden gestimuleerd. Het wordt gemakkelijker gemaakt om de overstap te zetten van werknemerschap naar ondernemerschap en omgekeerd. Het starten van een eigen onderneming ook naast de dienstbetrekking zal – mede fiscaal – worden gestimuleerd.”
Dit citaat klinkt u waarschijnlijk als muziek in de oren. En komt u waarschijnlijk ook bekend voor. Het is namelijk een citaat uit het coalitieakkoord. En op meer plekken in “Samen werken, samen leven” wordt aangegeven wat het belang is van zelfstandigen en welk beleid dit kabinet daarvoor wil ontwikkelen.
Het is ook voor het eerst dat ZZP’ers met name worden genoemd als onderdeel van de portefeuille van een bewindspersoon. Om precies te zijn: van mijn portefeuille. Ik ben uw staatssecretaris. En ik ben daar blij mee. Het doet recht aan het groeiende economische belang van ZZP’ers. En ook persoonlijk voel ik mij met uw achterban verwant. Tenslotte ben je als politicus ook een soort van ZZP’er ;-).
Dames en heren,
Hartelijk dank dus voor jullie komst naar Economische Zaken. En hartelijk dank voor het rapport De Dynamische Driehoek. Daarin schetst FNV Zelfstandige Bondgenoten wat het belang is van ZZP’ers voor de BV Nederland, wat de trends zijn en wat de knelpunten. Complimenten voor de korte, bondige en complete wijze waarop u te werk bent gegaan.
U stelt terecht dat Nederland steeds meer éénpersoonsbedrijven telt: mensen die bewust kiezen vóór het zelfstandig ondernemerschap. En zonder personeel – geheel op eigen kracht maar wel vaak in een netwerk - een boterham verdienen.
Er zijn tal van redenen waarom mensen kiezen om als zelfstandige aan de slag te gaan. Het geeft vrijheid. Vrijheid om je eigen dag in te delen, vrijheid om invulling te geven aan je bestaan als professional. Flexibiliteit is hierbij het sleutelbegrip. Zo biedt het eigen-baas-zijn goede mogelijkheden om arbeid en zorg te combineren. Maar ook aan opdrachtgevers bieden de ZZP’ers flexibiliteit en persoonlijke aandacht. Welke opdrachtgever wil dat nu niet?
Het groeiende aantal zelfstandigen hangt ook samen met de toenemende waardering voor ondernemerschap. Lang zagen Nederlanders zichzelf eerst en vooral als werknemers. Mensen gingen werken voor een baas, en bleven vaak bij die baas. Nu zien we twee tendensen. Een omslag van de ‘managerial economy’ naar een ‘entrepreneurial society’. En daarmee samenhangend wordt het heel gebruikelijk dat mensen tijdens hun arbeidzame leven wisselen van loondienst naar ondernemerschap naar werkgeverschap en vice versa.
Zelfstandig ondernemerschap biedt ook kansen aan mensen die het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt. Zoals ouderen of allochtonen. Zij kunnen hun ervaring en netwerk gebruiken om als ZZP’er te beginnen. Ook mensen die werkloos dreigen te worden of al in een uitkeringssituatie zitten, besluiten steeds vaker voor zichzelf te beginnen.
De titel van uw rapport ‘De dynamische driehoek’ verwijst ook naar de vaker wisselende rollen van ondernemer, werknemer, uitkeringsgerechtigde. Deze toenemende dynamiek helpt om zoveel mogelijk mensen bij het arbeidsproces te betrekken. En dat is natuurlijk een goede zaak.
Gelukkig dat in onze cultuur het starten van een eigen onderneming steeds meer een serieuze optie wordt. Toch valt hier nog een wereld te winnen. Bijvoorbeeld door veel meer aandacht te besteden aan ondernemerschap in het onderwijs. U pleit daar terecht voor.
Er is alle reden om als overheid aandacht te besteden aan de zelfstandige ondernemers van Nederland. En bij het maken van regels meer rekening houden met wat die regels betekenen voor kleine zelfstandigen. Dat is in het verleden onvoldoende gebeurd. Ondernemers werden allemaal over één kam geschoren. En dat was een kam met middelgrove tot grote tanden.
Ook voor Economische Zaken geldt dat de focus vooral lag op het middelgrote en grote bedrijfsleven. Dat moet anders. Je kunt een ZZP’er niet confronteren met dezelfde regeldruk als een multinational. Daar heeft-ie geen capaciteit voor en dan gaat-ie kopje onder.
Dat betekent dat we als overheid nog eens kritisch naar onze regelgeving en onze instrumenten gaan kijken vanuit de optiek van de ZZP’er. Vormen onze regels niet een onevenredige belasting voor deze groep? Zijn onze stimuleringsmaatregelen wel voldoende bereikbaar voor de ZZP’ers?
Ik geef een paar voorbeelden van onderwerpen die ik nu met mijn collega’s van Sociale Zaken en Financiën bij de kop pak.
Ik begin met deeltijd- en hybride ondernemers. Naast de al bestaande ZZP’ers zijn er nog 360 duizend Nederlanders die overwegen om voor zichzelf te beginnen. Sommigen daarvan voelen eerst eens voorzichtig aan het badwater door parttime ondernemer te worden.
We moeten ervoor zorgen dat ons beleid ook beter toegesneden is op deze categorie deeltijdondernemers. Daarom kijken we nog eens kritisch naar de fiscale faciliteiten voor ondernemers. Kunnen we een oplossing verzinnen die meer recht doet aan deeltijd-ondernemerschap?
Verder blijkt uit onderzoek van het EIM dat ZZP’ers te weinig aandacht besteden aan hun pensioen. Ze gaan er – vaak ten onrechte – van uit dat dat wel goed komt als ze hun bedrijf verkopen. Hier ligt een voorlichtende taak voor uw organisatie.
Daarnaast bekijk ik - samen met mijn collega’s van Financiën en Sociale Zaken - momenteel de knelpunten en mogelijke oplossingen bij de pensioenen voor zelfstandigen. Het FNV is ook geraadpleegd. Binnenkort sturen we over dit belangrijke onderwerp een brief aan de Tweede Kamer. Overigens zie ik steeds meer private initiatieven om goede en goedkope pensioenregelingen aan te bieden aan zelfstandigen. Door krachten te bundelen, kan bijvoorbeeld het Alternatief voor Vakbond, maar ook de FNV zelf, gunstige voorwaarden bedingen bij verzekeraars voor een pensioenverzekering. Dat is een goede ontwikkeling.
En nu we het toch over geld hebben: financiering via de bank is voor ZZP’ers vaak lastig. Zogeheten microkredieten – tot 25.000 euro – bezorgen de financiële instellingen relatief veel kosten en weinig opbrengst. Toch is er maatschappelijk behoefte aan dergelijke kleine leningen voor startende ondernemers. Bijvoorbeeld voor het initiatief ‘Van probleemwijk naar prachtwijk’. Een dynamische wijk kan niet zonder kleinschalige bedrijvigheid. Er is steeds meer erkenning voor het belang van microkredieten. Denk aan de begin dit jaar opgerichte Raad voor de Microfinanciering. Die werkt momenteel aan een kabinetsadvies over hoe we microfinanciering in Nederland kunnen versterken.
Daarnaast start halverwege dit jaar een proef van Sociale Zaken om microkredieten te verstrekken aan mensen die vanuit een uitkeringssituatie een bedrijf willen beginnen. Dus niet alleen voor bijstandsgerechtigden, maar ook WW’ers. In drie regio’s gaan banken de kredieten verstrekken. De overheid staat borg.
Ik noem hier ook de levensloopregeling. Ook die kan misschien worden gebruikt om ZZP’ers-in-de-dop het laatste zetje in de goede richting te geven. Bijvoorbeeld door het levensloop-tegoed in te zetten voor de start van een eigen bedrijf. Het kabinet wil de mogelijkheden hiertoe onderzoeken.
Ook de toegankelijkheid van de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen en de vraag of er een specifieke regeling moet komen voor zwangere zelfstandigen staan hoog op mijn agenda.
Verder zien de meeste ZZP’ers groei primair in termen van netwerk, omzet en professionaliteit. Ze hebben niet de ambitie om werkgever te worden. Maar degenen die dat wel willen, voelen een drempel om personeel in dienst te nemen. Plotseling moet er van alles geregeld worden: salarisadministratie, sociale premies, pensioenvoorziening enzovoort. Wat kunnen we als kabinet doen om de drempel te verlagen?
Dames en heren,
U hoort het. Er is werk aan de winkel. Uw rapport biedt mij belangrijke handvatten om de ambities van het coalitieakkoord verder in te vullen. Gelukkig constateer ik dat we allemaal de handen uit de mouwen willen steken. Als echte ondernemers!