Toespraak minister Ter Horst bij opening IACP-congres ‘Future challenges in policing’

Dames en heren, u gaat zich de komende dagen oriënteren op future challenges in policing. U wilt antwoorden op alledaagse problemen in het politiewerk, u wilt het politiewerk beter en slimmer maken.

Dát is wat uw regering van u - als experts - mag verwachten.
Dát is wat de burgers van u mogen verwachten.

Wat u van uw regering mag verwachten is dat ze geen onnodige belemmeringen opwerpt. Dat ze internationale samenwerking makkelijker maakt, en niet moeilijker.

Laten we zoveel mogelijk profiteren van die internationale samenwerking. Profiteren van elkaars kennis en ervaring.
Slecht nieuws voor de criminaliteit: daar streven we naar.

Voordat ik hier verder op in ga neem ik u mee naar een dierentuin in Emmen. Dat is een kleine stad in het oosten van ons land. Een paar weken geleden gebeurde er iets in de bavianen-kolonie. Van het ene op het andere moment schrokken de apen ergens van. Ze klommen massaal op een rots en kwamen er dagenlang niet meer af. Angstig zaten ze tegen elkaar aan. Niemand begreep wat er aan de hand was. Het was dagenlang in het nieuws.

Ongetwijfeld voelden ze zich bedreigd. Hun instinct gaf aan dat ze zich moesten isoleren.

Wat ik duidelijk wil maken is dit: wij kunnen ons als afzonderlijke landen niet terugtrekken op een rots. Wij kunnen ons niet isoleren en tegen elkaar aan kruipen. Integendeel: wij zijn juist steeds meer afhankelijk van elkaar.

We moeten eigenlijk het tegenovergestelde doen als de bavianen-kolonie. Open oog en oor hebben voor de buitenlandse partners. Internationale samenwerkingsverbanden aangaan.
Waarom? Een aantal redenen.

Ten eerste houdt de criminaliteit niet op bij de grens. Criminaliteitsbestrijding dus ook niet.
Ten tweede: we kunnen het niet betalen als afzonderlijke landen. De ontwikkeling van nieuwe technologie is duur. Te duur voor één land. Hoe meer we profiteren van elkaars investeringen, hoe beter dat is.
Ten derde: we kunnen het niet allemaal bedenken als land afzonderlijk. Hoe meer we profiteren van elkaars kennis en ervaring, hoe beter.

De Nederlandse regering heeft in het nieuwe regeerprogramma veel aandacht voor veiligheid. Het is een van de pijlers van ons beleid. We hebben onszelf een concrete doelstelling voor ogen gesteld. We willen dat de criminaliteit in 2008 met 25% is gedaald ten opzichte van 2002.

We zijn op de goede weg. De criminaliteit daalt. Maar willen we dat die trend doorzet, dan is extra inzet nodig.

Technologie neemt hierin een belangrijke plaats.
Ons regeerprogramma zet hier stevig op in en trekt extra geld uit voor een research en development program voor security, safety and technology.

Verschillende ministeries werken hierbij samen, waaronder het ministerie van Defensie. Daarnaast is ook het kennisinstituut TNO betrokken en verschillende lokale overheden en het bedrijfsleven.

Uitgangspunt hierbij: profiteren van elkaars kennis.

Het leidt tot veelbelovende ontwikkelingen. Denk bijvoorbeeld aan het ‘looking through the wall radar’. Een techniek waarmee je kunt zien wat er zich achter de muren afspeelt.
De politie kan het gebruiken bij de inzet van arrestatieteams: hoeveel mensen zijn er binnen? Waar bevinden zich eventuele explosieven?
De brandweer kan het ook gebruiken om te zien hoeveel levende mensen aanwezig zijn in een brandend gebouw.


Bijzonder is aan deze techniek dat die vooral voor militaire doeleinden werd ingezet.
U weet het: militaire techniek gebruiken voor civiele doelen was tot voor kort not done. Door gerichte samenwerking is deze grens doorbroken.

Dat vind ik een goed voorbeeld van kruisbestuiving. Militaire technologie is hoog ontwikkeld en kostbaar. Hoe meer de samenleving hiervan kan profiteren, hoe beter.

U ziet de komende dagen meer voorbeelden van innovatieve technologie.

Innovaties die bijvoorbeeld antwoord bieden op de vraag: hoe spelen we in op de informatiemaatschappij?

Een veelbelovend voorbeeld vind ik in dat opzicht de zogeheten ‘digitale wasstraat’. Ontwikkeld omdat iedere burger tegenwoordig een enorme hoeveelheid datadragers bij zich heeft. Denk aan gsm’s, organisers, MP3-spelers, navigatiesystemen. Op al die apparaten kan relevante informatie staan. Maar het kost enorm veel tijd om dit na te zoeken en te analyseren.
De digitale wasstraat bespaart heel veel van deze zoektijd. Ongetwijfeld wilt u meer weten, maar ik laat het graag aan de deskundige over, later tijdens de conferentie.

Het zijn voorbeelden van technologie waar ú in de praktijk iets aan kan hebben. Datzelfde geldt voor internationale verdragen.

Een goed en recent voorbeeld van zo’n internationaal verdrag is het verdrag van Prüm over politiesamenwerking. Binnenkort wellicht een EU-verdrag. Veertien Europese lidstaten doen hier nu aan mee.

Het verdrag maakt het bijvoorbeeld mogelijk om geautomatiseerde gegevens uit te wisselen. Zoals DNA-gegevens, vingerafdrukken en kentekens van voertuigen. In het verdrag staan ook afspraken over grensoverschrijdend politieoptreden en samenwerking bij illegale migratie.

We hopen dat het verdrag in juli dit jaar in werking treedt.

Dames en heren, tot slot.
Ik kom nog even terug op de bavianen-kolonie in de dierentuin in Emmen. Hoe liep het af met de bavianen? Het gaat een stuk beter met ze. Ze komen al veel meer van de rots af, en ze verkennen meer en meer hun omgeving.

Misschien is de bron van hun angst weg. Misschien hebben ze een andere strategie.

In ieder geval maakt isolement nu plaats voor oriëntatie.

Dat lijkt me een mooi beeld. Een mooi beeld voor de opening van uw conferentie. Ik wens u veel inspiratie.