Antwoorden op kamervragen over raadsleden en wethouders zonder Nederlandse nationaliteit
1. Vraag
Is het waar dat personen die niet beschikken over de Nederlandse nationaliteit, in Nederland raadslid of wethouder kunnen worden? 1)
1. Antwoord
Ja. In artikel 130 van de Grondwet is vastgelegd dat de wet het recht lid van de gemeenteraad te zijn, kan toekennen aan ingezetenen die geen Nederlander zijn. Dit is nader uitgewerkt in artikel 10, eerste lid, van de Gemeentewet. Richtlijn 94/80/EG verplicht er zelfs toe dat EU-onderdanen die ingezetene van Nederland zijn, onder dezelfde voorwaarden als Nederlanders raadslid kunnen worden. Voor ingezetenen die geen EU-onderdaan zijn, heeft de wetgever in artikel 10, tweede lid, van de Gemeentewet aanvullende eisen gesteld in de zin van verblijfsrecht en verblijfsduur.
Ingevolge artikel 36a, eerste lid, van de Gemeentewet gelden voor het wethouderschap dezelfde eisen als voor het raadslidmaatschap. Daaruit volgt dat met inachtneming van genoemde voorwaarden ook niet-Nederlanders wethouder kunnen worden.
2. Vraag
Hoeveel raadsleden en wethouders in Nederland beschikken niet over de Nederlandse nationaliteit?
2. Antwoord
Hiervan zijn geen exacte cijfers bekend.
3. Vraag
Vindt u het wenselijk dat belangrijke representatieve en bestuurlijke functies als raadslid en wethouder worden uitgeoefend door personen die niet beschikken over de Nederlandse nationaliteit?
3. Antwoord
Voor het goed functioneren als lokaal volksvertegenwoordiger of bestuurder is niet nationaliteit doorslaggevend maar veeleer het wettelijk vereiste van ingezetenschap, op grond waarvan de persoon in kwestie geacht kan worden binding en voeling met de lokale gemeenschap te hebben. Voor wat betreft de benoeming van wethouders komt daarbij dat de raad ter zake, binnen de kaders van de wet, over een ruime mate van beleidsvrijheid beschikt. Dat de wet het mogelijk maakt dat ook niet-Nederlanders raadslid of wethouder kunnen worden, stimuleert hun integratie in de Nederlandse samenleving. Hun politieke participatie bevordert een actief burgerschap en dient anderen ten voorbeeld; dat lijkt mij een goede zaak.
4. Vraag
Bent u bereid de regelgeving zodanig aan te passen dat voor het vervullen van de functies van raadslid en wethouder het bezitten van ten minste de Nederlandse nationaliteit is vereist?
4. Antwoord
Nee. Ik zie geen aanleiding voor aanpassing van de regelgeving op dit punt, los van de vraag of dit ingevolge het Europese recht wel mogelijk is (zie antwoord vraag 1).