NZa-onderzoek extramurale AWBZ-zorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DLZ/CB-U-2756938

19 april 2007

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij gevraagd om een reactie op het NZa-onderzoek naar relaties tussen zorgaanbieders en uitbesteding in de extramurale AWBZ-zorg.

Het genoemde onderzoek heeft mijn ambtsvoorganger op 16 februari 2007 aan u aangeboden (30 597, nr 5.) In de genoemde brief is ook een inhoudelijke reactie op het onderzoek weergegeven. Uit het rapport komt naar voren dat er in de extramurale AWBZ-zorg geen onregelmatigheden zijn geconstateerd bij de aanbesteding van werkzaamheden. Er is dan ook gaan aanleiding om nu beperkende maatregelen voor te bereiden met betrekking tot de uitbesteding van de extramurale AWBZ-zorg.
Ik deel deze conclusie.

Daarnaast merkt de NZa op dat het essentieel is dat de (uitbestedings-) activiteiten van de zorgaanbieders transparant zijn. In ben dan ook verheugd dat de NZa in het kader van het toezicht de volgende activiteiten ontplooit:

  • jaarlijks wordt de ‘monitor extramurale AWBZ-zorg’ uitgebracht;
  • op 26 maart 2007 heeft de NZa een uitvoeringstoets “Care voor de toekomst” aangeboden, waarin voorstellen worden gedaan om in de AWBZ stimulansen in te bouwen om te komen tot meer doelmatigheid;
  • de ontwikkeling van de met AWBZ-gelden opgebouwde vermogens worden gemonitord (waarbij controle of de vermogens worden ingezet voor AWBZ-doeleinden);
  • verbetering van de samenwerking tussen de NZa en de IGZ.

Ik zal de ontwikkeling met betrekking tot de extramurale AWBZ-zorgverlening nauwlettend blijven volgen aan de hand van de rapportages van de NZa. Mochten uit deze rapportages belangrijke signalen naar voren komen dan zal ik uw Kamer daarover informeren.


De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

mw. dr. J. Bussemaker