Brief aan de Tweede Kamer over niet-openstelling van vacatures en benoeming waarnemend burgemeesters
Met deze brief lost minister Ter Horst de belofte in van haar voorganger met de commissaris van de Koningin in Zuid-Holland te overleggen over de niet-opengestelde burgemeestersvacatures. Het gaat hierbij om de vraag hoeveel ruimte er moet zijn om in het kader van een mogelijke herindeling het besluit over de openstelling van een burgemeestersvacature op te schorten tot er duidelijkheid is.
Aanleiding voor deze brief was de brief van de vorige minister, Remkes, die hiermee reageerde op de motie van de kamerleden Boelhouwer en Knops.
Minister Ter Horst geeft aan dat het vraagstuk van de openstelling op dit moment alleen in de provincie Zuid-Holland zich voordoet. Zo zijn er de afgelopen tijd in de groep van Zuidplasgemeenten vijf verschillende vacatures ontstaan die niet zijn opengesteld. De commisaris van de Koningin heeft hier een waarnemer aangesteld.
De minister heeft aangegeven dat ze voor 1 juli een uitspraak tegemoet wil zien. Deze uitspraak dient vergezeld te zijn van een advies over het al dan niet verlengen van de niet-openstellingen.
Ook in de Krimpenerwaard doet zich de kwestie voor. Hierbij gaat het om vijf gemeenten. Hier heeft de minister de commissaris meegedeeld dat voor het eind van 2008 een advies van hem te verwachten over de situatie in de Krimpenerwaard en over het al dan niet verlengen van de niet-openstellingen.
Met de commissaris van de Koningin in Zuid-Holland heeft de minister afgesproken dat hij haar direct informeert als zich in de tussentijd nieuwe ontwikkelingen voordoen binnen deze gemeenten.