Effecten ‘’slothandel’’ voor Schiphol gering
Handelen in ‘slots’ op luchthavens heeft op Schiphol een beperkt effect. Dit is de belangrijkste conclusie uit een onderzoek dat de Stichting Economisch Onderzoek (SEO) heeft uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. De resultaten van het onderzoek worden vandaag door de SEO gepresenteerd op de jaarlijkse Airneth Conferentie in Den Haag.
Aanleiding voor het onderzoek is het voornemen van de Europese Commissie om eind 2007 met een voorstel te komen waarin in de Europese regelgeving het verhandelen van ‘slots’ wordt toegestaan. Een ‘slot’ is het recht van een luchtvaartmaatschappij om op een bepaald tijdstip te starten of te landen. Op dit moment is het verhandelen van deze rechten niet toegestaan.
Op luchthavens met ernstige capaciteitsproblemen worden ‘slots’ door een onafhankelijke slotcoördinator toegekend. Hierbij spelen de zogenaamde “grandfather rights” een centrale rol. Dat wil zeggen dat maatschappijen de ‘slots’ die ze in een eerder seizoen toegewezen hebben gekregen over het algemeen automatisch behouden. Op drukke luchthavens blijven er daardoor maar weinig ‘slots’ over voor maatschappijen die tot de luchthaven willen toetreden of het aantal vluchten willen uitbreiden. Door ‘slots’ verhandelbaar te maken wil de Europese Commissie daar verandering in brengen.
De Commissie denkt dat het toestaan van de handel de uitwisseling (mobiliteit) en de concurrentie tussen luchtvaartmaatschappijen bevordert. Ook zou de slothandel een efficiënter gebruik van de schaarse luchthavencapaciteit stimuleren. In het onderzoek heeft de SEO de mogelijke effecten onderzocht van 2 soorten slothandel: handel in slots tussen luchtvaartmaatschappijen onderling (secondary trading) en het veilen van nieuwe slots die beschikbaar komen bij uitbreiding van de luchthavencapaciteit (primary trading).
De SEO concludeert dat de introductie van handel tussen maatschappijen onderling (secondary trading) de uitwisseling van ‘slots’ tussen maatschappijen (mobiliteit) en de concurrentie op de drukke Europese luchthavens kan vergroten. Ook kan dit bijdragen aan een meer efficiënte benutting van de luchthavencapaciteit. Toch blijkt uit het onderzoek dat de effecten en de omvang van slothandel niet moeten worden overschat.
Zo blijkt uit het onderzoek bijvoorbeeld dat op Schiphol waarschijnlijk minder slothandel zal plaatsvinden dan op andere grote Europese luchthavens. Schiphol heeft te maken met specifieke omstandigheden die de slothandel negatief beïnvloeden. Zo voert de KLM, vanwege de kleine thuismarkt, veel Europese vluchten met relatief kleine vliegtuigen uit op Schiphol. Hierbij worden passagiers doorvervoerd van en naar intercontinentale bestemmingen. Een dergelijk gebruik maakt de aankoop van ‘slots’ kostbaar. Verder is op Schiphol de geluidscapaciteit in toenemende mate een beperkende factor. Bovendien is de toekomstige uitbreiding van Schiphol onzeker en sterk afhankelijk van politieke besluitvorming. Dit kan leiden tot een afwachtende houding van luchtvaartmaatschappijen. Wel kan het het veilen van ‘slots’ (primary trading) bij een belangrijke éénmalige uitbreiding van de capaciteit een efficiënt gebruik van deze nieuwe ‘slots’ bevorderen.
De resultaten van het onderzoek van de SEO worden door het ministerie van Verkeer en Waterstaat gebruikt bij het bepalen van een Nederlands standpunt ten aanzien van de voorstellen van de Europese Commissie.