Kabinet: Klimaatverandering vraagt om innovatie

'Aanpassing aan klimaatverandering is noodzakelijk en dwingt ons tot actie en innovatie, hier maar ook in andere landen, waaronder ontwikkelingslanden.' Dat zegt minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) mede namens de ministers Cramer van Milieu (VROM), Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) en staatssecretaris Huizinga (Verkeer en Waterstaat). Het is een eerste reactie namens het kabinet op een klimaatrapport van de Verenigde Naties, dat vandaag in Brussel wordt gepresenteerd.

Het klimaatpanel van de Verenigde Naties, het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) concludeert dat de gevolgen van klimaatverandering duidelijk zichtbaar zijn. Dit tweede rapport onderstreept de noodzaak om klimaatbeleid te voeren. Snelle emissiereductie van broeikasgassen (mitigatie) is nodig om de belangrijkste effecten en risico’s te verminderen of te vermijden. Daarnaast is aanpassing aan klimaatverandering (adaptatie) onvermijdelijk, zowel in Nederland als in de rest van de wereld.

Eerste reactie kabinet

Klimaatverandering is onomkeerbaar en heeft grote impact op mens en natuur. Het kabinet vindt het daarom een goede zaak dat er nu een rapport op tafel ligt waarin de laatste inzichten staan. Deze inzichten zullen door betrokken ministeries als BZ/OS, LNV, VenW en VROM meegenomen worden bij het formuleren van nieuw beleid of het aanpassen van het huidige beleid. Zowel minder broeikasgassen uitstoten (mitigatie) als ons aanpassen aan klimaatverandering (adaptatie) is, zoals het rapport zegt, nodig.

Vermindering broeikasgassen

Mitigatie moet erger voorkomen. Het kabinet vindt het besluit van de EU hierover hoopgevend. De Europese Unie heeft afgesproken dat in 2020 hoe dan ook 20 procent minder broeikasgassen uitgestoot moeten worden dan in 1990. Nationaal is het Kabinet bezig een reductiepercentage van 30 procent in te vullen met het project 'Schoner en zuiniger'. Het ministerie van VROM zal dit project binnenkort presenteren.

Aanpassen aan klimaatverandering

De door de mens veroorzaakte opwarming van de aarde heeft nu al invloed op gletsjers, koraalriffen en kustverdediging. Daarnaast zijn er ook al gezondheidseffecten waargenomen zoals extra doden door hittegolven in Europa en Azië. Bij een temperatuurstijging tussen de 2 en 4 graden Celsius zullen per saldo negatieve effecten optreden op dieren, planten en micro-organismen (biodiversiteit), verminderde landbouwproductie en het afsmelten van de ijskappen op Groenland en Antarctica. De effecten op het watersysteem zijn hierbij fors: een stijgende zeespiegel, meer neerslag, maar ook meer droogte. De zeespiegelstijging kan een bedreiging vormen voor alle laaggelegen gebieden in de wereld. Wereldwijd leven er honderden miljoenen kwetsbare mensen in deze gevarenzone. Aanpassing aan deze klimaatverandering is daarom uiterst noodzakelijk.

Adaptatie in Nederland

De opwarming is ook in Nederland al merkbaar: zachtere winters en warmere zomers, meer extreme regenbuien en de zeespiegel blijft stijgen. Vooral de zeespiegelstijging en de hogere extreme afvoeren vormen een bedreiging voor met name kustgebieden en de lagere delen van Nederland. Het huidige waterbeleid houdt al rekening met de effecten van klimaatverandering. Het kabinet heeft het waterbeleid reeds geïntensiveerd om de 'zwakke schakels' in de kust te versterken en om de rivieren meer ruimte te geven om hogere afvoeren op te vangen. Hiermee worden de risico's in Nederland verder verminderd. Om op zeer lange termijn ook veilig te zijn, zijn innovatieve oplossingen nodig.

Daarnaast is het Nationaal Programma Ruimte en Klimaat (ARK) gestart waarin staat wat nodig is om Nederland klimaatbestendig te maken en te houden, met name in ruimtelijke zin. Dit zal leiden tot een strategie in het najaar van 2007 en een concreet uitvoeringsplan begin 2008 waar voor innovatie een hoofdrol is weggelegd. Hierbij gaat het vooral om goede waterberging, verbindingszones tussen natuurgebieden, woningbouw in polders en leefklimaat in binnensteden.

Ontwikkelingssamenwerking

De gevolgen van klimaatverandering nu en in de toekomst zijn het grootst voor regio's zoals de sub-sahara in Afrika en megadelta's in Azië, omdat de bevolking daar beperkte mogelijkheden heeft om zich aan te passen. Basisbehoeften zoals voedsel en water komen nog verder onder druk te staan. Het kabinet vindt dat het westen deze gebieden zoveel mogelijk moet ondersteunen in hun aanpassing aan klimaatverandering. Het ministerie van Buitenlandse Zaken (Ontwikkelingssamenwerking) zal in het nieuwe beleid ook rekening houden met klimaatrisico's in ontwikkelingslanden, door de informatie over klimaat te gebruiken in de besluitvorming. Ook draagt Nederland bij aan het schrijven van National Adaptation Programmes of Action, programma's van de minst ontwikkelde landen over hun beleid over de aanpassing aan klimaatverandering. Vanuit het ministerie van LNV wordt een bijdrage geleverd door kennisontwikkeling en inzet in multilaterale organisaties zoals de VN Food Agriculture Organization (FAO) en de VNConvention on Biodiversity (CBD).

Het programma Partners voor Water, waaraan vijf ministeries deelnemen onder leiding van Verkeer en Waterstaat, sponsort het Cooperative Programme on Water and Climate, gevestigd bij UNESCO/IHE te Delft. Dit programma stimuleert de bewustwording wereldwijd voor de adaptatieproblematiek in relatie tot water, en organiseert in mei 2007 een workshop in Jakarta over dit onderwerp. Partners voor Water stimuleert voorts programma's in Indonesië (Jakarta en Semarang) om het stedelijk waterbeheer meer klimaat-proof te maken.

Het kabinet vindt dat zowel in het handels-, het ontwikkelings- en het landbouwbeleid klimaatverandering een plek moet krijgen zodat de diverse beleidsterreinen elkaar versterken. Dit zal extra kosten met zich meebrengen, waaraan ook de rijke landen een bijdrage zullen moeten leveren, op basis van het principe 'de vervuiler betaalt'.

IPCC rapporten in 2007

Het IPCC is het klimaatpanel van de Verenigde Naties. Aan het IPCC werken honderden gerenommeerde klimaatonderzoekers mee, waaronder ook tientallen Nederlanders. Het uitkomen van dit tweede rapport maakt onderdeel uit van vier rapporten die in 2007 door het IPCC worden uitgebracht. Het ministerie van LNV was namens Nederland coördinerend ministerie bij de samenstelling van dit tweede internationale klimaatrapport.

In februari jongstleden zijn de uitkomsten van het eerste rapport over het klimaatsysteem en de invloed van de mens hierop gepresenteerd, op 3 mei aanstaande wordt het rapport over mogelijke maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken vastgesteld (VROM is hier coördinerend ministerie) en 16 november 2007 verschijnt tot slot het syntheserapport. Elke vijf jaar publiceert het IPCC rapporten die een compleet overzicht geven van de kennis op klimaatgebied.