Antwoorden op kamervragen over wapentraining van politieambtenaren
Vraag 1 Kent u het artikel ‘Agent oefent gemiddeld 32 uur per jaar met wapen’? 1)
Ja.
Vragen 2, 3 en 4:
2
Is het waar dat het aantal wapen trainingsuren per jaar gemiddeld 32 uur is? Zo neen, hoeveel trainingsuren met vuurwapens worden er dan per jaar gehaald?
3
Vindt u het aantal trainingsuren voldoende? Of bent u het eens met de heer Van Duijn van de Nederlandse Politiebond en de heer Van der Pal van de politievakorganisatie ACP dat het aantal uren onvoldoende is?
4
Onderschrijft u het belang van de schietvaardigheidstraining van de politieagenten? Zo ja, welke stappen gaat u ondernemen om ervoor te zorgen dat het aantal schietvaardigheidstrainingen de geoefendheid en professionaliteit van politiebeambten bevordert?
Antwoorden 2, 3 en 4:
Ik onderschrijf het belang van schietvaardigheidstraining van politieagenten.
Ambtenaren van politie dienen geoefend te zijn in het gebruik van hun geweldsmiddelen. Om dit te waarborgen leggen ze een aantal toetsen per jaar af. Daarvoor biedt het korps de ambtenaar gelegenheid tot het volgen van ten minste 32 uur training, ter voorbereiding op de af te leggen toetsen, en toetsing. De hier bedoelde toetsen zijn Geweldsbeheersing, Aanhoudings- en Zelfverdedigingsvaardigheden en Schietvaardigheid.
De 32 uur training voor de bovengenoemde RTGP (Regeling Toetsing Geweldsbeheersing Politie) toetsen is toereikend. Het kernprincipe is immers dat een medewerker pas geoefend wordt verklaard als deze zijn toetsen haalt. Zonodig wordt in individuele gevallen meer tijd ter beschikking gesteld wanneer iemand zijn toets niet haalt.
Het halen van de toets, en niet het aantal uren training, is maatgevend voor de geoefendheid.
Vraag 5
Is het waar dat reis- en lunchtijd van de trainingsuren afgaat? Zo ja, op hoeveel gemiddelde netto trainingsuren per jaar komt dit dan per politieagent uit?
De RTGP stelt het volgende: “De korpsbeheerder biedt de ambtenaar de gelegenheid tot het volgen van ten minste 32 uren training ter voorbereiding op de af te leggen toetsen, en toetsing.” “Gelegenheid bieden” zie ik als het creëren van de mogelijkheid tot het daadwerkelijk trainen, exclusief andere activiteiten zoals reis- en lunchtijd.
Daarbij merk ik op dat de verschillende regiokorpsen de vrijheid hebben om zelf de inhoud en duur van de training te bepalen. Uitsluitend de toetsen zijn landelijk vastgelegd. Dit biedt de korpsen de ruimte om invulling te geven aan de couleur locale en te trainen op specifieke omstandigheden die voor bepaalde functiegroepen relevant zijn terwijl er daarnaast één landelijke standaard voor geoefendheid vastligt.
Vraag 6
Bent u het met de heer Van Duijn eens dat er een maandelijkse wapentraining voor politieagenten zou moeten worden ingevoerd? Zo ja, waarom wel, zo neen, waarom niet?
Momenteel waarborgen de toetsen onder de RTGP voldoende geoefendheid.
Meer wapentrainingen zouden ten koste gaan van andere trainingen of van politiewerkzaamheden. Dat vind ik niet wenselijk en niet nodig.