Antwoord op Kamervragen over het meermalen stemmen van dezelfde persoon tijdens de verkiezingen voor Provinciale Staten.
Antwoord van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken op de vragen van het lid Griffith (VVD) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het meermalen stemmen van dezelfde persoon tijdens de verkiezingen voor Provinciale Staten. (Ingezonden 12 maart 2007)
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het artikel 1) genaamd ‘Verslaggever stemt vijf keer: controle op fraude ontbreekt’?
Antwoord
Ja.
Vraag 2, 4, 5
Hoe heeft het kunnen gebeuren dat een en dezelfde persoon vijf keer heeft gestemd waarvan vier keer in hetzelfde stembureau?
Welke instructies krijgen de medewerkers van de stembureaus voor het vragen naar een legitimatie? Hoe vaak is er bij de laatste Provinciale Statenverkiezingen werkelijk naar identiteitsbewijzen van stemmers gevraagd?
Wat doet de overheid om te voorkomen dat stemmers meermalen een stem uitbrengen? Vindt u dit voldoende?
Antwoord 2, 4 en 5.
Op grond van artikel J 24, eerste lid, van de Kieswet, mag een kiezer alleen toegelaten worden tot de stemming indien hij in het bezit is van een op zijn naam gestelde stempas of oproepingskaart. De stembureauleden dienen dit te controleren. Op de stempas en oproepingskaart zijn verschillende gegevens opgenomen om dit mogelijk te maken, zoals de naam en de geboortedatum en bij de stempas ook het geslacht van de kiezer. Daarnaast heeft de voorzitter van het stembureau de bevoegdheid om alvorens de kiezer toe te laten om legitimatie te vragen (artikel J 24, tweede lid, Kieswet). Deze punten zijn in de circulaires voor de afgelopen verkiezingen diverse malen onder de aandacht gebracht van de gemeenten. Daarbij is onder meer expliciet gesteld dat het wenselijk is kiezers die zich met twee volmachten melden bij een stembureau, te vragen zich te legitimeren. De instructie van de stembureauleden zelf is echter een verantwoordelijkheid van de gemeenten.
In de laatste circulaire aan de gemeenten ter voorbereiding van de Provinciale Statenverkiezingen heeft de Kiesraad, na overleg met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), een alinea opgenomen over het tonen van een legitimatiebewijs. Hierin is gesteld dat de huidige formulering in de Kieswet er niet aan in de weg staat dat gemeenten hun stembureauleden instrueren om kiezers altijd om legitimatie te vragen.
Het is niet bekend hoe vaak om legitimatie is gevraagd bij de Provinciale Statenverkiezingen. Bij de Tweede Kamerverkiezingen is in het kader van de evaluatie van het experiment met de stempas gevraagd of stembureauleden om legitimatie hebben gevraagd. Ongeveer 80% heeft aangegeven dat zij kiezers met twee volmachten, in de meeste gevallen om legitimatie hebben gevraagd. Vier op de tien stembureauleden heeft aangegeven ook andere kiezers om legitimatie te hebben gevraagd. De voornaamste reden hiervoor is twijfel over naam of leeftijd. Daarnaast hebben sommige stembureauleden steekproefsgewijs gecontroleerd.
Vraag 3
Hoe vaak is het bij de afgelopen Provinciale Statenverkiezingen voorgekomen dat iemand tevergeefs meermalen heeft geprobeerd te stemmen?
Antwoord
Het ministerie van BZK heeft geen meldingen ontvangen over kiezers die tevergeefs meerdere malen wilden stemmen.
Vraag 6, 7
Deelt u de mening dat voortaan iedere stemgerechtigde zich voorafgaand aan het stemmen moet legitimeren? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke stappen gaat u hiertoe ondernemen?
Deelt u de mening dat de overheid alles in het werk moet stellen om dit soort fraude die de kern van de democratie raakt, te voorkomen? Welke stappen bent u van plan daartoe te ondernemen?
Antwoord 6,7
De overheid, waarbij de gemeenten een bijzondere verantwoordelijkheid hebben, dient er te allen tijde op toe te zien dat verkiezingen ordentelijk en integer verlopen.
De commissie Inrichting Verkiezingsproces heeft de opdracht gekregen om te adviseren over de inrichting van het verkiezingsproces. In dat kader onderzoekt de commissie, op verzoek van de Tweede Kamer, ook het gebruik van de stempas en de risico’s die daaraan verbonden kunnen zijn. De commissie zal daarbij betrekken of een verplichte legitimatie de geconstateerde risico’s kan weg nemen. Voor een legitimatieplicht is overigens een wijziging van de Kieswet noodzakelijk. Ik wacht op dit punt de voorstellen van de commissie af. De commissie zal voor 1 oktober 2007 haar advies uitbrengen.
Vraag 8
Is er in het geval zoals beschreven in het hierboven genoemde artikel sprake van een strafbaar feit? Bent u bereid hiernaar onderzoek te laten verrichten en de Kamer hierover te informeren?
Antwoord
Het Wetboek van Strafrecht en de Kieswet kennen beide bepalingen die bedrog bij verkiezingen strafbaar stellen. In het onderhavige geval zou artikel 128 Wetboek van Strafrecht van toepassing kunnen zijn. Dit artikel stelt dat ‘hij die opzettelijk zich voor een ander uitgevende, aan een krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing deelneemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie’. Het Bureau Verkiezingen in Amsterdam heeft tegen de journalist van de krant Metro aangifte gedaan. Ook de burgemeester van Heusden heeft in een vergelijkbare zaak van een 17-jarige jongen die met de stempas van zijn grootvader heeft gestemd, aangifte gedaan. Het is nog niet bekend of het Openbaar Ministerie zal overgaan tot vervolging.
1) Metro, 8 maart 2007