Speech bij de installatie van de Bijzondere Commissie van het Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide
Speech door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mw. G. Verburg, bij de installatie van de Bijzondere Commissie van het Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide, Kalmthout (België), 4 april 2007.
Dames en heren,
Graag wil ik beginnen met burgemeester Jacobs van Kalmthout te bedanken voor het openstellen van zijn gemeentehuis voor deze feestelijke bijeenkomst.
Bij een feestelijke gebeurtenis horen ook gelukwensen. Daarom feliciteer ik van harte de leden van de nieuwe Bijzondere Commissie voor het Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide. Hoewel, 'nieuw' – ik constateer dat een groot aantal leden van de oude commissie is overgegaan; dat lijkt me overigens uitstekend voor de conituïteit. Bovendien geeft al die kennis en ervaring vertrouwen in de kwaliteit van het werk van de vandaag geïnstalleerde Bijzondere Commissie.
Er is in de afgelopen vijf jaar het nodige aan succes geboekt. Neem alleen al het overbruggen van de cultuurverschillen tussen België en Nederland. Want hoe logisch de instelling van een grensoverschrijdend park ook is – de natuur stoort zich tenslotte niet aan door mensen getrokken grenzen –, eenvoudig is het allerminst. Aan weerszijden van de grens wordt nu eenmaal anders gewerkt. In intensieve samenwerkingsverbanden zoals het Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide wordt je voortdurend geconfronteerd met dit soort verschillen.
De vorige Bijzondere Commissie heeft zich onder de inspirerende leiding van voorzitter Suykerbuyk vanaf de allereerste fase ingezet voor het overbruggen van die 'culturele kloof', als ik het een beetje zwaar mag aanzetten. Al bij het opstellen van het Beheer- en Inrichtingsplan zijn die problemen opgelost; en ook de uitvoeringspraktijk van de afgelopen vijf jaar is tamelijk rimpelloos verlopen. Mijn welgemeende complimenten daarvoor.
Dames en heren!
Vanuit Nederland gezien bekleedt het Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide een unieke positie. Binnen ons stelsel van twintig Nationale Parken is dit het enige dat de landsgrens overschrijdt. Dat betekent dat we het beleid mogen uitzetten in nauwe samenwerking met het Vlaamse Gewest.
Onze inbreng in die samenwerking is ons eigen beleid voor de Nationale Parken. Daarin geven we bijzondere aandacht aan de bescherming en ontwikkeling van de natuur, voorlichting en educatie, onderzoek en natuur- en landschapsgerichte recreatie. Daarbij gaat het er om deze zaken met elkaar in evenwicht blijven of worden gebracht. Want, zoals wij bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit graag zeggen: "Mensen zijn er voor de natuur, maar de natuur is er ook voor de mensen."
Het doet mij deugd dat de Bijzondere Commissie en de medewerkers van het Grenspark zich hebben kunnen vinden in deze evenwichtige benadering.
Dames en heren!
Dit grenspark is op verschillende niveaus van belang. Ten eerste natuurlijk het plaatselijke, want met het park weten alle participerende gemeenten zich verzekerd van een prachtig stuk beschermde natuur waarin het bovendien goed recreëren is.
Dan is er het regionale belang. De Zoom-Kalmthoutse Heide heeft een wel heel strategische ligging: tussen de havensteden Antwerpen en Rotterdam, metropolen waar een stukje groen vaak met een lantarentje te zoek is. Alleen al daarom is dit gebied van grote waarde.
En dan is er de Europese dimensie. Het Grenspark is tenslotte een Natura 2000-gebied en als zodanig onderdeel van het Europese netwerk van natuurgebieden, een netwerk dat zich uitstrekt van Gibraltar tot Fins Lapland.
Met Natura 2000 geven we wettelijke bescherming aan wat we in Nederland 'de parels van onze natuur' noemen. Zo blijft deze natuur behouden voor de na ons komende generaties, die een duurzame wereld van ons willen erven.
Overigens betekent onze betrokkenheid met natuurbescherming en –ontwikkeling niet dat we geen oog zouden hebben voor de sociale en economische gevolgen voor mensen en bedrijven in en om de Natura 2000-gebieden. In Natura 2000 staan mens en natuur naast elkaar.
Dames en heren!
In mijn optiek staat de nieuwe Bijzondere Commissie voor het Grenspark tijdens de komende zittingsperiode voor drie uitdagingen.
Allereerst moet er een Natura 2000-beheerplan worden opgesteld. De provincie Noord-Brabant neemt het voortouw. Maar omdat de vorige commissie al een Beheer- en Inrichtingsplan opgesteld en in uitvoering heeft, zie ik ook een belangrijke rol weggelegd voor uw college in nieuwe samenstelling. Ik vertrouw er daarbij op dat u een open oog houdt voor de grensoverschrijdende aspecten.
Een tweede uitdaging is het bestrijden van de verdroging in dit gebied. U begrijpt dat ik het over de vennen heb, een wezenlijk element in dit Grenspark. Ik vraag u om zich met alle beschikbare energie in te zetten voor dit nijpende probleem.
Tot slot is er de recreatiedruk. Zoals gezegd is natuurgerichte recreatie één van de doelstellingen van ons parkenbeleid, maar ik heb ook al geconstateerd dat één en ander met elkaar in evenwicht moet zijn: de recreatieve activitieten mogen natuurlijk geen afbreuk doen aan de natuurdoelstellingen van een gebied.
Geen eenvoudige opgave in het Grenspark, dat vanwege de schoonheid een stevige recreatiedruk kent. U maakt daarbij gebruik van het zoneringsinstrument. Zonering binnen het gebied met gebruikmaking van de mogelijkheden daarbuiten. Daarom heb ik ook ingestemd met de opdracht aan de Bijzondere Commissie om uitbreiding van het park te onderzoeken.
Concluderend: uw agenda voor de komende vijf jaar is goed gevuld. Waar mogelijk zal het Nederlandse ministerie van LNV en zeer waarschijnlijk ook de Vlaamse u terzijde staan in het tackelen van deze uitdagingen.
Nog even dit, dames en heren. In de Nederlandse media wordt de laatste tijd wat schampertjes gedaan over de Benelux. Nu het tijd is voor een nieuw verdrag vraagt menigeen zich af waarvoor die Benelux ook al weer nodig is.
Zonder afbreuk te willen doen aan de overige dossiers waar de Benelux zich mee bezig houdt, vind ik het Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide een van de succesverhalen van dat eerbiedwaardige instituut. Ik breek dan ook een lans voor verlenging van het verdrag.
Dat laat natuurlijk onverlet dat ook het Samenwerkingsprotocol Vlaanderen-Nederland een extra bevestiging is van onze warme – vriendschappelijke en effectieve – onderlinge verstandhouding.
Mijn dank gaat tenslotte uit naar de heer Suykerbuyk, voorzitter van de Commissie, Secretaris-Generaal van de Benelux de heer Van Laarhoven, de heer Abts, die de commissie namens de Benelux onvermoeibaar terzijde stond, en, last but certainly not least, via hun coördinator de heer Wiersma, de medewerkers van het Grenspark die het park houden wat het is.
Ik dank u voor uw aandacht.