Brief aan de Tweede Kamer over Stand van zaken met betrekking tot de situatie van Nederlandse gepensioneerden die op de Nederlandse Antillen wonen en zich daar niet of slechts tegen een zeer hoge premie kunnen verzekeren tegen ziektekosten

Tijdens de Begrotingsbehandeling op 20 december 2006 heeft mijn ambtsvoorganger aan de heer Van Bommel (SP) toegezegd de Kamer voor 1 maart te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de situatie van Nederlandse gepensioneerden die op de Antillen wonen en zich daar niet of slechts tegen een zeer hoge premie kunnen verzekeren tegen ziektekosten. Met deze brief doe ik die toezegging mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gestand, zij het dat de termijn niet is gehaald.

Besprekingen tussen vertegenwoordigers van het Ministerie van VWS en de Minister van Volksgezondheid en Sociale Ontwikkeling van de Nederlandse Antillen over de gebleken problemen hebben geleid tot overeenstemming over een verplichte regeling waarbij de gepensioneerden recht hebben op medische zorg overeenkomstig de Antilliaanse sociale ziektekostenregeling voor ambtenaren van het Land volgens de laagste klasse. Betrokkenen zijn hiervoor een bijdrage verschuldigd aan Nederland. Daarnaast zullen zij de mogelijkheid krijgen om zich binnen 4 maanden na inwerkingtreding van de regeling zonder risicoselectie bij te verzekeren voor hogere klassenligging in het ziekenhuis. Hiervoor zijn zij dan een bijdrage verschuldigd aan het Antilliaanse Bureau ziektekostenvoorzieningen, dat de ziektekostenregeling voor de ambtenaren van het Land uitvoert.

De regeling heeft betrekking op de gehele huidige Nederlandse Antillen (Curaçao, Bonaire, St. Maarten, St. Eustatius en Saba). Terzake van deze regeling zal een Rijkswet worden ontworpen op basis van artikel 38, lid 2 van het Statuut (consensus-rijkswet). Deze regeling wordt verankerd in een Rijkswet omdat het een regeling tussen Nederland en de Nederlandse Antillen betreft waarin ook algemene verbindende voorschriften voor burgers in opgenomen worden, zoals de verplichting om premie te betalen.

Inwerkingtreding van de Rijkswet is thans voorzien per 1 januari 2008. Bij de verwachte herziening van de staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk zal in overleg met de Antilliaanse autoriteiten en/of de toekomstige autoriteiten worden bepaald voor welke eilandgebieden deze Rijkswet van toepassing blijft.

DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,

Drs. A. Th. B. Bijleveld-Schouten