Zes miljoen voor verbeteren positie scheidsrechters
'De scheids moet gewoon weer de baas worden', zei staatssecretaris Bussemaker tijdens de presentatie van het Masterplan Arbitrage. Het plan is opgesteld door NOC*NSF en 14 sportbonden. Het plan valt in goede aarde bij het kabinet, dat er de komende jaren zes miljoen euro voor beschikbaar stelt.
Dames en heren,
Beste Erica,
Bedankt voor dit Masterplan Arbitrage met de veelzeggende titel: Fluitend het veld op.
Ik wil alle 14 sportbonden en NOC*NSF complimenteren met de snelheid en doortastendheid waarmee dit masterplan in een kort tijdsbestek tot stand is gekomen. Daaruit spreekt duidelijk dat de sportwereld betrokken is bij het probleem van de arbitrage.
Ik moet zeggen; dat is voor mij – in mijn functie als staatssecretaris - een erg prettige eerste kennismaking met de sport!
Wat mij vooral opvalt, is dat ook sportbonden waarbij arbitrage een minder opvallende rol speelt, zoals het wielrennen en de autosport, zich met dit masterplan hebben beziggehouden. Ik zou willen dat meer sectoren zo eensgezind nadachten over de problemen waarop ze stuiten. Ik hoop dan ook dat ze een voorbeeld aan de sportwereld nemen!
Nauwelijks anderhalf jaar geleden verscheen de kabinetsnota Tijd voor sport. Daarin werd voor het eerst duidelijk vastgesteld dat we snel iets moesten gaan doen aan het toenemend tekort en het imago van de scheidsrechter. Want een tekort aan scheidsrechters betekent een directe aantasting van één van de hoofddoelen van de sport: het deelnemen aan wedstrijden en competities.
U bent daar onmiddellijk op in gesprongen, met dit masterplan als resultaat.
Het is uniek dat we gezamenlijk nadenken over arbitrage. Dat is nog nooit eerder voorgekomen.
Waarschijnlijk hebben we veel te lang gedacht dat de scheidsrechters zichzelf wel zouden redden. Maar het is nu overduidelijk dat we stappen moeten ondernemen om het scheidsrechtersvak weer aangenamer te maken. Ik ben dan ook blij dat we vandaag deze gezamenlijke aftrap doen. Ik zal me de komende tijd hiervoor inzetten en ik vetrouw erop - en dat blijkt ook wel duidelijk uit dit masterplan – dat de sportbonden en NOC*NSF dat ook doen.
Ik heb het masterplan al even kunnen inzien en Erica Terpstra heeft er zojuist ook al het een en ander over verteld. Het is een goed plan waar we de komende tijd uitstekend mee uit de voeten kunnen.
Als leidraad is gekozen om de drie doelstellingen te verwezenlijken die ook in het Sportprogramma Samen voor Sport, dat is gebaseerd op de sportnota, staan.
Allereerst is dat het streven dat in 2011 90 procent van alle wedstrijden in competitieverband geleid worden door gediplomeerde scheidsrechters.
Momenteel varieert dat aantal sterk per bond. Van ongeveer 45 procent bij voetbal tot ongeveer 70 procent bij korfbal.
Ik heb inmiddels gehoord dat u zelfs nog verder wilt gaan dan 90 procent en streeft naar een 100 procent score. Dat lijkt me een ambitieus, maar uitstekend streven. Het betekent wel dat er de komende jaren ongeveer 50.000 scheidsrechters opgeleid moeten worden. Scheidsrechters die nu al op het veld staan, maar nog niet over de nodige kennis beschikken, maar ook nieuwe scheidsrechters.
En daarmee kom ik op de tweede doelstelling uit het sportprogramma en waaraan dit masterplan aandacht besteedt: het arbitercorps moet meer een afspiegeling worden van de samenleving. Dat betekent onder andere dat we meer vrouwen en meer allochtonen moeten stimuleren te fluiten bij sportwedstrijden, en ook jongeren kunnen er al vroeg mee beginnen.
De derde doelstelling van het masterplan is het aanpakken van het gezagsprobleem van de scheidsrechter. De scheids moet gewoon weer de baas worden en niet langer het mikpunt zijn van ontevreden sporters. Want juist de agressie tegen de scheidsrechters en het onsportieve gedrag van zowel sporters als supporters schrikt veel aspirant scheidsrechters af.
Uit het imago-onderzoek over arbitrage in de sport, dat later vanmiddag wordt gepresenteerd, blijkt onder meer dat de meeste mensen vooral aan voetbal denken als ze horen over problemen van scheidsrechters. Dat geeft aan hoe beeldbepalend voetbal voor de sport is.
Niet alleen gaat de meeste aandacht er naar uit, maar voetbal bepaalt ook voor een groot deel het beeld dat mensen van sport in het algemeen hebben.
Maar natuurlijk is het niet alleen het voetbal waar het misgaat. Iedereen die wel eens naar een andere sportwedstrijd is geweest, kan dat beamen.
Op het hockeyveld, het basketbalveld en het handbalveld worden de beslissingen van de scheidsrechter soms met agressie beantwoord.
Dames en heren,
Natuurlijk kun je als staatssecretaris van sport niet alleen zeggen dat er iets niet deugt in de sport en dat er het een en ander moet veranderen.
Dan moet je er ook iets tegenover stellen.
Al bij het verschijnen van het Sportprogramma was er 500.000 euro per jaar beschikbaar voor het Masterplan Arbitrage. Tijdens de behandeling van de nota in de Tweede Kamer daar – via de motie Asma -nog eens twee ton bij.
En nu het masterplan gereed is, kan ik zeggen dat het bedrag voor de uitvoering van het plan tot 1 miljoen euro per jaar is opgetrokken. Bij elkaar opgeteld hebben we voor de gehele periode van eind 2006 tot eind 2011 bijna 6 miljoen euro beschikbaar voor de uitvoering van dit plan.
Dit geld is bedoeld om invulling te geven aan de twee sporen die samen het scheidsrechterprobleem moeten tackelen.
Voor het eerste spoor is bijna 4 miljoen euro beschikbaar.
Het is bestemd voor de 9 sportbonden die contactsporten in teamverband organiseren. Ze kunnen met het geld invulling geven aan eigen projecten. Dit zogenoemde specifieke spoor is belangrijk omdat elke sport anders is en zijn eigen kenmerken en ook problemen heeft. Om het arbiterprobleem goed aan te kunnen pakken, is maatwerk noodzakelijk.
Dat betekent ook dat er plannen moeten worden ontwikkeld die dicht bij de sporters staan.
Een goed voorbeeld is het Arbitragecafé dat in de verschillende regio’s wordt gehouden voor waterpoloërs, hun coaches, media en bestuurders. Tijdens dit café vinden er discussies plaats over arbitrage en waarden en normen in het waterpolo.
Een ander initiatief dat mij aanspreekt is het referee-for–tomorrow-project van de IJshockey Bond. IJshockeyscheidsrechters kunnen, dankzij dit project, onder meer deelnemen aan trainingskampen in top-ijshockeylanden.
Het tweede spoor, waarvoor de overige twee miljoen euro beschikbaar is, is gericht op gezamenlijke activiteiten van NOC*NSF en de veertien bonden die het masterplan hebben opgesteld.
Ik denk bijvoorbeeld aan het monitoren van de voortgang van het masterplan, zoals het onderzoek waar ik al eerder naar verwees en dat straks gepresenteerd wordt.
En het geld kan aangewend worden voor bijvoorbeeld algemene deskundigheidsbevorderende activiteiten en voorlichtingsacties.
Dames en heren, ik ga afsluiten.
Ik zei het al eerder: ik ben erg blij dat we vandaag gezamenlijk de aftrap doen voor het Masterplan Arbitrage. Het is een ambitieus plan geworden, maar ook een plan dat móet slagen. Het moet slagen omdat het arbiterprobleem het voortbestaan van de sport in de huidige vorm bedreigt. Als we dat willen voorkomen, moeten we allemaal onze schouders er onder zetten.
Ik verwacht ook dat u dat de komende tijd gaat doen.
Ik ben dan ook benieuwd naar het volgende imago-onderzoek arbitrage in de sport en andere tussentijdse metingen. Ik hoop dat daaruit blijkt dat we op de goede weg zijn!
Ik wens u allemaal veel succes bij het uitvoeren van dit prachtige plan.