Antwoorden op kamervragen van Van Gerven over de vergoedingscriteria bij zittend ziekenvervoer en de toepassing van de hardheidsclausule
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Vraag 1
Wat is uw reactie op het feit dat ziektekostenverzekeraars verzekerden die oncologische behandelingen met chemotherapie of radiotherapie moeten ondergaan niet tot vergoeding van zittend ziekenvervoer overgaan bij tussentijdse controles die onlosmakelijk met de chemo- of radiotherapie verbonden zijn?
Zorgverzekeraars mogen in het kader van de Zorgverzekeringswet (Zvw) alleen die zorg vergoeden die tot de verzekerde Zvw-prestaties behoort. De onderhavige vergoeding van zittend ziekenvervoer komt overeen met de verzekerde Zvw-prestaties op het terrein van zittend ziekenvervoer, zoals geregeld in artikel 2.14 van het Besluit zorgverzekering. Vraag 2
Deelt u de mening dat hier sprake is van toepassing van regels waarbij de praktijk en de logica worden genegeerd? Zo neen, waarom niet? Vraag 3
Is er sprake van willekeur, in het behandelingstraject bij chemo- en radiotherapie, te meer daar de conditie van patiënten per dag kan verschillen tijdens de behandeling en (onverwachte) tussentijdse controle noodzakelijk kan zijn, bij de toepassing van de hardheidsclausule op deze categorie patiënten? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen om willekeur uit te sluiten? Zo neen, waarom niet? Antwoorden 2 en 3
Nee, de zorgverzekeraars handelen in overeenstemming met de Zvw. Zie ook mijn antwoord op vraag 4. Vraag 4
Is volgens u de toepassing van de hardheidsclausule in strijd met uw standpunt dat het zorgverzekeringspakket voor iedereen gelijk is en zich daar geen verschillen in kunnen voordoen? 1) Zo neen, waarom niet? Antwoord 4
Nee. Ook de hardheidsclausule is opgenomen in artikel 2.14 van het Besluit zorgverzekering. Dat artikel regelt de Zvw-prestaties op het terrein van zittend ziekenvervoer en deze gelden voor alle Zvw-verzekerden. Voor een uniforme toepassing van de hardheidsclausule heeft Zorgverzekeraars Nederland (ZN) in overleg met het College voor zorgverzekeringen (Cvz) toetsingscriteria opgesteld. In het geval de verzekerde niet voldoet aan deze criteria is geen sprake van onbillijkheid van overwegende aard en heeft de verzekerde geen aanspraak op zittend ziekenvervoer in het kader van de Zvw. Vraag 5
Deelt u de mening dat elke patiënt die chemo- en radiotherapie ondergaat recht dient te hebben op zittend ziekenvervoer? Zo ja, hoe wordt dit met de toepassing van de hardheidsclausule op tussentijdse noodzakelijke ziekenhuiscontroles gegarandeerd? Zo neen, waarom niet? Antwoord 5
Ja, voor zover het zittend ziekenvervoer betreft dat noodzakelijk is voor verzekerden die oncologische behandelingen met chemotherapie of radiotherapie moeten ondergaan. Indien deze verzekerden voor de eventuele tussentijds noodzakelijke controles naar het ziekenhuis moeten hebben zij in het kader van de Zvw geen recht op ziekenvervoer, tenzij het vervoer voor die controles voldoet aan de criteria (behandelduur, frequentie en afstand) die gelden voor de hardheidsclausule. In dit verband wijs ik erop dat een hardheidsclausule er niet in kan voorzien dat iedere verzekerde die door de in 2004 ingevoerde beperking van de aanspraak op zittend ziekenvervoer werd getroffen, alsnog aanspraak kan maken op vervoer of de vergoeding daarvan. Vraag 6
Bent u bereid artikel 2.14 van het Besluit zorgverzekering inzake ziekenvervoer aan te passen zodat elke patiënt voor de periode dat hij of zij chemo- of radiotherapie ondergaat voor vergoeding in aanmerking komt? Zo ja, hoe en binnen welke termijn gaat u dit regelen? Zo neen, waarom niet? Antwoord 6
Nee. Ik onderschrijf de opvatting die mijn ambtsvoorganger in zijn brief van 24 mei 2006 aan de Kamer heeft meegedeeld (Kamerstukken II 2005/06, 30 300 XVI, nr. 142) dat er geen aanleiding bestaat de regeling voor het zittend ziekenvervoer te verruimen. Vraag 7
Hoe vaak is sinds de invoering van de nieuwe regeling zittend ziekenvervoer op 1 juni 2004 de hardheidsclausule toegepast en om welke bedragen gaat het? Antwoord 7
Hierover zijn geen gegevens aanwezig. Zoals in de brief van 24 mei 2006 is vermeld, is met ZN afgesproken dat de volgende aspecten worden gemonitord:
- het aantal machtigingen in 2006 in het kader van de hardheidsclausule in relatie tot 2005
- de kosten van het zittend ziekenvervoer.
Deze gegevens komen naar verwachting in de loop van dit voorjaar ter beschikking. Vraag 8
Welk percentage van de mensen die gebruik maken van het zittend ziekenvervoer betreft het? Antwoord 8
Dit percentage is onbekend. Vraag 9
Wordt onderzocht of mensen die vallen binnen de 4 categorieën (visueel gehandicapten, rolstoel afhankelijken, nierdialyse patiënten en chemo- en radiotherapie patiënten) die vrijgesteld zijn van de hardheidsclausule, in de knel raken in het ondergaan van hun behandeling in het ziekenhuis door de toepassing van de hardheidsclausule? Zo neen, bent u bereid een onderzoek te starten
Antwoord 9
Nee, dit wordt niet onderzocht. Gelet op de informatie die tot nu toe van ZN en de zorgverzekeraars is ontvangen, zie ik ook geen aanleiding een onderzoek hiernaar te starten.
Hoe beoordelen de zorgverzekeraars de toepassing van de hardheidsclausule bij zittend ziekenvervoer in zijn uitvoerbaarheid op dit moment? Wanneer er sprake is van een beoordeling op de toepasbaarheid, wordt deze dan teruggekoppeld aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport? Antwoord 10
De zorgverzekeraars zijn van oordeel dat de hardheidsclausule weliswaar arbeidsintensief is, maar goed is toe te passen. De toetsingscriteria die door ZN in overleg met het Cvz zijn opgesteld dragen bij aan de uitvoerbaarheid. In de contacten die het departement met ZN en de zorgverzekeraars heeft over het zittend ziekenvervoer komt de uitvoerbaarheid en toepasbaarheid van de hardheidsclausule ter sprake. Vraag 11
Is er overleg met patiëntenorganisaties, zoals de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland (CG-raad) en het Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) over de toepassing van de hardheidsclausule bij zittend ziekenvervoer met betrekking tot zaken als uitvoerbaarheid en billijkheid op dit moment? Zo ja, wat is hiervan de uitkomst? Zo neen, bent u bereid om met hen in overleg te treden? Antwoord 11
Er vindt geen structureel overleg plaats met de CG-raad en het NPCF over het zittend ziekenvervoer. Het staat partijen vanzelfsprekend vrij om problemen inzake het zittend ziekenvervoer te signaleren als zij daar aanleiding toe zien. Vraag 12
Is er sprake van een onderschrijding van het budget voor ziekenvervoer van euro 133,5 miljoen in 2006? Zo ja, om welke bedragen gaat het precies? Antwoord 12
De eerste gegevens lijken te wijzen op een beperkte onderschrijding. De gegevens zijn voorlopig en niet compleet. Daarom kan ik in dit stadium geen uitspraak doen of er inderdaad sprake is van een onderschrijding, of over de omvang van de eventuele onderschrijding. Deze gegevens komen naar verwachting in de loop van dit voorjaar ter beschikking.1) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2005-2006, nr. 700