Herziening regelgeving rij- en rusttijden besluit zwaar vervoer
De ministerraad heeft op voorstel van minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat, mede namens minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ingestemd met een ontwerpbesluit tot wijziging van de regelgeving voor rij- en rusttijden in het vracht- en busvervoer. Hiermee voert het kabinet een nieuwe Europese verordening uit, die de bestaande verordening uit 1985 vervangt.
Deze verordening heeft tot doel de werkomstandigheden van chauffeurs te verbeteren, de verkeersveiligheid te verhogen en de concurrentievoorwaarden voor bedrijven in de gehele Europese Unie te harmoniseren. Tevens maakt de verordening een efficiëntere handhaving mogelijk en stelt deze het gebruik van een digitale tachograaf in nieuwe voertuigen verplicht. Deze verordening treedt op 11 april 2007 in alle lidstaten in werking.
De wijziging van de regelgeving betreft voornamelijk een aanpassing van concrete regels voor de pauze, dagelijkse en wekelijkse rusttijd. Zo mag een chauffeur zijn verplichte pauze na vier en een half uur rijden nog steeds verdelen in twee periodes, maar na 11 april moet de tweede pauze minimaal een half uur duren in plaats van een kwartier. De chauffeur mag nu ook zijn verplichte dagelijkse rusttijd van elf uur verdelen over twee blokken, maar dan moet de eerste periode minstens drie uur en de tweede minimaal negen uur duren. Verder is de verplichte wekelijkse rusttijd van 36 uur op de standplaats komen te vervallen. Ook beperkt de nieuwe regeling de periode tussen twee wekelijkse rusttijden tot zes (in plaats van twaalf) dagen voor het busvervoer.
Een tweede belangrijke wijziging beoogt een doeltreffende handhaving in de gehele Europese Unie te bevorderen. Hiertoe zijn de regels voor de registratie van rij- en rusttijden voor zowel de chauffeur als de onderneming aangepast.
Nieuw is de mogelijkheid die de Nederlandse bevoegde instanties hebben om buitenlandse chauffeurs te beboeten op overtredingen die zij in andere lidstaten hebben begaan.
Ten slotte is in de verordening een gewichtsbeperking van 7,5 ton ingevoerd voor het vervoer van materiaal, apparatuur of machines die de bestuurder beroepshalve gebruikt. Voor deze categorie was voorheen geen gewichtsbeperking vastgesteld. Voertuigen die als gevolg hiervan niet meer vrijgesteld zijn, moeten vanaf 1 januari 2008 aan de bepalingen voldoen.