Antwoorden op kamervragen van Van Gerven over vertraging van medisch noodzakelijke behandeling door machtigingsprocedures

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Z-K-U-2747816

Antwoorden van minister Klink op kamervragen van het Kamerlid Van Gerven over vertraging van medisch noodzakelijke behandeling door machtigingsprocedures (2060706760).

Vraag 1
Wat is uw reactie op de berichten dat rekeningen, voor behandelingen van kankerpatiënten bij wie uitstel van behandeling ethisch onaanvaardbaar is, niet worden betaald door ziektekostenverzekeraars? 1,2,3)

Vraag 2
Dient bij het handelen van specialisten de medische noodzaak, dus uitstel van behandeling is onverantwoord, doorslaggevend te zijn, of de toets die zorgverzekeraars voorafgaande aan de behandeling willen doen om te controleren of een behandeling valt onder verzekerde prestaties? 3)

Antwoord 1 en 2
Zie mijn antwoord op de vragen van het lid Agema (PVV), ingezonden op 29 januari 2007 (vraagnummer 2060706550). Ik ben verheugd dat de zorgverzekeraars en de beroepsgroep van plastisch chirurgen in deze hun verantwoordelijkheid hebben genomen, teneinde de in de vragen bedoelde situaties te voorkomen.

Vraag 3
Wie controleert of regels, opgesteld door zorgverzekeraars, een vertragende werking hebben in een behandelingstraject?

Antwoord 3
De NZa kan op basis van klachten terzake onderzoek uitvoeren.

Vraag 4
Deelt u mening dat deze artikelen een signaal zijn, namelijk dat Diagnose Behandeling Combinaties (DBC’s) of regels van zorgverzekeraars vertragend werken bij het starten van medisch noodzakelijke behandelingen? Zo neen, waarom niet? 3)

Antwoord 4
Neen. Van zorgverzekeraars wordt verwacht dat zij die zorg vergoeden die tot de verzekerde Zvw-prestaties behoort. Deze taak hebben zij ongeacht of de tarifering op basis van een DBC plaatsvindt of niet. Uit de afspraken die tussen Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) zijn gemaakt blijkt dat het mogelijk is dat zorgverzekeraars en de betrokken beroepsgroep op een zodanige wijze invulling geven aan hun verantwoordelijkheden, dat medisch noodzakelijke behandelingen zonder vertraging kunnen worden uitgevoerd.

Vraag 5
Bent u bereid naar aanleiding van deze berichten en de genoemde gevallen te onderzoeken in welke mate dit voorkomt? Zo neen, waarom niet? Bent u bereid maatregelen te nemen om te voorkomen dat dit soort zaken in de toekomst nog gebeuren? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen? Zo neen, waarom niet?

Vraag 6
Welke mogelijkheden heeft u om de op willekeur lijkende verschillende benadering van de ziektekostenverzekeraars in te dammen? Wanneer er geen mogelijkheden zijn bent u bereid te zorgen dat die mogelijkheden er komen? Zo neen, waarom niet?

Vraag 7
Deelt u de mening dat door het opwerpen van de geschetste administratieve barrières bij kankerpatiënten dit ten koste gaat van de patiënt en dat dit leidt tot zinloze kostenverhoging in de zorg en tot frustratie bij de hulpverleners? Zo neen, waarom niet?

Vraag 8
Bent u bereid om op medische en ethische gronden de zorgverzekeraars een aanwijzing te geven dat zij hun machtigingseis bij medisch noodzakelijke ingrepen die geen uitstel kunnen dulden laten vallen in het belang van de patiënt? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 5 tot en met 8
Gelet op de inmiddels tot stand gekomen afspraken tussen ZN en de NVPC, zie ik op dit moment in dezen geen taak voor mij. Indien zich in de toekomst onverhoopt klachten zouden voordoen, kan de NZa deze onderzoeken en zonodig aanwijzingen geven aan veldpartijen en mij terzake adviseren.

1) Medisch Contact nummer 1, 5 januari 2007, Praktijkperikel
2) Medisch Contact nummer 3, 19 januari 2007, Onethische waanzin
3) Algemeen Dagblad, 29 januari 2007
4) Antwoorden vragen lid Kant, 495, november 2006

Toelichting: deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Agema (PVV), ingezonden 29 januari 2007 (vraagnummer 2060706550)