Toespraak tijdens de start van de pilot 'Boeren voor Natuur' in de polder van Biesland
Toespraak van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw G. Verburg, tijdens de start van de pilot ‘Boeren voor Natuur’ in de polder van Biesland op 7 maart 2007 in Delfgauw.
Ik ben blij dat de aftrap van deze pilot één van mijn eerste officiële optredens in het land mag zijn. Het concept Boeren voor Natuur spreekt mij zeer aan, want het verbindt stad en platteland, landbouw en natuur. En daar sta ik voor de komende vier jaar.
De samenleving heeft behoefte aan goed voedsel, aan een vitale natuur en aan een mooi landschap om van te genieten. Dat zijn niet zomaar holle frasen. Voedsel en groen zijn eerste levensbehoeften en bieden mensen gezondheid en welzijn. En de landbouw hebben we nodig om ons van die levensbehoeften te voorzien. Dat klinkt misschien een beetje pathetisch, maar toch kijk ik als minister van LNV met die bril naar een project als Boeren voor Natuur hier in de polder van Biesland.
Iedereen kan zien dat dit project in een behoefte voorziet. In ons land is het dringen om te wonen, te werken en te recreëren. Zeker hier, in deze omgeving. Biesland is een oase in een stedelijke omgeving.
Het doet me goed dat zoveel mensen zich inzetten om dat zo te houden. Sommigen zelfs geheel belangeloos. De familie Duijndam; Jan en Mieke, de Vrienden van Biesland, Alterra, alle betrokken overheden – en dat zijn er nogal wat. Mijn complimenten aan iedereen die zich inzet om de polder van Biesland groen te houden. U toont daarmee uw betrokkenheid. En de Vrienden Biesland laten zien dat stedelingen trots zijn op dit gebied. De hoeve Biesland is het eigendom van de familie Duijndam, maar ook een beetje van iedereen die dit gebied een warm hart toedraagt. Dat de producten van deze boerderij op het menu staan bij de horeca in de omgeving, draagt daaraan bij. Dat stelt mensen in staat om op een pure manier te genieten. Ze proeven, ze weten wat ze eten en vooral waar het hoe het geproduceerd is.
Wat me ook erg aanspreekt is dat de boerderij openstaat voor groepen kinderen, die hier zelfs een boerendiploma kunnen halen. En daar zitten nogal wat eisen aan. Zo moeten ze kunnen melken, de kalfjes kunnen voeren en kunnen omstrooien. Ik hoop dat er straks veel stadsjongeren trots zullen zeggen dat ze een boerendiploma hebben gehaald. Ik vind het omgaan met dieren en met de natuur belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Het is goed en nuttig dat zij in contact komen met de bronnen van ons voedsel, en dat ze leren om daar met respect en verantwoord mee om te gaan.
Hier in Biesland zeggen overheid, stedelingen en plattelanders: tot hier en niet verder met de verstedelijking. Wij willen samen dit cultuurlandschap behouden. En dat kan ook alleen samen.
Ik noemde net al de verbinding tussen stad en platteland. Dat vind ik erg belangrijk. Het initiatief om Biesland groen te houden, kwam uit de stad. Stedelingen gaven aan dat zij een mooie open ruimte nodig hebben, om tot rust te komen, om van te genieten. De lokale en regionale overheden die vandaag het contract met mij tekenen, hebben daar goed op gereageerd. Mijn complimenten aan de bestuurders in kwestie. Zij investeren voor een langere periode in de polder van Biesland. Zij bedienen hun burgers daarmee uitstekend.
Ik wil graag overheden in de rest van het land oproepen om hetzelfde te doen. Kijk goed naar de behoeften van uw stedelingen, die groen nodig hebben. En geef een goed antwoord op die vraag. Investeer in die open ruimte en blijf dat doen. Nederland mooi en groen houden komt niet alleen ten goede aan de mensen in de provincie, en is dus niet alleen een taak van de mensen die op het platteland de scepter zwaaien. Maar ook van de mensen en de bestuurders in de stad. Het verhaal dat ik vandaag houd, had ik wat mij betreft net zo goed in de Koopgoot in Rotterdam kunnen houden.
Dames en heren, Boeren voor Natuur is ook een uniek project in Europa. We onderzoeken hoe we boeren kunnen betalen voor een schone en eerlijke productie van landbouw en natuur. Daarmee geven we een vergoeding voor de boer en boerin als gastheer van het platteland, die ons landschap en onze natuur onderhoudt. En dat alles zonder de markt te verstoren. In andere landen van de Europese Unie kijkt men daarom vol belangstelling naar deze pilot.
Ik ben blij dat we erin zijn geslaagd toestemming van Brussel te krijgen voor dit project. Het is een lang traject geweest. De vorige minister van LNV – Cees Veerman - heeft zich er sterk voor gemaakt. Net zoals ik dat de komende jaren zal doen.
Ik wil de Europese Commisie bedanken dat we de ruimte en het vertrouwen krijgen voor de pilot Boeren voor Natuur. Het is weer een belangrijke stap te zetten op weg naar een landbouw die een nauwe verbintenis heeft met de natuur én met de stad, die zorgt voor de verbinding van ons als consument met de productie van ons voedsel.
Ik zeg met nadruk wéér een belangrijke stap. Want Boeren voor Natuur is onderdeel van een groter geheel. We doen veel om landbouw en natuur met elkaar te verenigen. Denk aan de nieuwe catalogus groenblauwe diensten, waarmee boeren binnenkort tegen een vergoeding water en natuur kunnen beheren, zonder dat we eerst toestemming aan Brussel hoeven te vragen. Denk ook aan het programma Beheer met daarin de subsidieregeling agrarisch natuurbeheer, waarvan inmiddels duizenden boeren gebruik maken. Uit die grote belangstelling blijkt dat veel boeren graag de zorg voor de natuur op zich te nemen.
Terug naar Boeren voor Natuur. Meneer en mevrouw Duijndam, ik heb gehoord dat uw collega’s in Twickel meekijken. Zij zijn vandaag zelfs aanwezig. Ze zijn vast een heel klein beetje jaloers dat u eerst mag beginnen. Dat kan ik me voorstellen. Voor Biesland bleek het iets makkelijker te regelen omdat zij koeien hebben en Twickel schapen heeft. Ik zie Biesland en Twickel echter als tweelingbroertjes. Biesland staat voor het behoud van een groene enclave in een drukke stedelijke omgeving. Twickel staat voor het behoud van cultureel erfgoed in een prachtig landschap. Ik ben ook blij dat er veel uitwisseling is tussen de boeren die meedoen aan beide pilots. Ik verwacht overigens dat Twickel nog deze zomer kan starten.
Dames en heren, de komende jaren krijgen we de kans om te laten zien dat Boeren voor Natuur werkt. Als ik straks mijn handtekening zet, teken ik voor een financiële bijdrage van LNV. Maar wat mij betreft gaat onze steun verder. Ik wil graag langdurig betrokken blijven.
Het is nu de uitdaging de komende vijf jaar – tot de eerste evaluatie - te bewijzen dat Boeren voor Natuur niets met staatssteun te maken heeft, dat het een product is waarvoor de samenleving graag betaalt. Als het goed loopt, zal ik me er sterk voor maken dat we zo snel mogelijk meer van dit soort projecten van de grond krijgen.
We hoeven natuurlijk geen vijf jaar te wachten om nog meer vaart te maken met natuurvriendelijk boeren. Zoals ik net al zei heeft de Europese Unie pas nog de catalogus Groenblauwe diensten goedgekeurd. Provincies hebben belangrijk werk gedaan om de catalogus tot stand te brengen. Net zoals zij nu verantwoordelijk zijn voor de uitvoering.
Ik hoop en vertrouw op een gedeelde verantwoordelijkheid met de andere overheden – ook financieel. En ik ga uit van een goede samenwerking met natuurorganisaties en met de omgeving van de agrarisch ondernemingen, zoals hier in Biesland. Nogmaals: zoek het daarbij ook en vooral in de stad.
Tot slot dames en heren. Natuur, landschap, voedsel en boeren horen bij elkaar. Goede voeding, vitale natuur en een mooi landschap zijn voorwaarden voor een Nederland waar welzijn en welvaart hand in hand gaan. En daar zet ik me – samen met u – graag voor in. Als het aan mij ligt, ziet men mij over vier jaar niet langer alleen als de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, maar net zo gemakkelijk als de minister van Voedsel, Natuur en dus ook van Landbouw.
Ik dank u voor uw aandacht.