Topinkomens in publieke sector boven euro 171.000 openbaar
In 2007 worden de topinkomens in de publieke en de semipublieke sector openbaar gemaakt wanneer zij hoger zijn dan euro 171.000. Dit bedrag is, met enkele correcties, het gemiddelde belastbare jaarloon van ministers in 2006. De openbaarmaking vindt plaats op grond van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt), die vorig jaar in werking is getreden. Met ingang van dit jaar zijn ook de zorginstellingen onder de werking van de Wopt gebracht.
Het bedrag van euro 171.000 is als volgt opgebouwd. Het feitelijke gemiddelde belastbare jaarloon van de ministers in 2006 is verhoogd met een fictieve pensioenbijdrage en verminderd met de belastingcomponent voor het privégebruik van de dienstauto. Deze vermindering vloeit voort uit het feit dat het privégebruik van de dienstauto, waarover sinds 2006 loonbelasting wordt geheven, voor ministers om veiligheidsredenen verplicht is. Om een vergelijking met andere inkomens mogelijk te maken, is voor het privégebruik van de dienstauto een forfaitair bedrag bij het gemiddelde ministerssalaris opgeteld, gebaseerd op de fictieve waarde van een dienstauto zonder beveiligingsaanpassingen. Deze bijtelling vormt het belangrijkste verschil met het gemiddelde belastbare jaarloon in 2005, dat euro 158.000 bedroeg.
De betrokken instellingen moeten de inkomens (de som van het belastbaar loon en de reserveringen voor pensioen e.d.) die boven het bedrag van euro 171.000 uitgaan, in de jaarrekening openbaar maken. Bovendien moeten de instellingen deze inkomens voor 1 juli 2007 aan het ministerie van BZK melden. De minister van BZK rapporteert over de hoogte van de inkomens in het najaar aan de Tweede Kamer.