IGZ rapport Toezicht Operatief Proces deel 1

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

CZ/IZ/2752017

27 februari 2007

Hierbij zend ik u mijn inhoudelijke reactie op het inspectierapport Toezicht Operatief Proces deel 1. Het rapport treft u bijgaand aan.

Vooraf
Het operatieve proces is een belangrijk proces in ziekenhuizen. Het is ook een complex proces waar veel zorgverleners bij betrokken zijn. Omdat er risico’s zijn, is het relevant voor de patiëntveiligheid. Dat is de reden voor de inspectie om onderzoek te verrichten naar de kwaliteit van het operatieve proces. De inspectie splitst dat onderzoek in drie stappen. De eerste onderzoekstap -het preoperatieve traject- is nu afgerond. Dit traject loopt van verwijzing van de operatiepatiënt tot aan de deur van de operatieafdeling.
Het onderzoek werd verricht van november 2004 tot september 2006.

Bevindingen en adviezen
De IGZ heeft in het onderzoek vooral gekeken naar communicatie en overdracht van gegevens. Deze gegevens zijn immers noodzakelijk voor het verlenen van verantwoorde en veilige zorg.
De inspectie constateert ernstige tekortkomingen in het preoperatieve traject en komt tot de volgende bevindingen en adviezen:

  • Bevinding IGZ: standaardisatie van de informatievoorziening, van de overdracht en de verslaglegging ontbreekt geheel. Het veld is zich bewust van de tekortkomingen maar nergens is een afdoende aanpassing gerealiseerd.
    Advies IGZ: de ziekenhuizen nemen het initiatief om samen met de beroepsgroepen het operatieve proces te standaardiseren. Implementatie zou moeten plaatsvinden binnen twee jaar.
  • Bevinding IGZ: de dossiervoering en verslaglegging is zeer divers en vindt onvolledig plaats.
    Advies IGZ: de ziekenhuizen nemen het initiatief om samen met de beroepsgroepen te komen tot een landelijke format voor een dossier, dat binnen het preoperatieve traject de informatievastlegging en -uitwisseling bepaalt. Dit moet uiterlijk in 2008 ingevoerd zijn.
  • Bevinding IGZ: de hoofdbehandelaar heeft in het preoperatieve traject onvoldoende overzicht en ontbeert te vaak de regie. Er dient één en dezelfde behandelaar (“regiedokter”) tijdens het preoperatieve traject eenduidig en onmiskenbaar voor of namens de patiënt het aanspreekpunt te zijn.
    Advies IGZ: de beroepsverenigingen en ziekenhuizen moeten landelijk de taken en verantwoordelijkheden en de regie- en aanspreekfunctie bij het (pre) operatieve proces definiëren en de relatie tot de functie hoofdbehandelaar vaststellen. De ziekenhuizen implementeren dit binnen een jaar.
  • Bevinding IGZ: de samenwerking in het preoperatieve traject van het operatieve proces is onvoldoende effectief, teamvorming voor de gezamenlijke verantwoordelijkheid is vrijwel niet aanwezig.
    Advies IGZ: de ziekenhuizen moeten de het preoperatieve traject zodanig organiseren dat functies en verantwoordelijkheden van alle deelnemende zorgverleners in een samenwerkingsverband duidelijk zijn beschreven, vastgelegd en geïmplementeerd en procedurele afstemming binnen een samenwerkingsverband wordt geboden. In 2007 dient dit gerealiseerd te zijn.

Beleidsstandpunt
Ik neem de bevindingen van de inspectie uiterst serieus. Het verbeteren van kwaliteit en patiëntveiligheid zijn speerpunten van mijn beleid. Maar het zijn de professionals en de ziekenhuizen die het echte werk moeten doen.
Duidelijk is voor mij wel dat kwaliteit geen vrijblijvende zaak is. Daarom zal ik samen met de IGZ verder gaan om kwaliteit zichtbaar en afrekenbaar te maken. Zo werk ik momenteel samen met de IGZ en de veldpartijen aan een programma gericht op aandoeningsspecifieke indicatoren. Daarnaast zal de invoering van het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) een belangrijke impuls geven aan het standaardiseren van patiënteninformatie.
Ik verwacht van de inspectie dat zij toeziet op de naleving van de afspraken die de sector heeft gemaakt. Gelukkig wordt daar op dit moment hard aan gewerkt. Nog dit jaar hebben de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), de Orde van Medisch Specialisten (OMS) en de Landelijke Expertisecentrum voor Verpleging & Verzorging (LEVV) een format voor een dossier ontwikkeld, waarin de informatie-uitwisseling binnen het preoperatieve traject is vastgelegd. Daarin zijn ook de taken en verantwoordelijkheden binnen dit proces beschreven. Gelijktijdig met de standaardisering van het preoperatieve proces zullen de betrokken partijen uitkomstindicatoren formuleren om de beoogde effecten te kunnen meten.

Met bovengenoemde aanpak moet in relatief korte tijd een grote stap worden gezet in de realisatie van een optimaal veilig proces, dat via indicatoren goed stuurbaar en toetsbaar is.

Tot slot
Veiligheid van zorg is een basaal onderdeel van de kwaliteit. Het IGZ onderzoek naar het preoperatieve traject is daar een onderdeel van. Op 25 april 2007 zal het EMGO/NIVEL instituut een belangrijk onderzoek presenteren over het aantal vermijdbare fouten (en de gevolgen daarvan voor de patiënt) in de Nederlandse ziekenhuizen. Ook dit onderzoek zal belangrijke bouwstenen opleveren voor het veiliger maken van de zorg in de instellingen.

Voor de zomer zal ik u mijn plan van aanpak rond het kwaliteitsbeleid bekend maken, inclusief de doelen die ik daarbij stel.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink