Antwoorden op vragen over project ‘Modernisering van navigatiesystemen’
Met mijn brief van 14 augustus 2006 (Kamerstuk 27 830 nr. 40) heb ik u geïnformeerd over het project ‘Modernisering van navigatiesystemen’. Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen die de vaste commissie voor Defensie heeft gesteld naar aanleiding van deze brief.
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Antwoorden op vragen van de vaste commissie voor Defensie over de behoeftestelling ‘Modernisering van navigatiesystemen’ (Kamerstuk 27 830, nr. 40)
1. Gesteld wordt dat het project ‘Modernisering van navigatiesystemen’ naar verwachting weinig consequenties heeft voor de exploitatiekosten, omdat het veelal de vervanging van bestaande systemen betreft. Maar zijn vernieuwingen zoals het Soldier Modernisation Program niet juist ontwikkelingen van de laatste tijd? Welke types communicatieapparatuur (en hoeveel exemplaren daarvan) worden vervangen op grond van de voorgenomen aanschaf van 3957 mobiele MilGPS-ontvangers?
De voorgenomen aanschaf van 3957 mobiele MilGPS-ontvangers als onderdeel van het project 'Modernisering van navigatiesystemen' voorziet in de vervanging van verouderde MilGPS-apparatuur (circa 4.000 stuks, type PLGR) die reeds jaren in gebruik is bij verschillende eenheden. Er wordt in het kader van dit project geen communicatieapparatuur vervangen. Naar verwachting zijn er weinig extra exploitatiekosten.
In toenemende mate wordt MilGPS-apparatuur geïntegreerd in moderne communicatieapparatuur en systemen voor commandovoering. Het project ‘Modernisering van navigatiesystemen’ heeft dan ook een relatie met projecten als het ‘Battlefield Management System’, het ‘Soldier Modernisation Program’ en het NIMCIS-communicatiesysteem voor het Korps mariniers. Over de voortgang bij deze projecten, inclusief de daarmee gemoeide exploitatiekosten, wordt u of bent u reeds separaat geïnformeerd.
2. Waarom zijn de te verwachten kosten van een materieelproject, wanneer dat project zich nog in de fase van de behoeftestelling bevindt, reeds als vertrouwelijk aan te merken? Kan niet tenminste een globale schatting van de kosten in het openbaar aan de Kamer worden meegedeeld? Dit temeer omdat het hier een optelsom van drie kleine projecten betreft waarbij niet per se op de kosten van elk deelproject behoefte te worden ingegaan?
Zoals gesteld in de brief van 16 juni jl (Kamerstuk 27 830 nr. 39) wordt met ingang van de begroting 2006, teneinde de commerciële onderhandelingspositie van Defensie zoveel mogelijk te waarborgen, voor projecten slechts het budget per artikelonderdeel zichtbaar gemaakt. Ten behoeve van de oordeelsvorming door de Kamer wordt financiële projectinformatie op commercieel vertrouwelijke basis verstrekt. Slechts bij die projecten die in de realisatiefase zijn, waarvan de contracten zijn afgesloten en waarvan de financiële projectomvang derhalve niet meer behoeft te worden afgeschermd, wordt het exacte contractbedrag in de begroting opgenomen. Projecten die zich nog niet in dat stadium bevinden worden nog wel genoemd, doch de financiële omvang wordt slechts in bandbreedtes weergegeven. Ook in de toelichting bij de projecten wordt de exacte omvang van het geraamde budget niet meer genoemd.