Museum De Lakenhal in Leiden verwerft internationaal topstuk van The..


Zonder uitzonderlijke steun van de Vereniging Rembrandt was het niet gelukt

Museum De Lakenhal heeft op de veiling in Londen een zeldzaam, abstract schilderij aangekocht van Theo van Doesburg. Hij schilderde Contra-compositie VII in 1924 in Parijs, in de hoogtijdagen van De Stijl. Precies 100 jaar nadat Theo van Doesburg in 1917 in Leiden het gelijknamige tijdschrift
De Stijl oprichtte, kan Museum De Lakenhal dit topstuk van internationaal belang voor altijd toevoegen aan de collectie. Contra-compositie VII werd aangekocht dankzij de genereuze steun van de Vereniging Rembrandt - mede dankzij haar Nationaal Fonds Kunstbezit, het Mondriaan Fonds, het
VSBfonds, de Vereniging van Belangstellenden in Museum De Lakenhal, het Lucas van Leyden Mecenaat, de gemeente Leiden, het De Banderfonds en een aantal anonieme, particuliere schenkers.

Een uitzonderlijke bijdrage van de Vereniging Rembrandt

Zonder de hulp van de Vereniging Rembrandt en haar Nationaal Fonds Kunstbezit was het voor Museum De Lakenhal onmogelijk geweest de benodigde gelden op tijd bij elkaar te krijgen. Slechts een enkele keer in haar geschiedenis heeft de Vereniging Rembrandt een aankoop met zo'n groot bedrag
gesteund: "De Vereniging Rembrandt heeft waardering voor de voorbeeldige wijze waarop Museum De Lakenhal zich de afgelopen jaren heeft ingezet om De Stijl context te geven in de verzameling en voor de ambitie die het museum ook nu weer tentoonspreidt."

Oorsprong van De Stijl

Leiden is de bakermat De Stijl. Van 1916 tot 1921 woonde Theo van Doesburg in de stad. Van hieruit ontwikkelde hij zijn avant-garde kunst en bouwde hij aan een Europees netwerk van vernieuwende kunstenaars, architecten en vormgevers. Museum De Lakenhal biedt onderdak aan een reeks van ruim
vijftig werken die het ontstaan van De Stijl belichten, maar beschikte tot nu toe nog niet over een iconisch topstuk. Contra-Compositie VII is een aansprekend voorbeeld van De Stijl, zoals die door Theo van Doesburg gepropageerd werd. In het schilderij is duidelijk de invloed van Piet
Mondriaan te zien, met wie hij na zijn vestiging in Parijs in oktober 1923 gedurende een korte periode intensief optrok. De visuele kwaliteit en de moderne uitstraling van Contra-Compositie VII maken in een klap duidelijk hoe krachtig de verandering was waar Theo van Doesburg en zijn
tijdgenoten voor stonden.

Zeldzaam

Voor Museum De Lakenhal was het een uitzonderlijke kans dit iconische schilderij van Theo Van Doesburg uit de hoogtijdagen van De Stijl te verwerven. Anders dan bijvoorbeeld Mondriaan, beoefende Van Doesburg vele verschillende disciplines en schilderde hij relatief weinig. Tot nu toe bevonden
zich in Nederlandse museale collecties in totaal slechts vijf abstracte schilderijen van zijn hand uit de jaren twintig. De beste schilderijen uit die tijd werden door zijn weduwe Nelly van Doesburg in 1947/48 verkocht aan musea en verzamelaars in de Verenigde Staten, tijdens een reis die zij
maakte op uitnodiging van haar goede vriendin Peggy Guggenheim. Ook Contra-Compositie VII behoorde tot die reeks. Met de aankoop van dit schilderij keert het werk terug naar Nederland, waar het definitief wordt toegevoegd aan het openbaar kunstbezit.

Bijzondere giften

Deze bijzondere verwerving is mogelijk dankzij een genereus schenkingsbeleid. De Vereniging van Belangstellenden in Museum De Lakenhal doneerde een speciale jubileumbijdrage ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan in 2018. Haro Schultz van Haegen, voorzitter van de vereniging: "Deze aanwinst
voor de collectie van Museum De Lakenhal is echt bijzonder te noemen. Een schilderij van Van Doesburg van deze kwaliteit komt zelden op de markt. De vriendenvereniging van Museum De Lakenhal (VBL) was al langer van plan om voor ons jubileumjaar in 2018 het museum een mooi cadeau te doen. Dat
wij dat in deze vorm met onze bijdrage kunnen doen, vinden wij heel passend. 100 jaar De Stijl, en volgend jaar 100 jaar VBL - het kan niet mooier".

Kroon op de collectie

Museumdirecteur Meta Knol is verguld met de aanwinst: "Museum De Lakenhal is sinds kort gesloten voor de restauratie van het 17e-eeuwse Rijksmonument en uitbreiding met een geheel nieuwe tentoonstellingsvleugel. Contra-Compositie VII zal bij de feestelijke heropening in 2019 de kroon zijn op
de nieuwe collectieopstelling, waarin voor het eerst ook een permanente presentatie wordt gewijd aan Theo van Doesburg en de oprichting van De Stijl. In het vernieuwde Museum De Lakenhal start de iconische reis door de collectie straks bij Lucas van Leydens Laatste Oordeel, om te eindigen bij
de radicale moderniteit van Theo van Doesburg. "

Presentatie Contra-Compositie VII

De nieuwe aanwinst is straks te bewonderen in het stadhuis van Leiden. Daar zal het schilderij na aankomst in Nederland voor een dag getoond worden in de Burgerzaal, met gratis toegang voor iedereen. Vervolgens wordt het schilderij tot de heropening van Museum De Lakenhal (voorjaar 2019) in
bruikleen gegeven aan het Rijksmuseum. Met dit museum heeft Museum De Lakenhal sinds 2014 een samenwerkingsovereenkomst. Het Rijksmuseum toont het schilderij in een speciale opstelling ter gelegenheid van het jubileumjaar 100 jaar De Stijl. In oktober publiceert het Rijksmuseum in samenwerking
met Museum De Lakenhal een publicatie over Peggy Guggenheim en Nelly van Doesburg, geschreven door Doris Wintgens-Hoette. Daarin komt ook Contra-Compositie VII aan de orde. Dit boek zal op 6 oktober 2017 tijdens een De Stijl-symposium worden gepresenteerd in het Rijksmuseum.