Evaluatieonderzoek eerste 48-uur na aanvaring Grave gestart | Rijkswaterstaat

Evaluatieonderzoek 1e 48 uur na aanvaring Grave gestart

Nieuwsbericht - Gepubliceerd op: 24 februari 2017- Laatste update: 24 februari 2017 12:25 uur

Rijkswaterstaat, waterschappen en veiligheidsregio's gaan gezamenlijk optrekken in een evaluatieonderzoek naar de 1e 48 uur na de aanvaring van stuw Grave. Hierbij worden zij begeleid door het Departementaal Cooerdinatiecentrum Crisisbeheersing onderdeel van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (DCC).

Vandaag is door het DCC de opdracht gegeven voor een evaluatieonderzoek. De dagelijkse begeleiding van dit onderzoek wordt naast DCC verzorgd door een regiegroep bestaande uit vertegenwoordigers van Rijkswaterstaat, de 3 betrokken veiligheidsregio's (Gelderland-Zuid, Brabant-Noord en Limburg-Noord) en ook de betrokken waterschappen (Rivierenland, Aa en Maas en Limburg). Naar verwachting zijn de resultaten van het onderzoek voor de zomer bekend.

Het onderzoek gaat in op het geleverde crisismanagement van de betrokken partijen in de 1e 48 uur vanaf het moment van de aanvaring. De hoofdvragen die hierbij centraal staan:

* Hoe is de samenwerking tussen de (bovenregionale) partijen verlopen?

* Hoe liepen de informatie- en communicatielijnen?

* Hoe, in het kader van (bestuurlijke) verantwoordelijkheden, is deze gemeente-, regio- en provincie grensoverschrijdende calamiteit opgepakt?

Aanpak regio-overschrijdende calamiteiten

Onderzoeksbureau Berenschot is vandaag gestart met dit evaluatieonderzoek. De onderzoekers maken gebruik van hun kennis en ervaring bij eerder uitgevoerde crisis-, beleids- en procesevaluaties. Samen met de partners in de regiegroep houdt het bureau goed in het vizier wat er vooral met deze evaluatie beoogd wordt: leren en verbeteren. Dat betekent dat er niet zozeer naar een schuldvraag gezocht wordt - hoe liep het buiten, ging alles volgens de regels en wie was waarvoor verantwoordelijkheid - maar dat er actief gestuurd wordt op verbeterpunten voor de toekomst. Zo krijgen alle betrokken partijen inzicht in wat de beste aanpak is bij grote regio overschrijdende calamiteiten.

Context

Op donderdagavond 29 december 2016 is bij mistig weer een binnenvaartschip, geladen met benzeen, in Grave door de stuw op de Maas gevaren. Als gevolg hiervan raakte het schip en de stuw beschadigd. De stuw kon daardoor niet meer zijn normale functie vervullen. De waterstand in zowel de Maas als het Maas-Waalkanaal is gedaald met gevolgen voor de scheepvaart en de woonboten met een ligplaats langs de Maas. Ook heeft de verlaagde waterstand effect gehad op de kades en dijken, het peilbeheer en de ecologie in de achterliggende gebieden. Direct na de aanvaring heeft inzet en opschaling plaatsgevonden van zowel Rijkswaterstaat als de betrokken waterschappen en de Veiligheidsregio Brabant-Noord, de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid en de veiligheidsregio Limburg-Noord. In gezamenlijkheid van deze partijen is daarom nu dit onderzoek opgestart.