TK Berichten ondermijning Zuid-Nederland en Noord-Nederland
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Van: Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving
Directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding
Afdeling Georganiseerde Criminaliteit
www.rijksoverheid.nl/venj
Ons kenmerk 2044328
Datum 10 februari 2017
Onderwerp Berichten ondermijning Zuid-Nederland en Noord-Nederland
In antwoord op uw verzoek d.d. 25 januari jl. om een reactie te doen toekomen op de berichten ‘Officier van justitie: Brabant is een soort van Sodom en Gomorra’ en ‘Zorgen opmars onderwereld in Noord-Nederland’ bericht ik u als volgt.
In de Kamerbrief van 24 januari 2017 ‘Aanpak drugscriminaliteit in Zuid-Nederland’ (Kamerstukken II, 2016/17, 29911, nr. 138) wordt ingegaan op een aantal onderdelen van uw verzoek. De aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit is in de afgelopen jaren stevig geïntensiveerd en steeds meer publieke en private partijen worden actief bij de bestrijding hiervan. De aanpak vergt een lange adem en moet waar nodig en mogelijk versterkt worden. Dat betekent niet alleen een intensivering van de strafrechtelijke aanpak, maar vooral het verbeteren van de aanpak van de onderliggende gelegenheidsstructuren die georganiseerde, ondermijnende criminaliteit mogelijk maken en faciliteren. Om een deel van de benodigde versteviging en verdieping van de aanpak te realiseren zijn extra middelen in de begroting vrijgemaakt, oplopend tot ruim € 15 miljoen (Kamerstukken II, 2016/17, 29 911, nr. 136). Voorts heeft mijn voorganger recent de financiering van de Regionale Informatie en Expertisecentra (RIEC’s) met vier jaar verlengd.
In het bericht ‘Officier van justitie: Brabant is een soort van Sodom en Gomorra’ geeft een officier van justitie op persoonlijke titel een interview over de aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit in Noord-Brabant. De officier signaleert terecht dat het zuiden van Nederland met een aanzienlijke ondermijningsproblematiek geconfronteerd wordt. Een aantal jaren geleden hebben de overheidspartners in het zuiden de steun van mijn ministerie gezocht om de aanpak te versterken. Dit heeft geleid tot het opzetten van de Taskforce Brabant Zeeland en de Intensivering Zuid-Nederland van het Openbaar Ministerie en de Nationale Politie. Voor het zomerreces heeft mijn voorganger uw Kamer geïnformeerd over de resultaten hiervan (Kamerstukken II, 2015/16, 29 911, nr.126).
Omdat we als overheid - zoals het Openbaar Ministerie, de Nationale Politie, de Belastingdienst en gemeenten - meer doen, krijgen we ook beter zicht op de aard en omvang van de ondermijningsproblematiek, wat mogelijk het beeld oproept dat er sprake is van een toename. Ondanks de positieve resultaten maakt juist de aanpak van ondermijning in het zuiden van Nederland duidelijk dat we te maken hebben met een complex en hardnekkig probleem. Deze ondermijnende problematiek, tevens een sociaal-maatschappelijk probleem, die in tientallen jaren is ontstaan kan niet in een paar jaar worden opgelost. De maatschappelijke inbedding van deze vorm van criminaliteit wordt op exemplarische wijze onderstreept door het recent verschenen boek van Pieter Tops en Jan Tromp, ‘De Achterkant van Nederland’.
De overheidspartijen in Zuid-Nederland hebben samen met mijn voorganger besloten om de geïntensiveerde aanpak ook na 2016 – de bij de opstart beoogde deadline van de Taskforce Brabant Zeeland en Intensivering Zuid-Nederland (125 fte gelabelde recherchecapaciteit en 15 fte Openbaar Ministerie) – te continueren en te versterken. Hiertoe zijn op regionaal niveau nieuwe plannen van aanpak opgesteld. Ik zal deze plannen in Zuid-Nederland ondersteunen met een jaarlijkse bijdrage van ruim € 1 miljoen. Daarnaast steunen provincies en gemeenten de aanpak financieel en maken het Openbaar Ministerie, de Nationale Politie, de Belastingdienst en gemeenten medewerkers hiervoor vrij.
Georganiseerde, ondermijnende criminaliteit is complex. Netwerken zijn enerzijds fluïde en transnationaal en anderzijds is er sprake van verwevenheid in lokale gemeenschappen. Het succes van de aanpak van ondermijning is gelegen in een integrale aanpak: preventief, strafrechtelijk, fiscaal en door middel van bestuurlijke interventies. De integrale aanpak vergt ook samenwerking in het delen van informatie. Dit is niet eenvoudig, omdat de verschillende organisaties opereren onder verschillende wettelijke regimes met betrekking tot de verwerking van gegevens. Om deze reden bereidt het kabinet wetgeving voor die tot het doel heeft de gegevensuitwisseling in samenwerkingsverbanden te verbeteren.
Bovenstaande maakt duidelijk dat de aanpak van ondermijning en de strafrechtelijke ondermijningsonderzoeken complex zijn, zowel inhoudelijk als procesmatig. De procesgang kan lang duren, logistiek ingewikkeld zijn en dus soms ook stroperig. De ketenorganisaties werken gezamenlijk aan verbetering van de prestaties van strafrechtketen. Sinds 2016 is hiertoe een vaste structuur van ketensamenwerking gerealiseerd, waarbij onder regie van het Bestuurlijk Ketenberaad (BKB) de samenwerking verder wordt geïntensiveerd en blijvend aan verbeteringen wordt gewerkt (Kamerstuknummer 29279, nummer 365, vergaderjaar 2016-2017).
Ook in Noord-Nederland ontstaat een beter beeld van de aard en omvang van de ondermijningsproblematiek. Dat is terug te zien in de toename van het aantal gestarte strafrechtelijke onderzoeken in Noord-Nederland en de activering van niet strafrechtelijke partijen, zoals het lokaal bestuur en de Belastingdienst. De bestrijding van ondermijnende criminaliteit vraagt ook om een optreden als één overheid: een integrale aanpak. Alleen als alle relevante partijen waaronder het Openbaar Ministerie, politie, gemeenten en de Belastingdienst samenwerken kunnen betekenisvolle maatschappelijke effecten worden bereikt. Ik onderschrijf dan ook de integrale aanpak die in Noord-Nederland plaatsvindt.
Om de aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit nog effectiever en toekomstbestendig te maken zijn de betrokken overheidspartners - Nationale Politie, Openbaar Ministerie, Belastingdienst, LIEC en de regioburgemeesters, samen met de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Financiën en Veiligheid en Justitie - een Toekomstagenda voor de aanpak van ondermijning aan het opstellen. Deze heeft tot doel om de integrale aanpak in de komende jaren verder te intensiveren.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
S.A. Blok
Download 'TK Berichten ondermijning Zuid Nederland en Noord Nederland'
PDF document | 2 pagina's | 134 kB
Kamerstuk | 10-02-2017
Verantwoordelijk
* Ministerie van Veiligheid en Justitie