Eten wat de pot schaft
Geplaatst op 9 februari 2017 om 12:47
Pastinaak, kakifruit en postelein... in de supermarkt kun je heel wat verschillende groenten en fruit vinden. Zelf ben ik niet zo'n avonturier op het gebied van al te exotisch eten, wellicht kan ik wat van onze dieren leren.
Onze dieren wisselen geregeld van menu. Uiteraard blijven de vleeseters gewoon vlees eten en de planteneters smullen van groente, maar ook voor de dieren geldt dat het goed is om te varieren. In deze winterperiode genieten onze apen, stekelvarkens en beverratten volop van boerenkool. Er gaat
zeker 45 kilo boerenkool per week doorheen! Deze seizoensgroenten staat nu dan vaker op het menu, maar van het voorjaar zal dit weer heel anders zijn.
De dierverzorgers gaan nu nog een stapje verder: niet alleen het eten van de dieren, maar ook het moment van eten wordt onder de loep genomen. Al een aantal maanden wordt er bij de roofdieren onderzoek gedaan naar de reactie van de dieren op afwisseling in hun voedermoment. Aangezien je de
dieren niet kunt vragen hoe de nieuwe eetgewoonte hen bevalt, worden de dieren hele dagen geobserveerd. Wanneer ik langs de beren loop, zit een van de onderzoekers de bruine beren geconcentreerd in de gaten te houden. Door de dieren op verschillende momenten te voeren, willen wij voorkomen dat
zij van te voren al weten wanneer hun eten wordt geserveerd. Net als in het wild kan het dus per dag verschillen wanneer zij iets te eten vinden, op deze manier blijft het elke dag weer een verrassing. De tijgers krijgen zelfs af en toe een dag helemaal geen eten. Dit betekent echt niet dat
zij met knorrende magen rondlopen, maar net als in het wild is het goed voor hen om soms niets te vinden. De volgende dag worden zij dan weer verrast met een groot stuk vlees waar zij flink de tanden in kunnen zetten.
Zo blijven wij kijken naar onze dieren en doen wij geregeld onderzoek om het dierenwelzijn te optimaliseren. Kijkend naar de apen die zonder enige schroom weer een vreemd stuk fruit verpulveren, moet ik beschaamd toegeven dat ikzelf het grootste gewoontedier lijk.