PO-Raad in Trouw: Repareer lek in onderwijsachterstandenbeleid


07-02-2017
School, kind & omgeving

Door een verkeerde definitie van achterstandsleerlingen is de afgelopen jaren bijna 150 miljoen euro weggelekt. Dat concludeert de PO-Raad uit het onderzoek dat het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) onlangs presenteerde. ,,Geld dat terecht had moeten komen bij de kinderen die het `t hardst
nodig hadden'', aldus voorzitter Rinda den Besten vandaag in Trouw. De PO-Raad is blij met de nieuwe definitie van het CBS, maar wil wel het verloren geld terug.

Op dit moment bepaalt alleen het opleidingsniveau van ouders of een kind in aanmerking komt voor achterstandsmiddelen. Dat dit criterium niet deugt, was al langer bekend. Den Besten: ,,We hebben het budget voor onderwijsachterstanden in het basisonderwijs sinds 2011 zien teruglopen van circa
430 miljoen naar 290 miljoen doordat het opleidingsniveau van ouders steeg, terwijl er op de scholen geen verbetering merkbaar was in de achterstanden waarmee kinderen instroomden. En ook niet in hun aantallen, integendeel.'' De PO-Raad pleit er, evenals sommige politieke partijen, dan ook al
jaren voor om het budget te bevriezen, maar tot nu toe nooit met resultaat. ,,Nu is er eindelijk wetenschappelijke erkenning voor wat iedereen in het onderwijs al zo lang roept. Dat is een enorme stap in de goede richting.''

Eerlijker verdeling

Als de voorgestelde formule zal worden toegepast, is straks niet meer alleen het opleidingsniveau van ouders bepalend voor een toelage, maar bijvoorbeeld ook de herkomst van ouders, schuldenproblematiek en hoe lang het gezin al in Nederland is. Deze bredere definitie voor het voorspellen van
onderwijsachterstand komt tegemoet aan de jarenlange kritiek van schoolbesturen op de huidige indicator. Den Besten: ,,Het aantal leerlingen dat door hun sociaal- economische situatie slechter presteert dan ze zouden kunnen, is veel groter dan waar nu van wordt uitgegaan. Het is dus niet
verwonderlijk dat de Inspectie het afgelopen jaar moest constateren dat de kansenongelijkheid in Nederland toeneemt.''

Een ander voordeel is dat in de nieuwe systematiek scholen geen persoonlijke gegevens meer bij ouders hoeven op te vragen (zoals opleidingsniveau en land van herkomst) om het risico op achterstanden te bepalen. Dit gaat straks automatisch via het CBS. Scholen worden hier dus ook niet meer op
gecontroleerd. Klein minpuntje: deze methode is niet betrouwbaar bij scholen met minder dan veertig leerlingen of waar meer dan tien procent niet staat ingeschreven in het Basisregister.

Bijvullen noodzakelijk

De PO-Raad blij is met de nieuwe definitie en de nieuwe systematiek en roept de Kamer op erop toe te zien dat niet alleen alle kinderen in de doelgroep ervan profiteren, maar ook dat het kabinet een passende bekostiging aan achterstandsleerlingen toekent.

De begeleidingscommissie, bestaande uit zo'n tien experts op dit gebied, heeft voorgesteld om de leerlingen met de laagste twintig procent voorspelde achterstanden te bekostigen. Dat is wat de PO-Raad betreft een minimum. ,,Als je het huidige budget over een grotere groep kinderen verdeelt,
zijn we nog niet veel opgeschoten. Het weggelekte geld moet worden aangevuld. Als we deze formule van CBS in 2011 hadden gehad, was het geld immers niet verdwenen. We moeten die kansen voor kinderen keren, zeker nu we sinds vorig jaar weten dat de kansongelijkheid in ons onderwijs weer is
toegenomen!", aldus Den Besten.

Herverdeeleffecten

De leden van de PO-Raad zijn verder bezorgd over herverdeeleffecten: scholen die er hard op achteruit zullen gaan als gevolg van de nieuwe inzichten. Door een te krappe basisbekostiging stond het water hen al aan de lippen, maar komen zij nu echt in de gevarenzone. Dat is niet acceptabel.

+--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------+
|Wat de PO-Raad wil in het kort: |
| |
| * dat de nieuwe definitie van onderwijsachterstand van het CBS onveranderd wordt overgenomen door het kabinet; |
| * dat conform advies van de begeleidingsgroep minimaal de twintig procent leerlingen met het meeste risico op onderwijsachterstand extra ondersteuning krijgt; |
| * dat de korting op onderwijsachterstandsmiddelen in het onderwijs van de afgelopen jaren wordt teruggedraaid. Het totale budget voor onderwijsachterstand moet worden vastgesteld op het niveau van 2011; |
| * dat er een overgangsregeling komt voor de herverdelingseffecten; |
| * dat het CBS in de toekomst blijft toetsen of deze indicator inderdaad de beste is, zodat we geen nieuwe kansongelijkheid creeren. |
+--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------+

Lees hier het artikel in Trouw.

Laatst gewijzigd:
dinsdag 7 februari 2017