Tuchtrecht | Overige klachten | ECLI:NL:TGZREIN:2017:21

ECLI:NL:TGZREIN:2017:21

Datum uitspraak: 06-02-2017

Datum publicatie: 06-02-2017

Zaaknummer(s): 16118

Onderwerp: Overige klachten

Beroepsgroep: Arts

Beslissingen: Gegrond, waarschuwing

Inhoudsindicatie: Klager verwijt psychiater dat hij hem heeft gedwongen om zelf het gespreksverslag in het EPD op de computer in te typen en dat hij deze tekst daarna heeft aangepast en aangevuld. Klager heeft dit als vernederend ervaren. Verweerder heeft niet, althans op onvoldoende wijze, aan zijn dossierplicht voldaan. In strijd met de eisen van een goede verslaglegging. Deels gegrond. Waarschuwing.

-----------

Uitspraak: 6 februari 2017

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE EINDHOVEN

heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 14 juni 2016 binnengekomen klacht van:

[A]

wonende te [B]

klager

tegen:

[C]

psychiater

destijds werkzaam te [B]

verweerder

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

- het klaagschrift

- het verweerschrift

- de stukken van klager, ontvangen op 29 juli 2016

- de brief van klager, ontvangen op 15 november 2016

Na ontvangst van het verweerschrift heeft de secretaris de zaak naar een openbare zitting van het college verwezen.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van het aangeboden mondelinge vooronderzoek.

De klacht is ter openbare zitting van 12 december 2016 behandeld. Partijen waren aanwezig.

2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende.

Klager, die bekend is binnen een GGZ-instelling, ontving een uitnodiging voor een gesprek met zowel de nieuwe casemanager van het FACT-team als met verweerder, die als waarnemend psychiater binnen de instelling werkzaam was. Nadat klager aangaf geen gesprek met twee personen te willen, vond op 9 juni 2016 een gesprek plaats tussen klager en verweerder.

Na afloop van het gesprek vroeg verweerder aan klager of hij zelf het verslag van het gesprek op de computer wilde intypen. In het elektronisch patientendossier (EPD) staat opgenomen:

" getypt voor [initialen verweerder]: geen schizotypiscge ps, maar ptss, heeft daar nog last van door herinneringen en herbeleving gerelateerd aan de personen die hem mishandeld heben, suksuele drift is ook een probleem//aandachtspunt. Bij ptss zie ook DESNOS."

3. Het standpunt van klager en de klacht

Klager verwijt verweerder dat hij hem onder dwang heeft gemanipuleerd om zelf het verslag van het gesprek in het EPD op de computer in te typen. Klager heeft geen goede weergave van het gesprek kunnen geven omdat hij hierdoor overrompeld was en dichtklapte. Klager heeft dit als een ongehoord en vernederend verzoek ervaren en is bang dat het verslag tegen hem kan wordt gebruikt. Bovendien heeft verweerder de door klager oorspronkelijk ingetypte tekst aangepast en aangevuld. Klager zelf heeft uitsluitend de woorden: `Voor [initialen verweerder]', `zie DES-nos' en `sexueel' getypt. De typefout: `suksueel' zou klager niet maken.

4. Het standpunt van verweerder

Het is juist dat verweerder klager heeft gevraagd om onder zijn naam in het EPD zijn eigen tekst te typen, omdat verweerder slechts met twee vingers kan typen. Verweerder vraagt vaker aan patienten om het zelf in te typen; ze vinden dat leuk. Bijkomend voordeel hiervan lijkt te zijn dat patienten hun eigen visie op het gesprek kunnen geven. Verweerder corrigeert nooit een door een patient ingetypte tekst. Ook aan de door klager ingetypte tekst heeft verweerder niets veranderd. Er was geen sprake van dwang. Het gesprek verliep aardig en na afloop werd afscheid genomen met een vriendelijke `boks'.

5. De overwegingen van het college

Ingevolge artikel 7:454 van het Burgerlijk Wetboek, is een arts verplicht om een dossier in te richten met betrekking tot de behandeling van de patient. Daarin dient hij onder meer aantekening te houden van de gegevens omtrent de gezondheid van de patient en de uitgevoerde verrichtingen, een en ander voor zover dit voor een goede hulpverlening aan de patient noodzakelijk is. Een goede, toegankelijke en begrijpelijke verslaglegging in het medisch dossier is van groot belang, niet alleen voor de kwaliteit en continuiteit van de zorgverlening en begeleiding, maar ook vanwege de verantwoording en toetsbaarheid van het handelen van de desbetreffende hulpverlener. Dat wil zeggen dat het dossier compleet, helder, overzichtelijk en behoorlijk leesbaar dient te zijn en zodanig dient te zijn ingerichtdat een (waarnemend) collega behandelaar zich op korte termijn in het dossier kan inlezen en de behandeling van de patient daarop kan afstemmen.

Het college is van oordeel dat verweerder niet, althans op onvoldoende wijze, aan zijn dossierplicht heeft voldaan. Immers staat vast dat verweerder klager heeft verzocht om een tekst in het EPD in te typen en dat verweerder geen tekst aan klager heeft gedicteerd of op andere wijze de regie heeft gevoerd met betrekking tot de vorm en inhoud van de verslaglegging. Verweerder heeft evenmin de door klager ingetypte tekst nadien in overeenstemming gebracht met de eisen van een goede verslaglegging zoals hiervoor omschreven. Nog afgezien van het feit dat het (laten) invoeren van gegevens in het EPD door de patient zelf niet alleen hoogst ongebruikelijk is en verweerder hiermee, naar het oordeel van het college, de professionele norm overschrijdt, is er geen sprake van een complete, heldere en overzichtelijke verslaglegging van het gesprek van 9 juni 2016. Uit deze verslaglegging blijkt immers niet of onvoldoende wat er met klager is besproken en/of wat het afgesproken beleid is, hetgeen verweerder tuchtrechtelijk kan worden aangerekend.Verweerder voert voorts aan dat door zelf te typen patienten hun eigen visie op het gesprek kunnen geven. Indien de visie van patienten op het gesprek van belang wordt geacht te noteren dan dient voor (waarnemend) collega-behandelaren bij het lezen van het medisch-psychiatrische beloop duidelijk te zijn welke opmerkingen van de behandelaar zijn en welke van de patient; dit is hier niet goed aangegeven.

Dit onderdeel van de klacht is gegrond.

Dat klager de tekst niet vrijwillig heeft ingetypt, maar daartoe door verweerder zou zijn gedwongen, heeft het college niet kunnen vaststellen aangezien de lezingen van partijen over de gang van zaken volledig uiteenlopen. In dergelijke gevallen, waarin niet kan worden vastgesteld welke van beide lezingen aannemelijk is, kan een verwijt dat is gebaseerd op de lezing van klager in beginsel niet gegrond worden bevonden. Dit berust niet op het uitgangspunt dat het woord van klager minder geloof verdient dan dat van verweerder, maar op de omstandigheid dat voor het oordeel dat een bepaalde gedraging of bepaald nalaten verwijtbaar is eerst moet worden vastgesteld dat er een voldoende feitelijke grondslag voor dat oordeel bestaat.Daarvan is hier geen sprake, zodat dit klachtonderdeel geen doel treft.

Ten aanzien van het klachtonderdeel met betrekking tot het corrigeren en aanvullen van de door klager ingetypte tekst, overweegt het college als volgt. Gelet op de betwisting door verweerder van deze niet, althans onvoldoende onderbouwde stelling van klager, kan het college niet vaststellen dat verweerder de door klager oorspronkelijk ingetypte tekst zou hebben aangepast en/of aangevuld. Ook dit klachtonderdeel is ongegrond.

Het college zal, alles overziend, aan verweerder de lichtste maatregel, te weten een waarschuwing, opleggen.Daarbij wordt aangetekend dat een waarschuwing een zakelijke terechtwijzing is die de onjuistheid van een handelwijze naar voren brengt zonder daarop een stempel van laakbaarheid te drukken.

6. De beslissing

Het college:

- verklaart de klacht deels gegrond;

- legt verweerder de maatregel van waarschuwing op;

- wijst de klacht voor het overige af.

Aldus beslist door mr. E.A. Messer als voorzitter, mr. E.J.M. Walstock-Krens als lid-jurist, P.G.M. Boom-Poels, M.Ch. Doorakkers en M.H. Braakman als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. C.W.M. Hillenaar als secretaris en in het openbaar uitgesproken op

6 februari 2017 in aanwezigheid van de secretaris.