Nieuwe Schijf van Vijf toepassen voor veel mensen lastig
HAARLEM, 20170206 -- Bijna een jaar na de introductie van de Nieuwe Schijf van Vijf blijken niet alle aanpassingen even goed te zijn doorgekomen. Zo plaatst 63% peulvruchten in het verkeerde vak en is maar 42% op de hoogte van het nieuwe advies omtrent vis. Dit blijkt uit de resultaten van een enquête uitgevoerd door Flinndal onder 1150 klanten.
Het merendeel van de klanten is wel op de hoogte van de introductie van de nieuwe Schijf van Vijf (92%), maar de adviezen toepassen in het dagelijks leven blijkt voor veel mensen lastig. Zo geeft 13% van de respondenten aan de Schijf van Vijf niet goed genoeg te kennen om het te gebruiken en heeft 10% hier gewoon geen behoefte aan. Dat komt neer op bijna 25% van alle ondervraagden. Verder geeft 29% aan wel te proberen te eten volgens de Schijf van Vijf maar dat dit niet elke dag lukt.
Voldoende kennis over inhoud ontbreekt
Voldoende kennis over de inhoud van de Schijf van Vijf ontbreekt bij veel respondenten. Opvallend hierbij is dat het advies over de dagelijkse hoeveelheid groenten en fruit bij veel mensen niet bekend is. Zo weet 38% niet dat er wordt geadviseerd 200 gram (2 stuks) fruit per dag te eten en weet 51% niet dat het advies is om 250 gram groenten per dag te eten. Inge Hendriks, voedingsdeskundige bij Flinndal: ‘Dit resultaat laat zien dat er nog veel werk te doen is op het gebied van voorlichting. Groenten en fruit vormen de basis van een gezonde leefstijl en kennis over de dagelijkse aanbevelingen is hierbij belangrijk’.
Verder wist 63% van de ondervraagden niet dat peulvruchten horen bij vlees, vis en eieren en was 58% niet op de hoogte van het nieuwe advies omtrent het eten van vis.
Positief is dat 88% van de respondenten op de hoogte is van het nieuwe advies omtrent het eten van dagelijks een handje noten (15 gram).
Gedragsverandering bij consument blijkt lastig te realiseren
Inge Hendriks: ‘Voorlichting alleen is niet genoeg, want meer kennis over gezonde voeding vertaalt zich niet altijd in de keuze voor gezonde(re) producten. We zullen dus meer moeten doen om een gedragsverandering bij de consument te realiseren. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat het bij kinderen juist averechts werkt om te zeggen dat groenten gezond zijn. Ook bij volwassen heeft gezonde voeding vaak nog een negatief imago; “als het zo gezond is, dan kan het haast niet lekker zijn’.