Minder muskusratten en meer beverratten


In 2016 ving het Samenwerkingsverband Muskusrattenbeheer minder muskusratten dan in 2015. Dat betekent minder schade aan dijken en oevers. Tegelijk werden er, vooral langs de Duitse grens, meer beverratten gevangen. In totaal werden in de samenwerkende waterschappen Vallei en Veluwe, Rijn en IJssel, Rivierenland en Hollandse Delta 12.006 muskusratten en 453 beverratten gevangen. In 2015 was dit resp. 12.442 en 371.
De vangsten daalden in alle waterschappen, behalve Hollandse Delta. Daarmee lijkt de populatie onder controle. Het waterschap blijft alert, want muskusratten planten zich razendsnel voort. In Hollandse Delta is in twee vanggebieden intensief gevangen, om oplopende populatie snel weer onder controle te krijgen. Langs de Duitse grens blijft de instroom van muskusratten hoog.
Beverratten
Beverratten worden vrijwel allemaal gevangen in het grensgebied met Duitsland, waar deze dieren niet worden bejaagd. De strategie van vangsten bij de grens werkt nog steeds. Voor het vierde opeenvolgende jaar stijgen de getallen: van 371 in 2015 naar 453 in 2016. Daardoor blijven de getallen in het binnenland zeer beperkt. Slechts een enkele beverrat bereikte de Nederrijn en de Dordtse Biesbosch.
Minder bijvangsten
In 2016 zijn 406 bijvangsten geregistreerd, tegen 503 vorig jaar. Nu in grote delen van Nederland de populatie muskusratten onder controle komt, hoeven er minder vangmiddelen te worden ingezet. Bovendien zijn vangmiddelen steeds verder verfijnd, om bijvangst te vermijden.
Landelijk onderzoek
De waterschappen startten in 2013 een landelijk onderzoek om te bepalen of de bestrijding van muskusratten goedkoper en effectiever kan. In deze zogeheten veldproef onderzoeken de waterschappen de relatie tussen inzet en schades. In de loop van 2017 zijn de laatste eindinspecties in de proefgebieden. De resultaten van onderzoek en monitoring vormen de onderbouwing van toekomstige strategieën.